Het leven van Jozef

Jozef, zoals beschreven in Genesis 

Inleiding.
Jozef is geboren uit Rachel en Jacob. Het verhaal vertelt dat Rachel   onvruchtbaar leek en zij was de tweede vrouw van Jacob, waar hij het meest van hield. God had Lea, z´n eerste vrouw, zonen geschonken maar niet Rachel en onvruchtbaarheid gold in die tijd als een straf van God. Het feit dat juist Rachel onvruchtbaar bleef moet voor Jacob een groot probleem geweest zijn en het is aan te nemen dat hij vele keren voor zijn Rachel gebeden heeft. 
In Gen.30:22,23 lezen we hoe God een keer brengt in het lot van Rachel, ze wordt zwanger en baarde Jozef. De naam Jozef betekent vermoedelijk “wegnemen” en dit moeten we zien in verband met de smaad die een kinderloze vrouw in Israël had. Die smaad was van haar weggenomen toen Jozef geboren weg. Daar zit natuurlijk ook een heen wijze in naar Jezus die geboren werd om onze smaad weg te nemen. Wij waren verloren in de zonden, als dood voor God en wat ons wachtte was het oordeel, maar Jezus kwam, Hij werd ons gelijk en nam onze straf opzich en nu zijn we vrij. Rom.8:1 “Zo is er dan geen veroordeling meer voor hen, die in Christus Jezus zijn”.
Gen.35:16-20. Na de geboorte van Jozef verlangde Rachel naar nog een zoon en God verhoorde opnieuw haar gebed. In Gen.35:16-20 lezen we van een tweede zoon die Rachel baarde, maar deze geboorte kostte haar het leven. De Bijbel vermeld hoe zij een moeilijke bevalling had en stierf. Die zoon was Benjamin en uiteraard hield Jakob ook veel van deze jongste zoon van Rachel. Tegelijk doet zich hier de vraag voor, hoe is het mogelijk, God verhoort het gebed van Rachel maar nooit had Rachel natuurlijk kunnen weten dat het zo zou aflopen met haar, toen ze om die zoon bad. Laten we het nog eens eerlijk zeggen, we zullen in dit leven niet op alle vragen een antwoord vinden. Soms zijn Gods wegen voor ons niet duidelijk. Een ding is echter absoluut zeker, God heeft met alles een doel, Hij doet nooit zinlose dingen. In ieder geval was deze gebeurtenis een grote beproeving voor Jakob, maar Jakob overwint ondanks deze ogenschijnlijke nederlaag. Rachel geeft in de laatste minuten van haar leven haar kind een naam en ze noemt hem Ben-Oni, hetwelk betekent “zoon van mijn smarten”, zij voelde zich zo en dat is begrijpelijk. Maar Jakob doet iets wat van grote betekenis is, hij neemt het kind en roept uit “niet Ben-oni maar Benjamin” en Benjamin betekent “zoon van mijn vreugde”. Dit kon Jakob alleen zeggen omdat hij door de kracht van God de overwinning behaalde over dit lijden, want normaal zou hij diep bedroefd moeten zijn zoals Rachel.

Hoofdstuk 1. Jakob had Jozef lief.
Gen.37:1-3.     “Jakob echter woonde in het land der vreemdelingschap van zijn vader, in het land Kanaan. Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud, hij was dus nog jong, placht met zijn broeders, de zonen van Bilha en de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader, de schapen te hoeden. En Jozef bracht kwaad gerucht aangaande hen aan hun vader over. En Israel had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad”.

Jakob woonde in “het land der vreemdelingschap”  van zijn vader, in het land Kanaän. Jakob was een vreemdeling in dat land, vanwege de vele heidense volkeren rondom hem, dat betekent eenvoudig dat hij zich afscheidde van hen, hij deed niet naar hun heidense gewoonten. Jezus heeft het in Joh.15:18 over de haat van de wereld, daar zegt de Heer dat de wereld ons zal haten, omdat ze ook Hem gehaat hebben. Mensen die consequent zijn en nauwgezet doen wat God zegt en zich dus afscheiden van de dingen die tot zonden verleiden, kunnen vaak moeilijk echte vrienden hebben in de wereld. We zijn nu eenmaal wel in deze wereld, maar niet van deze wereld. Nauwe vriendschapsbanden met ongelovigen gaat heel vaak ten kosten van onze relatie met God, vooral als het gaat om vrienden die God niet eren of soms de naam van Jezus naar beneden halen. In dat geval zouden we een duidelijke keus voor de Heer moeten maken.

Lees 2 Kor.6:14-17  “Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine en Ik zal u aannemen”.

Later gaat God een bijzondere weg met de beide zonen van Rachel, waarvan Jozef wel het meest het type is geweest van onze Heiland Jezus Christus. Ik kan me wel enigszins indenken dat er als het ware, twee verschillende werelden waren in Jakobs huis. Aan de ene kant de zonen die Lea hem gebaard had zij waren de echte schaapherders, het ruwe volk dus die er steeds op uit gestuurd werden om de schapen van vader te hoeden en daar waren dan Jozef en Benjamin, zij waren veel in de nabijheid van vader Jakob en hij hield van ze omdat ze zonen waren van de vrouw die hij lief had. Vooral Jozef die de oudste zoon van Rachel was, moet Jakob zeer kostbaar geweest zijn. In Gen.37:3 staat dat Israël Jozef lief had boven al zijn zonen.

