Het Bijbelboek Hooglied(1)

door  Henk Herbold –

Aantekeningen bij het Hooglied van Salomo – deel 1

Vers

Hoofdstuk 1

 
2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond! Want kostelijker dan wijn is uw liefde. De Bruid verlangt naar een diepe openbaring van Jezus liefde. Dit is meer dan aardse vreugde (wijn).” God kust de zondaar in Jezus. (2 Kor.5:18,19)
3 Heerlijk van geur zijn uw oliën, als uitgegoten olie is uw naam. Daarom hebben de jonge meisjes u lief. “De specerijen die werden toegevoegd aan de heilige zalfolie (Ex. 30:20-33), geven de geur aan de olie. (mirre, kaneel, kalmoes, kasie) Als wij vervuld zijn met de Geest verspreiden we een geur van Jezus”
4 Trek mij achter u mee, laten wij ons spoeden. De Koning voerde mij naar zijn vertrekken, laten wij juichen en ons in u verheugen, uw liefde prijzen boven de wijn! Met recht heeft men u lief! “Jezus trekt aan ons en voert het kind van God in zijn heiligdom (voorhof, heiligdom, aller heiligdom). Daar zullen we juichen en ons in Jezus verheugen.”(Joh.12:32)
5 Donker van huid ben ik, doch bekoorlijk, dochters van Jeruzalem, als de tenten van Kedar, de gordijnen van Salomo. “We zijn onvolmaakt van onszelf en toch volmaakt in Jezus Christus. De kleuren van de tenten van Salomo, wijzen er op waar de Heer ons mee bekleed.”(Hebr.10:10)
6 Let er niet op, dat mijn huid donker is, dat de zon mij verbrand heeft. De zonen van mijn moeder waren hard jegens mij en stelden mij aan tot bewaakster der wijngaarden; mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt. “Wij moeten elkaar niet naar de fouten beoordelen, maar in Jezus zien. De duivel doet alles om ons van het belangrijkste (vruchtdragen) af te houden”.(2 Kor.5:16)
7 Vertel mij toch, mijn zielsbeminde, waar gij weidt, waar gij op de middag de kudde laat rusten. Want waarom zou ik zijn als een gesluierde bij de kudden van uw makkers? “Jezus is onze zielsbeminde. Hij wil ons weiden (is voeden). Het is van belang om op de juiste plek (gemeente) te zijn, zodat Hij ons kan voeden.”(Openb.7:16,17)
8 Indien gij het niet weet, o, gij schoonste onder de vrouwen, volg dan de sporen der schapen, en weid uw geiten bij de verblijven der herders. “De sporen van de schapen zijn de voetstappen van hen die ons voorgaan”. De verblijven van de herders is God gemeente en straks het hemelse Jeruzalem.” (Hebr.13:7)
9 Bij een merrie voor Farao’s wagens vergelijk ik u, mijn liefste! “De paarden van Farao werden gewaardeerd om hun schoonheid, kracht en snelheid. De Heer wil Zijn gemeente aandoen met kracht. (Col. 1:11,12)”
