Voetballer, een droom.
Voetballer worden is een droom voor heel veel jongemensen, echter… voor slechts enkele personen komt de droom ook uit. Je moet nu eenmaal goed zijn, erg goed en… daarbij ook nog uitgekozen worden. Op het juiste moment moet iemand die daar bevoegd toe is, je gezien hebben en vooral… het talent in jou ontdekken. Maar dan ben je er nog niet, om de beste te kunnen zijn moet je ook nog alles willen geven, je moet er echt helemaal voor willen gaan, d.w.z. al je tijd en energie moet voetbal zijn. Er moet een bepaalt soort fanatisme in je komen, waar alle topsporters om bekend staan. Je moet er dus veel voor doen en veel voor laten, je moet gaan leven voor voetbal.
Kan het wel als christen?
Ik weet dat hetgeen ik nu zeg veel weerstand zal oproepen, bij heel veel mensen. Sommige christenen zullen zelfs misschien wel boos worden. Maar toch wil ik het zeggen, want als ik het niet doe, wie zal het dan wel doen? Hoe zit het als je christen bent geworden en je hebt er voor gekozen om volledig voor Jezus te leven? Dan denk ik: ‘Als je alles al geeft voor voetbal, wat blijft er dan nog over voor God? Moet feitelijk Jezus niet altijd de belangrijkste in ons leven zijn, in plaats van de voetbal sport. Ik vrees dat voetbal als topsport altijd een afgod is. Ik denk zelfs dat dit onontkoombaar is.
God is beslist niet tegen sport.
In de Bijbel kun je ook een aantal verzen vinden, waarbij sport als voorbeeld is genomen. Zo zijn er verzen waarbij de apostel Paulus hardlopen gebruikt om iets te verduidelijken. In ieder geval is hierdoor duidelijk, dat men in de tijd van het Nieuwe Testament bekend was met sport en dat God sport zeker niet afkeurt.
De apostel Paulus neemt in 1 Kor. 9:24-26 sporters op een renbaan als voorbeeld, om aan te tonen met welke passie en toewijding ook wij God moeten dienen. Zoals sporters er alles voor over hebben om de overwinning te halen, moeten wij alles voor de Heer over hebben.
‘Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla’.
Sporters doen er ‘alles’ aan om te winnen zegt hij: ‘Alleen, atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke.’
Sport is gezond.
Sport is tot op zekere hoogte ook een gezonde bezigheid, waar men in ieder geval veel plezier aan kan beleven en daar is wat God betreft niets mis mee. Want een gezond lichaam is zeker ook tot eer van God. Jezus stierf voor ons aan het kruis en de Bijbel leert ons dat we Hem daarom moeten verheerlijken met ons lichaam. Dat doen we dus niet, als we ons lichaam niet goed onderhouden. In 1 Kor. 6:20 staat “Want gij zijt duur gekocht: zo verheerlijkt dan God met uw lichaam en met uw geest, welke van God zijn”.
En daar komt nog iets anders bij, sport is ook plezierig en we mogen ook genieten van de leuke dingen hier op aarde: dat zijn ook zegeningen die we van God hebben gekregen. De Heer gunt ons om plezier te hebben, sterker nog, Hij is onze hemelse Vader en welke vader geniet er niet van als zijn kinderen plezier hebben.
Topsport en evangelisatie.
Er zijn in deze tijd ook steeds meer christenen, die sport direct verbinden met het christen zijn. Ze geloven dat o.a. topsport, een geweldige manier is om de talenten die God je gegeven heeft, te kunt ontplooien. Met talenten bedoelt men, je sportieve sportprestaties. Nu wil ik niets afdoen aan de oprechtheid van deze christenen. Er zijn inderdaad sporters die oprecht geloven dat ze tijdens een wedstrijd sterker of sneller of gewoon beter waren, omdat God ze sneller deed gaan. In ieder geval is het geweldig als je als sporter na afloop kan zeggen, God heeft mij geholpen, je geeft Hem dus de eer en niet jezelf. Maar eerlijk gezegd wordt het wel wat ingewikkeld, als ook de verliezende partij christenen zijn, die ook om de overwinning gebeden hebben. Het is de vraag of God je werkelijk aan degelijke overwinningen helpt. Denk even na, zou het dus zo zijn dat God bepaalde sporters bevoordeeld ten opzichte van anderen? Persoonlijk lijkt mij dat niet. Een intensieve training en aanleg voor een bepaalde sport, lijkt me veel belangrijker.