Gen.37:3“En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was…”.
Het moet dan ook een onvoorstelbaar leed gegeven hebben bij Jakob toen hij juist deze zoon moest afstaan en hierin ligt toch iets van wat God gevoeld moet hebben toen Hij Zijn eniggeboren zoon afstond aan deze wereld om ons te redden. Als Jezus op aarde Zijn bediening aanvangt dan klinkt er ook een stem uit de hemel “Deze is mijn Zoon de geliefde in wie Ik mijn welbehagen heb” (Mat.3:17) Jezus was de geliefde, Gods eniggeboren zoon waar feitelijk nog meer mee aangegeven wordt, hoe kostbaar Jezus is voor God. Hoe zeer moet God van ons houden, omdat Hij die zoon prijs gaf voor ons. In Ex.12:5 vinden we het verhaal van de instelling van het Pascha en hoe men een jong dier moest nemen en dat twee dagen in huis moest verzorgen. Pas daarna mocht men het slachten en het bloed aan de deurposten van hun huizen strijken. God wilde dat er toch een zekere verbondenheid zou ontstaan tussen de familie en het jonge dier, zodat het pijn zou doen om het op de tweede dag te slachten. Men moest een fractie voelen van wat God heeft gevoeld toen Jezus naar Golgotha ging voor ons. Ik denk ook aan Abraham die zijn zoon moest offeren op de berg Moria (Gen.22) Abraham stond met het mes klaar om zijn zoon te offeren. God ging heel ver met Abraham, zover dat het bijna was dat Izaak geofferd zou zijn en toen kwam de Heer tussen beide en wees een ander offerdier aan wat in de plaats van Izaäk geofferd kon worden door Abraham. Jezus is voor ons dat andere offerdier, Hij wilde sterven in onze plaats. Abraham heeft daar op de berg Moria iets van Gods pijn gevoeld en dit is ook voor ons soms nodig, zodat we het offer van Jezus niet te licht opvatten, als of het heel gewoon is wat 2000 jaar geleden gebeurd is. Vandaar ook dat God lijden toelaat in ons leven, opdat we nog dichter bij het lijden van Jezus zullen komen.

Paulus bad in Filip.3:10 “Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende…”  Lijden heeft altijd een doel, deels opdat we Gods kracht zullen ervaren die ons opheft, maar ook opdat we nog beter zullen beseffen wat Hij voor ons heeft over gehad.

In Rom.8:28 staat dat God alle dingen doet medewerken ten goede, dus ook de negatieve zaken van ons leven, als we moeten lijden. Paulus zegt van zichzelf dat hij is gerekend als een slachtschaap en dat hij zich voelde of hij de ganse dag gedood werd. (Rom.8:36) Maar dan roept hij ´t uit “…in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars…”. Zoiets kun je alleen zeggen als we lijden hebben meegemaakt en in dat lijden, Gods kracht hebben ervaren. Juist aan het kruis behaalde de Heer de grootste overwinning over satan en zo zal het ´t kind van God vergaan want, als we deel hebben aan Zijn lijden, dan zullen we ook deel hebben aan Zijn opstanding en verheerlijking. (Rom.8:17b).

 Jozef´s dromen.
Gen37:3b-11  “…….en hij maakte hem een pronkgewaad.  Toen zijn broeders zagen, dat hun vader hem boven al zijn broeders liefhad, haatten zij hem en konden niet vriendelijk met hem spreken. En Jozef had een droom en vertelde die aan zijn broeders; daarom haatten zij hem nog meer. Hij zeide namelijk tot hen: Hoort toch deze droom die ik gehad heb. Zie, wij waren aan het schoven binden in het veld, daar richtte mijn schoof zich op en bleef overeind staan, en zie, uw schoven omringden haar en bogen zich voor mijn schoof neer. Daarop zeiden zijn broeders tot hem: Wilt gij soms koning over ons zijn? Wilt ge soms over ons heersen? Toen haatten zij hem nog meer om zijn droom en om zijn woorden. En hij had nog een andere droom, die hij aan zijn broeders verhaalde. Hij zeide: Nu heb ik weer een droom gehad, en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer. Toen hij dit aan zijn vader en zijn broeders verhaalde, onderhield zijn vader hem daarover, en zeide tot hem: Wat voor een droom is dat, die gij gehad hebt? Zullen soms ik, uw moeder en uw broeders komen om ons voor u ter aarde neer te buigen? Zijn broeders dan benijdden hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten.”

Jakob gaf zijn zoon een pronkgewaad of (zoals de Staten vertaling zegt), een veelvervige rok(vers 3). In Hebr.1:9 staat dat Jezus gezalfd is met vreugde-olie boven Zijn deelgenoten. Ook Jezus had een pronkgewaad toen Hij op aarde wandelde. Hiermee wordt niet Zijn kleed bedoeld, maar een geestelijk pronkgewaad dat is hetgeen waar God Hem mee bekleed had. In Luc. 24:49 is sprake van de uitdrukking “..totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge..” God wil ons net zo bekleden met een pronkgewaad, namelijk ons bekleden met de kracht van de Heilige Geest.