10 Bekoorlijk zijn uw wangen tussen de sieraden, is uw hals in de snoeren. “De wangen wijzen naar onze gelaatsuitdrukkingen die veelal onze gevoelens (emoties) verraden. Wij moeten de vriendelijkheid en liefde van Jezus uitdragen. Daarmee wil de Heer ons versieren”.(Lees Ex.34:33-35, Ps34:6, Filip.2:14-16 en 4:5)”
11 Gouden sieraden zullen wij u maken met balletjes van zilver. “Goud heeft te maken met eeuwigheid, het bederft niet. Zilver heeft te maken met de prijs die betaald werd voor onze redding, namelijk Jezus bloed. (Zilver was lange tijd een betaalmiddel). De gemeente zal versierd naar Jezus geleid worden.
(Kleed Op.19:8, vrucht Gal.5;22, gaven van de Geest 1 Kor.12:7-11)”
12 Zolang de koning aan zijn tafel is, geeft mijn nardus zijn geur. “De ronde tafel (o.v.) spreek van de tafel van Gods liefde. Er is een tafel van de Heer en een tafel van demonen (1 Kor.11 en 10:21) De Heer nodigt ons aan Zijn tafel, met hemelse spijzen, namelijk het levende brood. Nardus spreekt van aanbidding. Zodra we Zijn liefde voor ons bemerken, zullen we Hem grootmaken.”
13 Mijn geliefde is mij een bundeltje mirre, rustend tussen mijn borsten. “Mirre spreekt van lijden. Mirre komt van de mirre boom die met een scherp mes gekerfd wordt, daarna druipelt de mirre uit de boom. Jezus werd voor ons verwond aan het kruis. Zijn lijden voor ons moet altijd z’n waarde houden. Dat kan wanneer we het bewaren op een intieme plaats, namelijk op ons hart, d.w.z het moet kostbaar voor ons blijven.”
14 Mijn geliefde is mij een tros van hennabloemen in Engedi’s wijngaarden. Hennabloemen zijn geurende bloemen die men als ruiker droog. Zo moeten wij een geur van Jezus opstanding uitdragen, d.w.z. men moet het overwinnende leven in Jezus Christus aan ons bemerken. (2 Kor.2:15).
15 Zie, gij zijt schoon, mijn liefste, o, gij zijt schoon, uw ogen zijn als duiven. “Schoon in de zin van rein door het bloed van Jezus, de kracht van het Woord van God en de Hoop op Jezus wederkomst. (1Joh.1:7-9, Joh.15:3 en 1 Joh.3:3). Ogen als duiven spreekt van Goddelijke vrede en rust.”
16 Zie, gij zijt schoon, mijn geliefde, ja, heerlijk, en lommerrijk is onze legerstede, “De Bruidegom verlangt intens naar Zijn bruid. (Joh.14:3 en 17:24)”.
17 (vers 17)  De balken van ons huis zijn ceders en onze panelen cypressen. “De balken (of pilaren) van Gods huis, zijn degenen die ’t huis (gemeente) mee helpen dragen. (Op3:12). De voorwaarde is ‘trouw’(Hebr.3:1-6) en gebed (1 Sam.12:23).”