Voetbal is echter anders.
Maar het wordt allemaal anders, als sport niet alleen maar een gezonde vrije tijdsbesteding is, maar het wordt veel meer, het gaat namelijk je leven beheersen. Helaas is dit met name het geval, als het gaat om voetbal. Er is geen sport die de gemoederen van miljoenen mensen zo bezig houdt als voetbal. Voetbal is echt anders.
Controleer even jezelf.
Als je zo gehecht bent aan voetbal dat je geen wedstrijd meer kan missen, je zet er alles voor opzij tot en met je relatie en je wordt saggerijnig als je favoriete club heeft verloren. Dan moet je als christen toch uitkijken, want dan kan het een afgod worden in je leven en dan kan het zelfs gebeuren dat God op de tweede of derde plek (of nog lager!) komt. Dan moet er snel iets veranderen, want Hij is veel meer waard, Jezus moet altijd op de eerste plaats komen in ons leven en niet koning voetbal.
Koning voetbal is oppermachtig.
De krant verkoopt goed omdat er voetbal nieuws in staat. Televisie producenten kopen voor miljoenen euro’s voetbal rechten (ja u leest het goed!) om de kijker maar tevreden te stellen. Want zonder voetbal neemt de belangstelling van de kijker snel af.
Bij wedstrijden voor het Europees kampioenschap of Wereld kampioenschap, is de gekte helemaal niet meer te stuiten. Tientallen miljoenen mensen kijken naar de wedstrijd en dat niet alleen, supporters reizen verre reizen en geven honderden, soms duizenden euro’s uit, om maar een plaatsje te kunnen bemachtigen in het stadion.
In dat stadion is het compleet oorlog.
Supporters van het ene team mogen niet samen gevoegd worden met supporters van het andere team. Waarom eigenlijk niet? Wel de ervaring heeft geleerd, dan komen er mogelijk rellen en daarbij ontziet men helemaal niets en niemand. Alles gaat er aan en ook in treinen en bussen moeten de supporters gescheiden vervoerd worden, anders komen er problemen. Bij elke z.g. risico wedstrijd moet een heel politie leger aanwezig zijn, om erger te kunnen voorkomen. En regelmatig moeten agenten met gevaar voor eigen leven, de strijdende partijen uit elkaar houden.
Iedere andere manifestatie van wie dan ook, die op dezelfde manier zou gaan, zou om veiligheidsredenen, direct verboden worden. Het is zelfs ondenkbaar dat er in Nederland een burgemeester te vinden is, die bijvoorbeeld een dergelijk geweld zou tolereren als het ging om een zwemwedstrijd of een wandelwedstrijd of i.d.. Maar… hier gaat het om voetbal, dat maakt het anders. Men roept voortdurend dat men de raddraaiers wel zal aanpakken, maar om één of andere reden lukt het steeds weer niet. Op het moment dat er vernielingen plaats vinden en er veldslagen tussen supporters zijn, spreekt iedereen er schande van. Maar helaas vergeet en vergeeft men meestal snel, als het om voetbal gaat.
Voetballers worden aanbeden.
De voetballers worden aanbeden alsof het ‘godenzonen’ zijn, als ze tenminste winnen. Ze hebben abnormaal hoge salarissen en daar bovenop een flinke bonus als ze winnen. Als ze verliezen worden ze hevig bekritiseerd en niet zelden uitgescholden en/of bekogeld met kleine vuurbommetjes en andere zaken. En dan hebben we het nog niet eens over spreekkoren op de tribune in het stadion, die soms ronduit schandalig en discriminerend zijn. Regelmatig worden Joden beledigd, terwijl deze mensen ze helemaal niets misdaan hebben.