Doordat Jozef een pronkgewaad van zijn vader had ontvangen, was hij ook duidelijk apart gezet door zijn vader. Hiermee toonde Jacob zijn diepe genegenheid voor hem. Dit pronkgewaad of veelvervige rok wijst in geestelijk licht ook op de veelkleurige wijsheid van God (Ef.4:10) en de verscheidenheid aan werkingen van de Geest.

Er rustte duidelijk een speciale zalving op Jozef die zich uitte in vele dromen die hij van z´n jeugd aan al ontving en ook in de enorme wijsheid die hij later van God had ontvangen, om Egypte van de hongerdood te redden.

Er zijn 7 belangrijke dromen in ´t boek Genesis en we kunnen ze even de revue laten passeren. Het getal zeven heeft altijd een bijzondere betekenis in de Bijbel. Zo is er een zeven armige kandelaar (Ex.25:31-40) en er zijn ook zeven vurige fakkels voor de troon (Openb.4:5). In deze voorbeelden wijzen de zeven lampen naar de volheid van de heilige Geest. Die Geest spreekt tot mensen door profetie, openbaring, visoenen en ook door dromen.

Lees Joel 2:28 “Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien”.

1.         Abimelech. –     Gen.20:3
Door een droom voorkwam God dat de geschiedenis zich zou wenden en dus Sara nooit Izaak zou baren en tenslotte, Jezus niet geboren zou kunnen worden uit die geslachtslijn. Abraham had hen voor doen schijnen of Sarai zijn zuster was en niet z´n vrouw. Abimelech liet daarop Sara halen, maar God sprak in een droom tot deze heidense man:

“Maar God kwam des nachts in een droom tot Abimelek en zeide tot hem: Zie, gij zijt een kind des doods, omdat gij die vrouw genomen hebt, want zij is gehuwd”.

2.         Jacob. –            Gen.28:12
Jacob was gevlucht uit z´n ouderlijk huis. Hij had zijn vader en ook z´n broer Ezau bedrogen en daarom zocht Ezau hem te doden. Maar als hij ´s avonds vermoeid z´n hoofd op een steen legt om te rusten, droomde hij van een ladder die tot aan de hemel reikte. Daarna hoorde hij God tot zich spreken en daardoor wist hij dat God met hem zou zijn, ondanks zijn falen.

3.         Jacob. –            Gen.31:10-13
Jacob wist door een droom, hoe hij moest handelen met de dieren van z´n oom Laban en ook dat hij weer terug moest keren naar z´n ouderlijk huis.

4.         Laban. –           Gen.31:24
God waarschuwde Laban door een droom, om Jacob te laten gaan.

5.         Jozef. –             Gen.37:5
God sprak door een droom tot Jozef, aangaande de plannen die Hij had met hem, namelijk dat hij koning zou worden en dat zijn broers voor hem zouden buigen.

6.         Jozef. –             Gen.40:5
Om Jozef uit de gevangenis te voeren, sprak God tot de schenker en de Bakker, door een droom en Jozef mocht de uitleg geven.

7.         Jozef. –             Gen.41:1-5
Op dezelfde wijze sprak God tot Farao d.m.v. een droom en mocht Jozef de uitleg geven.

Conclusie.
We halen hieruit dat God spreekt tot mensen d.m.v. dromen.
Lees ook Joel 2:28 “…..uw ouden zullen dromen dromen…” en Num.12:6 “Toen zeide Hij: Hoort nu mijn woorden. Indien onder u een profeet is, dan maak Ik, de Here, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik met hem.” De vraag is nu: “zijn alle dromen die mensen hebben van God? Nee, dat is absoluut niet waar en het is ook zeker verkeerd om achter elke droom een betekenis te zoeken. Er zijn ook dromen die van satan zijn en mensen verkeerde richtingen wijzen, lees daarover in Deutr.13:1.

“Wanneer onder u een profeet optreedt of iemand, die dromen heeft, en hij u een teken of een wonder aankondigt, en het teken of het wonder komt, waarover hij u gesproken heeft met de woorden: laten wij andere goden achterna lopen, die gij niet gekend hebt, en laten wij hen dienen; dan zult gij naar de woorden van die profeet of van die dromer niet luisteren”, en ook  Pred.5:2,3  “Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haaste zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken; want God is in de hemel en gij zijt op de aarde, laten daarom uw woorden weinige zijn. Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, zo dwaas gepraat door veel woorden”.  Vandaar dat het bij elke droom of openbaring nodig is dat een kind van God vraagt aan de Heer naar een bevestiging.

Dit betreft zeker als het gaat om dromen die mogelijk iets vertellen over God plan met ons leven zoals bij Jozef. In Jozef leven werden zijn dromen bevestigd.
Gen.37:7-9       Ten eerste ontving hij de dromen over zijn toekomst tweemaal, de Heer bevestigde de droom over de schoven door hem een droom over de sterren te geven met dezelfde betekenis.Ten tweede zag hij ook zijn droom in zijn leven in vervulling gaan en dat is natuurlijk altijd de beste bevestiging dat hetgeen men gedroomd heeft van God was.