Vers

Hoofdstuk 2

 
1 Ik ben een narcis (of roos) van Saron, een lelie der dalen. Jezus is de roos van Saron die zijn schoonheid laat zien op de bergtoppen van ons leven, d.i. als we zegen ervaren. Maar Hij is meer, Hij is ook de lelie die we ontdekken in de dalen van ons leven, als we het moeilijk hebben en Zijn kracht ervaren.
2 Als een lelie tussen de distelen zo is mijn liefste onder de jonge meisjes. Zoals Jezus een lelie is, is ook de gemeente ‘als een lelie’. De Heer verheft haar tot Zijn niveau. Wij zijn lelies onder de distelen, m.a.w. wel in de wereld, maar niet van de wereld. Joh.15:18
3 Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn geliefde onder de jonge mannen. In zijn schaduw begeer ik te zitten en zoet is zijn vrucht voor mijn verhemelte. De bruid vergelijkt de Bruidegom met een appelboom.
Jezus is voor ons de boom des levens geworden en wij verlangen ook in Zijn schaduw te zitten.
Lucas 10:38-42
4 Hij heeft mij gebracht naar het wijnhuis en zijn banier over mij was de liefde. Het wijnhuis is als de opperzaal, een plaats van vreugde door de kracht van de heilige Geest. Zijn banier is Zijn liefde, Zijn liefde overwint altijd. (Hand.2:1.2)
5  Sterkt mij met rozijnenkoeken, verkwikt mij met appels, want ik bezwijm van liefde. Versterking door het Woord. Bezwijmen van liefde is, ‘dronken van de heilige Geest’. Vol van Jezus. (Efeze 3:18,19)
6 Zijn linkerarm is onder mijn hoofd en zijn rechterarm omvangt mij! Hij omarmt ons in de doop in de heilige Geest. (Vervult tot alle volheid Gods) Efeze 3:19
7 Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, bij de gazellen of bij de hinden des velds: wekt de liefde niet op en prikkelt haar niet, voordat het haar behaagt. Wij moeten niet spelen met Gods liefde. Als we naar de Heer toegaan, dan vraagt Hij ons helemaal. Anders ontmoeten we een jaloers God die alles in het werk stelt ons te winnen. Rom. 12:1,2
8 Hoor, mijn geliefde! Zie, daar komt hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvelen. (Hoor….) Kinderen van God die dagelijks bidden en leven met de Heer, horen het geluid van Jezus wederkomst. Niets zal Hem kunnen tegenhouden.
9 Mijn geliefde is als een gazel of het jong van een hert. Zie, hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, spiedend door de traliën. Als een gazel of jong van een hert = snel en zich niet laten hinderen. Zo is de Heer, Hij laat zich door niets tegenhouden als het gaat om ons te winnen. Hij zal net zo lang aan ons hart werken tot we ons gewonnen geven. Zelfs als sluit een mens zich op achter een muur van zelfbeklag of verdriet. Daar zal Hij met de kracht van Zijn liefde onze vesting willen innemen. Openb.1:7
10 Mijn geliefde gaat tot mij spreken: Sta toch op, mijn liefste, mijn schone, en kom. Jezus spreekt tot Zijn kind “sta toch op” blijf niet in je situatie zitten, maar sta op…en wanneer we luisteren en handelen, ervaren we Zijn kracht. (Joh.5:8)
11, 12, 13 11. Want zie, de winter is voorbij, de regen is over, verdwenen. 12  De bloemen vertonen zich op het veld, de zangtijd is aangebroken, en ’t gekir van de tortel wordt gehoord in ons land. 13  De vijgenboom laat zijn vroege vrucht zwellen, en de wijnstokken in bloei geven geur. Sta op, kom, mijn liefste, mijn schone, kom! Als Jezus binnen komt in ons leven, is de winter voorbij en breekt de eeuwige lente aan.(2Kor.5:17) Uiteraard slaat dit ook op de wederkomst van Jezus, als we voor eeuwig bij hem zullen zijn.
14 Mijn duif in de rotskloof, in de schuilhoek van de bergwand, laat mij uw gedaante zien, laat mij uw stem horen, want zoet is uw stem en uw gedaante is bekoorlijk. Kom te voorschijn zegt de Heer. Verschuil u niet maar kom zoals u bent. Laat mij uw stem horen. De Heer verlangt naar gebed contact met ons.(1 Kor.1:9)
15 Vangt ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, nu onze wijngaarden in bloei staan. Kleine vossen zijn zonden die het contact met de Heer verbreken. Wij moeten ons daarvan heiligen.(Hebr.12:14)
16 Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem, die te midden der leliën weidt, Wij zijn van Jezus en Hij is van ons. De leliën zijn de kinderen Gods (Hooglied 2:2). Jezus weidt te midden van hen.
17 tot de avondwind waait en de schaduwen vlieden. Wend u dan hierheen, en doe als de gazel, mijn geliefde, of als het jong van een hert op de gekloofde bergen. Tot de avondwind waait en de schaduwen vlieden. Als de dag der dagen zal aanbreken en alle schaduwen van moeite zullen verdwijnen voor Gods eeuwige zon. Tot die dag zullen we (met haast) ons van de zonden moeten afwenden en tot Hem moeten richten.   

