Embryo’s voor medische onderzoek.
Mensen die te maken krijgen met onvruchtbaarheid wil men tegenwoordig meer perspectief bieden, op het krijgen van kinderen. Daarom wil de minister (2016) o.a. wetenschappelijk onderzoek toestaan op menselijke embryo’s.
Maar er is meer. Genetische manipulatie van menselijke cellen, door experimenten op menselijke embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek, is zonder twijfel tot nu toe nog een groot taboe, maar het ziet er nu echt naar uit dat dit binnenkort gaat veranderen.
Is een embryo wel menselijk leven?
Op het moment dat experimenteren met embryo’s weer in de aandacht komt, wordt de vraag natuurlijk weer actueel of menselijke waardigheid ook aan het embryo toekomt. En, als een menselijke embryo, ook al is het slechts een pril menselijk begin, dezelfde waardigheid heeft als een klein mensje, dan kun je het vervolgens niet louter als materiaal gebruiken of zo nodig gewoon maar vernietigen.
Sommige mensen zullen zeggen, ja maar het gaat hier niet om een mens, het zijn immers uiterst kleine balletjes cellen. Maar… doet de grootte dan iets ter zake? Belangrijker is welke waarde God aan dat kleine menselijk beginsel geeft en of we kunnen spreken van een schepsel van God.
Wat zegt de Bijbel?
De Bijbel heeft het natuurlijk niet specifiek over het kweken van embryo’s of iets dergelijks, uiteraard waren dit begrippen welke in die dagen in het geheel niet aan de orde waren. Toch vinden we in de Bijbel, teksten die ons laten zien hoe God over embryo’s denkt en ja daar kunnen we wel wat mee.
In de eerste plaats is het samenkomen van een eicel en een zaadcel, dus de conceptie, in beginsel bedoeld om een nieuw mens voort te brengen, God heeft dat absoluut zo bedoeld. Vanaf dat moment ontstaat een nieuw mensje met unieke kenmerken en eigenschappen. Nooit eerder was er en nooit eerder zal er een mens zijn die met dit mensje identiek is. Daarom is elk menselijk leven absoluut uniek en de moeite waard.
Dat nieuwe leven is in z’n prilste stadium een embryo, maar ook daarin zitten in principe al alle mogelijkheden om zich door te ontwikkelen tot een foetus en later tot een volwaardig mens. In Genesis 2 staat dat God zegt, dat man en vrouw in het huwelijk, tot één vlees zullen worden. Dit wordt het meest zichtbaar in het ontstaan van een nieuw mens, man en vrouw worden a.h.w. letterlijk één in dat nieuwe leven. Als we het zo bezien, dan is het Bijbels gezien moeilijk uit te leggen, als voor de bevruchting eicellen of zaadcellen van anderen worden gebruiken. In dat geval is er in ieder geval geen sprake meer van een eenwording zoals God het bedoeld heeft.
Geen veroordeling.
Hierbij willen we uitdrukkelijk benadrukken, dat we veel begrip hebben voor onvruchtbare echtparen die in hun grote verlangen naar kinderen kiezen voor de zogenaamde IVF behandeling. We willen deze mensen zeker niet veroordelen. Dat neemt echter niet weg dat we er wel bezorgd over zijn, want de medische mogelijkheden zijn enorm, terwijl christenen zich toch steeds moeten afvragen wat Gods wil is voor hun leven.
Natuurlijk, zolang als geen sprake is van een eicel of zaadcel donor, is het kind nog steeds uit beide ouders, zij het dan op kunstmatige manier verwekt. Maar dat ligt toch duidelijk anders als er wel sprake is van een donor. Daaraan zou een gelovig kind van God niet mee moeten werken.
Het menselijk begin is belangrijk voor God.
We weten uit de Bijbel, dat God aandacht heeft voor het leven vanaf het allereerste begin en dus ook voor een embryo. God zag ook ons ongevormd beginsel in de moederschoot en dit is niet anders dan de embryo. Lees daarvoor Psalm 139:16
“Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.”
Mensen hebben allerlei opvattingen over de vraag, in welk stadia van de menselijke ontwikkeling, er sprake zou zijn van een mens. Want immers, vanaf dat moment heeft een mens er recht op beschermd te worden. Maar Bijbels gesproken is daar al sprake van, op het moment dat een embryo zich innestelt in de baarmoeder, dus bij 2 weken van de zwangerschap.
Een kindje in de buik van de moeder is vanaf de embryo een mens. Een mens die naar het beeld van God gemaakt is. Een mens die van ons alle zorg, liefde en bescherming mag verwachten. Het is zo belangrijk om het kleine vruchtbeginsel dat in moeders buik groeit, niet te zien als iets zonder waarde, waarover wij dus naar onze eigen mening en gedachte maar over kunnen beslissen, maar het echt te zien als een levend mensje. Hoe klein dit mensje ook is, het bestaat al uit duizenden cellen, die straks de baby en de placenta gaan vormen.