Die dromen waren nodig voor hem, daardoor had hij de kracht om zijn God vast te houden toen hij in de put zat, als slaaf verkocht werd en ten onrechte in de gevangenis kwam. Hij wist hierdoor, aan het eind van deze tunnel is licht.

De uitverkiezing van Jozef. (Gen.37:5-8)
Het blijft moeilijk te begrijpen dat God voor Jozef  koos. Het was natuurlijk heel moeilijk voor zijn broers en ook voor zijn vader en moeder dat de dromen van Jozef onomstotelijk vertelde dat zij allen zouden buigen voor hem. Zijn vader onderhield hem daarover, maar tegelijk bewaarde hij deze woorden, als of hij toch rekening hield dat het een Woord van God kon zijn. Maar Jozef was Gods keus en dat zal we niet altijd duidelijk zijn.

Gelukkig koos God ook voor ons. Natuurlijk is het niet zo dat de redding van ons leven afhangt van Gods uitverkiezing, dus m.a.w. “je moet maar af wachten of je uitverkoren bent”. Nee, God kiest voor iedere zondaar die zich buigt voor Jezus en zijn zonden belijdt bij het kruis. Maar toch is er wel enig verschil in genade, want het is toch een grote genade ons geschonken dat wij zoveel keren het evangelie mogen horen terwijl er miljoenen in de wereld zijn die slechts eenmaal of een enkele maal het evangelie horen. Vaak realiseren we ons niet, wat een genade God ons geschonken heeft.

Maar daarbij geeft God aan sommige het bijzondere voorrecht om Hem te mogen dienen, maar dan is het Gods keus. In Hebr.5:4 staat geschreven van de hogepriester en van Jezus zelf  “  “En niemand matigt zichzelf die waardigheid aan, doch men wordt ertoe geroepen door God, zoals immers ook Aäron. Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot Hem sprak: Mijn Zoon zijt Gij; Ik heb U heden verwekt”.

God koos voor Mozes. Ik heb me afgevraagd “zou ik ooit voor Mozes gekozen hebben”. Er was zoveel tegen hem. Hij was een moordenaar, hij sloeg eens een Egyptenaar dood (Ex.2:12), zo iemand is alles behalve geduldig. Hoe kan zo iemand zo´n groot volk 40 jaar leiden door de hete woestijn en dat terwijl het volk niets naders dan klagen deed. Mozes kon niet goed spreken, hij zei tegen de Heer “ik ben geen man van het woord”. Hij sprak niet zoveel en was zeker geen redenaar. Maar God gaf hem zijn broer Aäron mee om voor hem te spreken en zond hem toch. Het was Gods keus en later bleek dat God geen vergissing maakte in Mozes.

 God koos voor Paulus. Er was zoveel reden om juist niet voor Paulus te kiezen. Hij was een vervolger van de gemeente, een moordenaar van christenen. Toen Ananias de opdracht van God kreeg om naar hem toe te gaan zei hij: “Here, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen te Jeruzalem aangedaan heeft;  en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen, die uw naam aanroepen, gevangen te nemen”.

Maar de Here zei tot hem: “Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israels” (Hand.9:13-15). God koos voor hem en de Heer vergiste zich niet want hij werd de grootste apostel uit de Bijbel. Paulus was zich zeer bewust dat God hem uitgekozen had om apostel te zijn en niet een mens (Gal.1:1). “Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader…”

God koos ook zo voor Jozef en reeds in zijn jeugd openbaarde de Heer, doormiddel van die dromen dat hij een speciaal plan had met hem.

Voor vleselijke christenen zijn die soort dingen moeilijk te verdragen, namelijk dat andere uitgekozen worden door de Heer voor een taak en zij niet. Wat zijn vleselijke christenen? Dat zijn christenen die zichzelf als de belangrijkste zijn. God heeft hen op het oog, aan hun is het geopenbaard. Vleselijke christenen zijn ook altijd meer bezig met zichzelf dan met anderen. Ze zijn overtuigd beter te zijn dan anderen en dit wordt bevestigd als ze een fout ontdekken bij anderen. Lees over geestelijke mensen in Gal.6:1-5. Dat zijn mensen  die terecht kunnen wijzen in een geest van zachtmoedigheid, ziende op hun zelf, want ook zij zijn niet foutloos.

Geestelijke mensen onderscheiden wel alle dienen maar zelf worden ze niet onderscheiden. Ze staan m.a.w. niet maar steeds op de voorgrond. (1 Kor.3:1-9).
De broers van Jozef zijn het type van vleselijke christenen, ze ergerde zich aan de dromen van Jozef, in plaats dat ze Gods werk daarin zagen waren ze jaloers. Maar wat ze ook deden, God was toch met Jozef, zelfs in de gevangenis. Gen.39:21 “En de Here was met Jozef; Hij bewees hem genade…”.
Geestelijke en vleselijke christenen zijn er vandaag nog steeds. Er waait een geest van medezeggenschap, vanuit de wereld ook in evangelische kringen. Men kan het maar moeilijk accepteren dat sommige in de gemeente door God zijn aangesteld en dat de Bijbel  leert dat we naar ze moeten luisteren. (Hebr.13:17) “Gehoorzaamt uw voorgangers en onderwerpt u aan hen, want zij zijn het, die waken over uw zielen, daar zij rekenschap zullen moeten afleggen. Laten zij het met vreugde kunnen doen en niet al zuchtende, want dat zou u geen nut doen.” . Vandaar dat het standpunt dat de meerderheid beslist, geen Bijbels standpunt is. In de Bijbel lezen we steeds dat God mensen kiest en aansteld.