Vers

Hoofdstuk 3

 
1 Op mijn legerstede des nachts zocht ik mijn zielsbeminde; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. Geestelijke lusteloosheid. Men kan Jezus niet vinden op een geestelijke legerstede. Lusteloosheid is:
1. Geen verlangen naar gebed
2.Geen verlangen naar Gods Woord3.Moeite om trouw te zijn in de gemeente
2 Ik wil opstaan en rondgaan in de stad, op straten en pleinen en mijn zielsbeminde zoeken; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. De stad is de drukte van iedere dag. (Mat.13:22) Daar kan ze Hem niet vinden.  
3 De wachters, die in de stad hun ronde deden, troffen mij aan; `Hebt gij ook mijn zielsbeminde gezien?’ Wachters zijn dienaren van God. Zij kunnen ons alleen de weg wijzen. Jezus zelf wil tot u spreken. (Hebr.1:1,2)
4 Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan, of daar vond ik mijn zielsbeminde. Ik greep hem vast en wilde hem niet loslaten, totdat ik hem gebracht had in het huis van mijn moeder, in de kamer van haar die mij gebaard heeft. Als ze Hem vind, klemt ze zich aan Hem vast. (Gen.32:26)(Ruth 1:16)Tot ze Hem brengt in de intieme kamer van haar leven. Waar alleen naaste familie of intieme vrienden mogen komen. Daar wil Jezus zijn. (Joh.14:21,23,24)
5 Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, bij de gazellen of bij de hinden des velds, wekt de liefde niet op en prikkelt haar niet, voordat het haar behaagt. Speel nooit met de liefde van Jezus. Het zal ons verscheuren (geestelijk). God is een jaloers God en Hij zal alles doen om uw hart te winnen. Als we tegelijk de duivel (zonden) vasthouden, zal er een tweestrijd in ons ontstaan.
6 Wat trekt daar op uit de woestijn, als zuilen van rook, omgeurd van mirre en wierook en allerlei reukwerk van de koopman? (o.v. Wie is zij?)Zij is de bruid die komt uit de woestijn van strijd als overwinnaar. Woestijn is een tijd van beproeving, doel is heiliging en loutering (Hos.2:13).
1. Israel kwam uit de woestijn en ging naar het beloofde land.
2. Mozes moest gevormd worden in de woestijn, voor hij naar farao kon gaan (Ex.2:15/31)3. Hagar kwam uit de woestijn (Gen.16:6,7) daar openbaarde God zich aan haar.4. David moest vluchten in de woestijn, al waar hij gevormd werd voor zijn koningschap. (1 Sam.23;14 en 25:1)5. Elia vluchtte in de woestijn, voor hij naar de Horeb vluchtte waar hij God ontmoette. (1 Kon.19:4)6.Joh. de doper kwam uit de woestijn (Mat.3:1-6 en Luc. 1:80)7. Jezus moest door de woestijn bij de aanvang van Zijn bediening. (Mat.4:1)De bruid is omgeurd met mirre, wierook en specerijen. De betekenis is: alles wat haar aantrekkelijk maakt voor haar Bruidegom (=Jezus)(aanbidding, het offer van onszelf)