Een embryo is dus een mensje in zijn vroegste stadium en daarom is het absoluut verwerpelijk, dat men nu zover is dat men zelf embryo’s wil gaan kweken om er experimenten mee uit te voeren. Een mensenleven hoe pril ook, is geen ‘materiaal’ wat je maar aan kan maken om ermee te knutselen, hoe goed de intenties van de medische wetenschap ook kan zijn.
Embryo’s voor organen.
In de wetenschap wil men embryo’s ook gebruiken voor het maken van vervangende organen voor mensen die transplantaties nodig hebben en die geen geschikte donor kunnen vinden. De gedacht is dat de kans dat het lichaam het orgaan afstoot veel kleiner wordt, als zijn eigen DNA wordt gebruikt om daarmee een duplicaat van een orgaan te maken.
Wetenschappers speculeren daarom al jaren over het kweken van b.v. een menselijk hart, lever, nieren of alvleesklier in een ‘embryozak’ die in een kunstmatige baarmoeder leeft. Het klinkt nog allemaal als Indianen verhalen, maar de techniek is al in een ver gevorderd stadium. Naarmate de tijd voortschrijdt komt niet zozeer de vraag meer aan de orde of het mogelijk is, maar veel meer of we het wel willen. Voor een christen geldt echter alleen, wat God er van zegt. En, zelfs een mogelijk medische succes met deze behandelmethode, mag niet bepalend zijn voor de mening van een christen, die God boven alles wil gehoorzamen.
Voor het maken van organen moet men verschillende embryo’s kunnen gebruiken, om het vereiste DNA te verkrijgen. Menselijke embryo’s zouden daarbij als afval worden weggegooid. Velen zien dit echter niet als een probleem en men zegt dat ook, bij natuurlijke bevruchtingen bij de mens, een groot deel van de ontstane embryo’s verloren gaan en eindigen voor de menstruatie. Dit wordt vaak als argument gebruikt, omdat het dan ook niet zo erg zou zijn als het overschot aan embryo’s wordt vernietigd. Maar alle bevruchtingen die op natuurlijke wijze tot stand komen en ook op natuurlijk wijze worden afgebroken, vallen buiten onze verantwoordelijkheid. Dat ligt duidelijk anders als we als mens zelf ingrijpen in het ontstaan van een mens en dus zo embryo’s laten ontstaan buiten het moeder lichaam. Dan gaan we dus zelf bewust embryo’s vernietigen en je kunt je afvragen of we daar het recht toe hebben.
Ook is het in feite ethisch onjuist om de natuur tot norm voor ons handelen te stellen. Om een voorbeeld te geven, als tijdens een aardbeving 80 procent van een bepaalde groep mensen omkomt, is dat nog geen rechtvaardiging voor de oorlogen die gevoerd worden en waar de mens in feite hetzelfde doet.
Bij IVF is het zelfs de gangbare praktijk, dat er meerdere eicellen worden bevrucht en dat de meest geschikte embryo worden teruggeplaatst. De rest wordt vernietigd of ingevroren met toestemming van de ouders, om later alsnog te gebruiken of toch te vernietigen. Tegenwoordig wil men o.a. dit materiaal gaan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.
Waar begint het leven?
De Bijbel leert echter dat het leven begint bij de vorming van een embryo en daarom kunnen embryo’s niet zo maar wetenschappelijk knutselmateriaal worden genoemd of later vernietigd worden als afval.
Psalm 139:13-16 zegt: “U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.”
David zegt hier dat God hem persoonlijk kende voordat hij geboren werd, wat betekent dat hij vanaf zijn eerste begin een mens was, met een door God voorbestemde toekomst. In Jesaja 49:1-5 lezen ook hoe God Jesaja tot zijn bediening als profeet riep, toen hij nog in de moederschoot was. Ook werd Johannes de Doper vervuld met de Heilige Geest toen hij nog in de moederschoot was, lees Lucas 1:15.
Wat God steeds opnieuw weeft in de schoot van een moeder, is iedere keer weer een wonderlijk kunstwerk van de Heer. Hij is de ontwerper van elk kind, die steeds weer met een enorm scheppingswerk bezig is. Als we dit bedenken, dan beseffen we dat we als mens feitelijk geen recht hebben om in te grijpen in dat proces. In dit licht valt het vernietigen van menselijke embryo’s, niet samen met de Bijbelse visie op menselijk leven.
Misschien wilt u hierover doorpraten, dat kan: KLIK HIER
Zie ook abortus, kan dat wel?: KLIK HIER