Lees Luc.6:13  “En toen het dag geworden was, riep Hij zijn discipelen tot Zich en koos er twaalf uit, die Hij ook apostelen noemde…”
Ef.4:11 “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven,..” 
1 Kor.12:28 “En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente..”        
In Hand.13:2 staat dat de heilige Geest sprak en Paulus en Barnabas werden aangewezen door de Heer “En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb”.

Er was geen tussen komst van enige menselijke organisatie, God koos gewoon en de keus van God onderscheiden we het meest aan de zalving die op iemand kan rusten. Nu zijn wij in feite allemaal geroepen om bijvoorbeeld: Zijn getuige te zijn of om voor anderen te bidden. We mogen ook allemaal deel hebben aan die wonderlijke zalving van de Geest. Maar wat blijft is dat sommige voor een speciale taak worden uitgekozen en een speciale zalving ontvangen, d.w.z. ze worden bekwaam gemaakt door de Heer.

Voorbeelden zijn wel de hogepriester in de tabernakel bij Israël, die werd ook eerst gezalfd met de heilige zalfolie, voor hij mocht dienen. (Ex.29:7) Er waren uiteraard vele levieten die hem ten diensten stonden, maar alleen de Hogepriester ontvind die zalving. Zo ook Bezaleël en Aholiab die beiden gezalfd waren voor vele praktische taken voor de opbouw van de tabernakel. Velen hebben hen terzijde gestaan, toch waren alleen zij voor die taak gezalfd.(Ex.31:1-3).

Respect voor de zalving.
Het is heel interessant om te lezen hoe respect vol David omging met Saul, ondanks dat Saul in veel dingen faalde. David had tot tweemaal toe de gelegenheid om Saul te doden, maar hij deed het niet omdat hij besefte met de gezalfde des Heren te maken te hebben.

Lees 1 Sam.26:9“..hij zeide tot zijn mannen: De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand aan hem zou slaan; want hij is de gezalfde des Heren”. 1 Sam24:7 “En David weerhield zijn mannen door zijn woor   Maar David zeide tot Abisai: Breng hem niet om, want wie slaat ongestraft zijn hand aan de gezalfde des Heren? “ 2 Sam.1:14 “Daarop zeide David tot hem: Hoe? Hebt gij u niet ontzien, uw hand uit te steken om de gezalfde des Heren om te brengen?”
Zij die door God gezalfd zijn voor een opzieners taak, hebben recht op ons respect. Wat bedoeld de Bijbel met respect?

  • Tegen iemand die dient in de gemeente moeten we voorzichtig zijn met het uiten van beschuldigingen. Lees daarvoor 1 Tim.5:17-19.
  • Zij die dienen hebben recht op onze steun, gebed en loyaliteit. (1 Thes.5:12) m.a.w. in gezelschap laat je ze niet zomaar vallen, maar je staat achter ze. (1 Thes.5:12)

Het is soms moeilijk om te accepteren dat de dingen in Gods gemeente anders gaan dan in de wereld. Wat in de wereld om ons heen normaal is, hoeft nog niet normaal te zijn in Gods Koninkrijk. Laat ons beseffen dat de Heer gehoorzaamheid van ons vraagt. Zoals in Mozes dagen de wolk van Gods tegenwoordigheid op de tabernakel, pas neerdaalde nadat Mozes precies elk voorwerp in de tabernakel gemaakt had, “zoals de Heer getoond had”, zo zal het in de gemeente zijn. (Ex.40:33, 34) Pas als we bereid zijn te gehoorzamen zal Gods heerlijkheid neerdalen en dat betekent: kracht tot genezing vervulling en herstel.

“Hij richtte de voorhof op rondom de tabernakel en het altaar, en hij hing het gordijn voor de poort van de voorhof op. Zo voleindigde Mozes het werk. En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid des Heren vervulde de tabernakel”

De haat van Jozefs broers.