7 Zie, dat is Salomo’s draagstoel, omringd door zestig helden, uit de helden van Israel, Hier is sprake van 60 helden die Salomo omringen, zoals ook 60 pilaren de voorhof van de tabernakel omringen.(Ex.27:9-19) Ook David werd omringd door helden (2Sam. 23:8) Jezus zal zich ook omringen door helden, dit wijst om de gemeente, die Hem zal volgen bij Zijn Wederkomst (Openb.19:11-16).
8 allen het zwaard houdend, geoefend ten strijde, elk met het zwaard aan zijn heup vanwege de verschrikking in de nacht. Deze helden zijn geoefend ten strijden, ze dragen Gods Woord als een zwaard om te overwinnen in de boze dag. (Ef.6:13)         (1 Petr.4:12)
9 Koning Salomo maakte zich een draagkoets uit hout van de Libanon. De materialen van de draagkoets wijzen op Jezus liefde voor ons.Hout van de Libanon is de ceders die omgehakt werden en aan de rivier werden prijsgegeven. Daarna dreven ze naar Jeruzalem om daar bruikbaar te worden voor Salomo. (1 Kon.5:6 en 9) Ook wij zijn omgehakt en overgegeven aan de werking van Gods Geest, bruikbaar voor Jezus.
10 De spijlen maakte hij van zilver, de leuning van goud, de zitting van purper, het binnenwerk met een bekleding van liefdesgeschenken, afkomstig van de dochters van Jeruzalem. Zilver, is een betaalmiddel in Israël. Zo is het bloed van Jezus ons betaalmiddel of ons zoengeld. (Ex.30:11-16 en Ex.38:25,26)(1Kor.6:20 en 1 Petr.1:18,19)
Goud, wijst op Gods heiligheid. Wij waren eens zwart, als het goud in de goudader. Maar Jezus is in het vuur geweest aan het kruis, om ons goud te doen zijn.
(2 Kor.5:16,17)
Purper, is de koningskleur (Dan.5:29)
Jezus heeft Zijn koningskleed afgelegd om een dienaar te worden, om u en mij te redden. (Filip.2:5-8)
 Liefdesgeschenken. Alles wat we de Heer offeren uit liefde, heeft grote waarde voor Jezus. (Luc.8:3)(Mat.26:6-16)
11 Gaat uit, dochters van Sion, aanschouwt koning Salomo, met de kroon, waarmee zijn moeder hem kroonde op de dag van zijn bruiloft, op de dag van de vreugde zijns harten. Gaat uit en aanschouw. Jezus aanschouwen is hem zien in Zijn Woord.(Joh.6:40) De moeder van Salomo was Bathseba, die zondigde met David, zij kroont Salomo op de dag van Zijn bruiloft.De zondaren die verlost zijn door Jezus, zullen Hem kronen (aanbidden) als de bruiloft van het Lam zal aanbreken.