Nogmaals, ik weet dat niet iedereen het leuk zal vinden wat ik nu zeg, maar zo zie ik het nu eenmaal. Voetbal stadions zijn moderne tempels geworden, gemeente besturen die in deze tijd op allerlei zaken bezuinigen, hebben plotseling wel geld beschikbaar, als de plaatselijke voetbalvereniging in nood is. Natuurlijk, men stelt allerlei eisen om de zoveelste miljoenen uitgaven aan de club maar te rechtvaardigen, maar iedereen weet dat dit slechts voor de bühne is. In werkelijkheid zal men niet graag de plaatselijk voetbalvereniging missen en dat weten de bestuurders van zo’n club als geen ander.
Hier even een voorbeeld. Een bekende voetbalvereniging werd gedegradeerd. Ik laat de reden maar in het midden, maar wat gebeurde er? Ik zag dat volwassen mannen in huilen uitbarstte en het verdriet was oprecht. Iemand zei, dat hij al enkele nachten er slecht van geslapen had en ik geloof die persoon. Een minister van onze regering bemoeide zich er zelfs mee en een voetbalcommentator merkte op: ‘alleen een wonder kan ons nog redden’.
Toch schrik ik hier van.
Dat God wonderen doet, gelooft men vandaag niet meer, maar nu hoopt men opeens wel op een wonder. Het doet me steeds meer denken aan een soort religie, in plaats van een gewone sportieve sportwedstrijd.
Ook christenen kunnen er super enthousiast over worden. Begrijp me goed: ik zeg niet dat dit niet mag of dat het verkeerd zou zijn. Laten we ook elkaars christen-zijn niet afmeten aan het wel of niet kijken of beluisteren van een voetbal wedstrijd, je bent echt niet een beter christen als je niet naar een voetbal wedstrijd kijkt. Maar, pas wel op dat het je niet gaat beheersen, want dan kun je er beter radicaal afstand van nemen.
De apostel Paulus werd maar door één ding beheerst, daar was hij totaal op gericht, op het doel, op de Heer Jezus Christus. Jezus stond op nummer één in Paulus’ leven en hij was bereid alles op te geven voor Hem (Lees Filip.3: 7-10).
Wanneer je zo enorm aan voetbal gehecht bent dat je God op de tweede of derde plek (of nog lager!) hebt staan, moet er iets veranderen. Je merkt dat het beste op het moment dat je een keuze moet maken, bijvoorbeeld tussen een bijeenkomst in de kerk of een dienst voor de Heer en… een voetbalwedstrijd. Wat kies je dan? Mocht je dan moeite hebben, dan is dat een waarschuwing.
Meer liefhebbers van genot dan van God.
In de tijd vlak voor Jezus wederkomst, voorspelt de Bijbel dat veel mensen meer liefhebbers van genot dan van God zullen zijn (Lees 1 Tim. 3:1-4). Niet zolang geleden hoorde ik het een oude man van 85 jaar zeggen: ‘Ajax is mijn god en de Arena is mijn tempel.’ Daar gaat hij heen en vaak op zondag, om zijn (af)god te vereren. Wat triest!
Laat het je niet overkomen, doe niet mee aan deze wereldwijde afgodendienst. Straks zal er een wereldwijde afgodendienst komen, dat lezen we in Openbaring 13 en 14. Alles wat we nu meemaken is slechts het begin van wat straks nog gaat komen. Zorg dat je vrij blijft van het dienen van afgoden. We dienen geen andere God dan Jezus. Hij houdt zoveel van je dat Hij alles voor je over heeft. Jezus wilde zelfs voor jou sterven, zodat jij kunt leven.
Misschien wilt u hierover napraten? KLIK HIER