Gen 37:4-11     Vanwege de liefde van Jakob haatte de broers van Jozef hem. (vers 4). “Toen zijn broeders zagen, dat hun vader hem boven al zijn broeders liefhad, haatten zij hem en konden niet vriendelijk met hem spreken”. Dit werd nog aangewakkerd toen Jozef zijn dromen begon te vertellen. Die twee dromen over de schoven die voor hem zouden buigen en ook hoe de zon maan en elf sterren voor hem bogen, wezen op het plan wat God met Jozef had, namelijk dat hij koninklijke macht zou ontvangen en dit gaf grote jaloersie bij zijn broers. Om dezelfde reden heeft men Jezus veracht. Jezus die zichzelf Gods zoon noemde, die zei van God gezonden te zijn. Jezus die met autoriteit de tempel reinigde van al die geldwisselaars en duiven verkopers. Jezus die Lazarus uit de doden opwekte, waardoor het volk hem navolgde. Uiteindelijk heeft dit geleid tot Jezus kruisiging, men had boven z´n kruis laten spijkeren “Koning der Joden”. De gemeente van de Heer zal op dezelfde wijze gehaat worden door haar broeders, zoals Jozef door zijn broeders. Het klinkt misschien vreemd maar onze grootste tegenstand komt van binnen uit. Juist wanneer alle schijnheiligheid en valse leringen aan de kaak gesteld wordt, zal bij sommige de haat toenemen. In Hand.20:30 staat hoe Paulus de Efeze gemeente waarschuwt dat uit hun midden mannen zullen opstaan die verkeerde dingen spreken en mensen met zich mee trekken. Paulus noemt die mannen grimmige wolven die de kudde niet sparen. Die grimmige wolven zijn er ook echt gekomen want in Openbaring 2:2 lezen we hiervan, maar in zin dat Jezus die gemeente prijst omdat ze die valse leraren ontmaskerd hadden. Het waren mensen die zeide apostelen te zijn maar het waren leugenaars. Ook vandaag neemt het aantal valse leringen om ons heen toe. Helaas is niet als wat Jezus predikt ook echt een dienaar van God.

Hier volgen enkele kenmerken waardoor wij kunnen zien wat waarheid en leugen is:

1. Elke nieuwe lering die niet getoetst kan worden aan Gods Woord, is een valse lering. Ook al beweerd men dat de leer zo nieuw is dat toetsing onmogelijk is en dat ook Jezus een nieuwe leer bracht. Deze argumenten zijn onzin, Jezus was het Woord Gods zelf dus kunnen wij ons daar onmogelijk aan meten.

Lees Openb.22:18,19  Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.

2. Elke leraar die zichzelf verheft als de enige leraar of die beweert het meer of beter te weten,  is onBijbels.

Want de Bijbel zegt: we kennen allemaal  “ten dele” en kunnen we alleen samen met “alle heilige” de liefde van Jezus kennen, die de hoogste kennis is. (1Kor.13:9 en Efeze 3:18)  God heeft dit zo gewild opdat we elkaar nodig zouden hebben.

(1 Kor.12:15-18) “Indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam? En indien het oor zeggen zou: omdat ik niet het oog ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort het daarom niet tot het lichaam? Als het lichaam geheel en al oog was, waar bleef het gehoor? Als het geheel en al gehoor was, waar bleef de reuk? Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild”.

3. Wanneer in een evangelische beweging mensen verheerlijkt worden, kan dit nooit van Gods Geest zijn. Want de Geest is uitgestort om Christus te verheerlijken en nooit mensen. Lees Joh.16:13-14  “..doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”.

4. Ieder Geest vervuld kind van God, heeft door de doop in de Heilige Geest, het geestelijk onderscheid gekregen, om valse leringen te onderkennen. In het verhaal van de vrouw met de waarzeggende geest (Hand.16:16-18), deed deze vrouw niets anders dan reclame maken voor de dienstknechten van God. Maar Paulus zag toch met een demonische geest te maken te hebben en dreef deze geest bij de vrouw uit. Paulus had duidelijk onderscheiding van geesten en dit is een gave van de heilige Geest (1 Kor.12:10).

5. Het is ook absoluut noodzakelijk om te zien naar de handel en wandel van hen die zeggen door God gezonden te zijn. Lees daarover in Matt.7:15-16 “Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen”. Mensen die de mond vol hebben van de Heer, maar God ongehoorzaam, kunnen onmogelijk nog geleid worden door de heilige Geest.

Want God geeft Zijn Geest alleen aan hen die Hem gehoorzaam zijn. (Hand.5:32).  Kijk uit voor zulke leraars, vroeg of laat zullen het valse leraren blijken te zijn.

Gen.37:11        Nu iets over de zonde van jaloezie. In vers 11 staat “Zijn broeders dan benijdden hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten”. De reden dat ze jaloers waren zat erin dat hij meer ontvangen had dan zij. Jozef ontving het pronkgewaad en daarnaast ook nog de dromen van God.

Jaloezie mag nooit voorkomen in het lichaam van Christus, de gemeente. Het is absoluut niet van God, als iemand de positie of taak van iemand anders begeert. Het lijkt soms anders, maar toch is het niet de mens die verhoogd of vernederd, maar het is God. Hij kan deuren openen of sluiten, situaties veranderen, zodanig dat wij de kans of gelegenheid hebben Hem te dienen. Begeer dan ook geen anderen plaats of taak, dan die God u vergunt. Luister naar wat Paulus zegt in Rom.12:3 “Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld”. God gebruikt ons naar de mate van genade die God ons geeft. Het is gevaarlijk om u een taak in de gemeente toe te eigenen als God het u niet heeft gegeven. Lees Gal.5:3 “Want indien iemand zich verbeeldt, dat hij iets is, en het niet is, dan vergist hij zich zeer”.