Vers

Hoofdstuk 4

 

 7  eigenschappen, als de kandelaar met 7 armen:

1. Ogen
2. Haar
3. Tanden
4. Lippen
5. Slaap
6. Hals
7. Borsten

1 Zie, gij zijt schoon, mijn liefste, o, gij zijt schoon; uw ogen zijn als duiven, door uw sluier heen, uw haar is als een kudde geiten, die neergolven van Gileads gebergte. Schoon wil zeggen, geheiligd door Jezus offer. (Hebr.10:10)
Ogen als duiven, betekent reine ogen (Mat.6:22)(Mat.5:8)
Haar als een kudde geiten, betekent bedekking (Ex.26:7) en kracht (Rich.16:17)
2 Uw tanden zijn als een kudde geschoren schapen, die opkomen uit het wed, alle met tweelingen, en zonder jongen is er geen. Tanden van schapen zijn alleen geschikt voor plantaardig voedsel.Wij moeten alleen Gods woord eten. (Col.3:1,2)(Joh.4:34, 6:54-56)
3 Als een scharlaken draad zijn uw lippen en liefelijk is uw mond. Als een gespleten granaatappel zijn uw slapen, door uw sluier heen. Lippen als scharlaken draad. Scharlaken is de kleur van Jezus bloed. Onze lippen (Taal) moeten gereinigd worden door Jezus bloed. (Ef. 4:29) Slapen als een gespleten granaatappel. De slaap is de plaats van verkwikkende rust. Jakob legde zijn hoofd op een steen en vond rust (Gen28:11) Wij moeten rust vinden bij de rots Jezus Christus.
4 Uw hals is als de Davidstoren, die gebouwd is met tinnen; de duizend schilden hangen daaraan, en alle zijn beukelaars van helden. Hals als Davidstoren, spreekt van standvastigheid. Lees Ps.51:12, Fil.4:1-6, 1 Kor.15:58, Ef.4:14-16, Ef.6:11, Hebr.3:6.
5 Uw beide borsten zijn als tweelingjongen van gazellen, die te midden van de leliën weiden. Borsten spreekt van vruchtbaarheid. Wat is vruchtdragen? Lees Rom.6:22, 7:4, 1 Kor.15:17, Gal.5:22, Ef.5:9Vrucht is, heiliging, is veranderen.
6 Tot de avondwind waait en de schaduwen vlieden, wil ik naar de mirreberg gaan, naar de wierookheuvel. De mirreberg is als Golgotha. Wij moeten het lijden van Jezus blijven gedenken. (2Kor.11:24)
De wierookheuvel is als onze aanbidding. Wij moeten niet nalaten Jezus te aanbidden, tot de dag van Jezus wederkomst.
(zie ook Openb.8:3)
7 Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij. We zijn volmaakt, zonder gebrek in Jezus.(Rom.3;22/24)(Rom.5:1)(Rom.8:1)
8 Kom bij mij van de Libanon, bruid, kom bij mij van de Libanon, daal af van de top van de Amana, de top van de Senir, de Hermon, van de holen der leeuwen, van de bergen der panters. Jezus verlangt naar ons. (1 Kor.1:9)(Hoogl.2:14)
9 Gij hebt mij betoverd, mijn zuster, bruid, betoverd met een blik van uw ogen, met een snoer van uw halsversiersel. Het is deze diepe liefde voor ons, die Jezus naar Golgotha bracht.
(Filip.2:6-9)(Joh.13:1)(Joh.3:16)
10 Hoe kostelijk is uw liefde, mijn zuster, bruid, hoeveel heerlijker uw liefde dan wijn, en de geur van uw oliën dan alle specerijen. De liefde van God uitgestort in ons hart is meer dan aardse vreugde (wijn). (Ef.5:18)
De geur die we verspreiden is de geur van Christus door ons leven heen. (2 Kor.2:14)
11 Van honingzeem druppelen uw lippen, bruid, honig en melk is onder uw tong; en de geur van uw klederen is als de geur van de Libanon. Honing is de genezende en verkwikkende werking van het woord van God. Ezech.3;3, Openb.10:10, Spreuken 24:13, Ps.19:11Honing en melk is de rijkdom van Gods beloofde land, daarvan moeten onze lippen spreken. (Num13:27)
12 Een afgesloten hof zijt gij, mijn zuster, bruid, een afgesloten wel, een verzegelde bron. Afgesloten hof, verzegelde bron, betekent: heilig en zuiver, bewaard voor de zonden.Verzegeld met de Heilige Geest en voorbestemd om Jezus te dienen. (Ef.1:13)
13 Wat uit u opspruit, is een lusthof van granaatappelbomen, met kostelijke vruchten, hennabloemen en nardusplanten, Wat uit ons voortkomt is belangrijk.
a. Aanbidding (Hebr.13:15)(lusthof)                
14 nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei wierookstruiken, mirre en aloë, met al de kostbaarste specerijen. b. Onze levenswandel (kostelijke vruchten)(Mat.12:33)(Mat15:18,19)(Mat.22:37)
15 Fontein der hoven, bron van levend water, beken van de Libanon! c. Kracht van Gods Geest in ons.(Joh.7:37,38)(Ef.3:20)
16 Ontwaak, noordenwind, en kom, zuidenwind, doorwaai mijn hof, opdat zijn balsemgeuren stromen! Mijn geliefde kome tot zijn hof en eet daarvan de kostelijke vrucht. Gebed om de winden van de Heilige Geest. De noordenwind is koud en komt ook om te reinigen. De zuidenwind is warm en komt om ons te verwarmen en tot vruchtbaarheid te brengen. Dit zal leiden tot het diepe verlangen, “Kom Heer Jezus” (Openb.22:17 en 20)

Deel 2, Klik hier