2 Kron.26:16-18          Koning Uzzia.
In 2 Kron.26 staat het verhaal van koning Uzzia, die toen het hem goed ging dacht ook wel de plaats van de priester te kunnen innemen en in de tempel reukwerk kon gaan ontsteken. Maar Uzzia werd melaats en leefde afgezonderd tot de dag van z´n dood. Er zijn mensen die net als Uzzia, de verkeerde eigenschap hebben, dat ze altijd iets willen zijn in de gemeente. Daarbij komt dat het nooit genoeg is, ze willen altijd meer en het liefste dat wat anderen doen. God schuift deze mensen langzaam opzij, Hij kan ze niet gebruiken. Vroeg of laat zullen ze de gemeente verlaten en weer naar de volgende gaan en vaak vinden ze nooit rust.

Wat is belangrijk voor God, niet de geweldige taak of bediening die we hadden, maar veel meer of we trouw waren. Lees Matt.25:23 “Zijn heer zeide tot hem: Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer”.

Mensen die misschien weinig gepresteerd hebben in de ogen van mensen, maar trouw waren in de eenvoudige taak die ze hadden, zullen meer loon ontvangen dan hen die veel schitterde in de ogen van mensen, maar niet trouw waren 

Jozef type Jezus. Gen.37:12-25   
“Eens waren zijn broeders heengegaan om de schapen van hun vader bij Sichem te weiden. Toen zeide Israel tot Jozef: Uw broeders weiden immers bij Sichem? Kom, ik wil u tot hen zenden. En hij zeide tot hem: Hier ben ik. Verder zeide hij tot hem: Ga toch en doe onderzoek naar de welstand van uw broeders en naar de welstand van de schapen en breng mij bescheid. En hij liet hem gaan uit het dal van Hebron en hij kwam te Sichem. Toen hij nu in het veld omdoolde, trof hem een man aan, die hem vroeg: Wat zoekt gij? En hij zeide: Ik zoek mijn broeders; vertel mij toch, waar zij weiden. Daarop zeide die man: Zij zijn van hier opgebroken, want ik heb hen horen zeggen: Laten wij naar Dotan gaan. Toen ging Jozef zijn broeders achterna en hij trof hen aan te Dotan. En zij zagen hem van verre. Maar voordat hij bij hen gekomen was, smeedden zij een aanslag tegen hem om hem te doden. Zij zeiden tot elkander: Zie, daar komt die aartsdromer aan. Nu dan, komt, laten wij hem doden en in een van de putten werpen, en laten wij dan zeggen: een wild dier heeft hem verslonden. Dan zullen wij zien, wat er van zijn dromen terechtkomt. Toen Ruben dit hoorde, wilde hij hem uit hun hand redden, en zeide: Laten wij hem niet doodslaan. Verder zeide Ruben tot hen: Vergiet geen bloed; werpt hem in deze put, die in de woestijn is, maar slaat de hand niet aan hem, met de bedoeling hem uit hun hand te redden en naar zijn vader terug te brengen. Zodra Jozef bij zijn broeders gekomen was, trokken zij Jozef zijn kleed uit het pronkgewaad, dat hij droeg. En zij namen hem en wierpen hem in de put; de put nu was leeg, er stond geen water in. Daarna zetten zij zich neer om te eten. Toen zij hun ogen opsloegen, daar zagen zij een karavaan van Ismaelieten aankomen uit Gilead, wier kamelen gom, balsem en hars droegen, op weg om dat naar Egypte te brengen”.

Voor dat God ons kan gebruiken moeten we bereid zijn onze wil prijs te geven. Wijding is, onze wil overgeven aan de Heer. Jozef´s woorden in Gen.37:13 spreken in profetisch zin hiervan, “Hier ben ik” zei jozef tot zijn vader. Het moet geen gemakkelijk taak voor Jozef geweest zijn dat zijn vader hem vroeg zijn broers te bezoeken. Hij wist dat ze jaloers waren en hem haatte. Maar hij deed het toch en hij is hierin dan ook een voorbeeld van de Heer Jezus Christus. Lees Hebr.10:7-9 “In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden.  Doch daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om uw wil te doen.” Jezus is ons in alles een volmaakt voorbeeld geworden, dus ook in de wijze waarop Hij Zijn wil offerde aan de Vader.

Jezus was zo overgegeven aan de wil van Zijn Vader dat Hij kon zeggen in Joh.4:34 “ Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen” Het doen van Gods wil gaf de Heiland zo´n voldoening dat zijn natuurlijke honger verdween. Dus het doen van Gods wil is veel meer dan alleen maar gehoorzamen. Het geeft ook intense voldoening, dus zegen. In Joh.5:30 staat dat Jezus zegt “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft” en in Joh.6:38 “Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft”.

Dit is ook voor ons het belangrijkste, bereid om te doen wat Hij van ons vraagt, dat maakt ons geschikt om Hem te dienen in één of andere taak. Het heeft in feite te maken met zelfverloochening.

Het kan ons ook soms in de moeilijkheden brengen. Het feit dat Jozef deed wat zijn vader hem vroeg en dat hij zei “Zie hier ben ik”, bracht Jozef in moeilijkheden. Het deed Jozef de haat van z´n broers opwekken en daardoor kwam hij in de put en werd hij later als slaaf verkoopt aan Potifar. In het huis van Potifar deed hij wat God van hem vroeg en was hij ook bereid de prijs daarvoor te betalen, hij kwam ten onrechte in de gevangenis (Gen. 39). Maar ook in die gevangenis staat er geschreven dat “God met hem was” (Gen.39:21) en deze weg bracht hem uiteindelijk op de troon. Zo is het met de gemeente van Jezus Christus, het doen van Gods wil zal soms een moeilijke weg lijken, maar het leidt wel naar de overwinning.

Wat betekent het doen van Gods wil praktisch?

·        Het liefhebben van mensen, terwijl feitelijk er genoeg reden is om het niet te doen. Eén van de wonderlijkste zaken in het leven van Jozef is, dat hij zijn broers nooit gehaat heeft, terwijl hij genoeg reden had. Hij haatte ze toch niet, zelfs toen ze later om brood kwamen vragen in Egypte. Toen had hij de kans om wraak over hen te nemen, maar hij deed het niet. Jezus geeft ons het gebod om elkaar lief te hebben (Joh.15:12), dus het is Gods wil. Je moet dus de mensen liefhebben, ook als je je aan ze ergert. Jozef werd gestuurd, door zijn vader, om zijn broers te zoeken, terwijl ze hem haatte. God stuurt ons naar elkaar toe, zelfs al zou er iets zijn.

·      Je wil verloochenen is ook, soms te willen afzien van gelijk te hebben. Jozef had gelijk, God had hem die dromen gegeven, daar konden z´n broers niets aan veranderen. Jozef had ook gelijk in het huis van Potifar, hij had de vrouw van Potifar niet verkracht en deed ook geen pogingen daartoe. Toch werd hij daarvan beschuldigd en in de gevangenis gezet. Zo is het met Jezus ook gegaan, Jezus was onschuldig en toch werd Hij als een moordenaar aan het kruis genageld. Maar Jezus verloochende zichzelf en zag van z´n gelijk af. Paulus zegt in 1 Kor.6:7 tot de Korinthiërs “Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Waarom laat gij u niet liever te kort doen?”. In feite behoeven wij als christenen ons gelijk niet te bevechten, God zal ons zo nodig rechtvaardigen.

·        Het betekent ook bereid te zijn je soms voor de ander te vernederen, want Jezus deed dat ook. Lees ook Filip.2:5-8 “Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd…”

Mensen die bereid zijn deze weg te gaan worden door God gebruikt.

De houding van Ruben.
Jozef was ook een type van Jezus, als hij opzoek gaat naar z´n broeders. Als hij ze uiteindelijk vindt zijn ze helemaal niet blij met z´n komst, in tegendeel, ze willen hem eerst doden maar omdat Ruben zich verantwoordelijk voelde voor z´n jongere broer, kwam hij tussen beide en voorkwam hij dat. Men stopte nu Jozef in een diepe put, Ruben stelde zelfs voor dat te doen, omdat hij dacht “dan heb ik tenminste de tijd om hem uit die put te halen en naar huis te brengen”. Het was natuurlijk voor Ruben ook moeilijk om openlijk aan de kant van Jozef te gaan staan en de handelwijze van zijn broers af te wijzen.

Jezus heeft in zeker opzichte hetzelfde meegemaakt. Hij kwam om het verlorene te zoeken, Hij kwam eerst tot het volk van Israël, maar de Bijbel zegt “Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen”. (Joh.1:11)

Uiteindelijk heeft men Hem gehaat en aan het kruis genageld. Ook in het verhaal van Jezus lijden waren er die als een Ruben, Zijn dood hebben willen voorkomen. Ik denk aan Petrus die zelfs het zwaard trok en het oor van de slaaf Malchus afsloeg. Hij dacht op die manier Zijn Heiland te hulp te moeten komen (Luc.22:47-53), maar wat veel beter was geweest was dat hij kleur had bekend en voor zijn Heiland was uitgekomen wat ook de gevolgen zouden zijn. Maar dat liet hij na, want in het gerechtsgebouw werd hij gevraagd of hij ook bij de Jezus hoorde en hij loochende het 3 maal (Luc. 22:54-62).

Dat was nu precies als Ruben, hij wilde z´n broer wel helpen maar toch ook niet zo dat hij zelf schaden zou leiden. Ruben heeft z´n les ook moeten leren. In Gen.42:22 lezen hoe Ruben wel degelijk last heeft gehad van z´n laffe houding, want als Jozef als onderkoning van Egypte vroeg Benjamin z´n jongste broer naar Egypte te brengen, dan zijn ze allemaal bevreesd en Ruben is bang dat dit Gods straf voor hen zal zijn. Later probeert hij het goed te maken bij zijn vader door de verantwoording voor de veilige terugkeer van Benjamin te nemen. Lees Gen.42:37. Maar Jakob vertrouwd zijn eerstgeboren zoon Ruben niet meer. Ruben was een halfslachtig iemand, die uiteindelijk zijn vader bedroog door overspel te plegen met zijn vaders bijvrouw. Lees ook de profetie van Jakob over zijn zoon Ruben in Gen.49: 3-4: 3  “Ruben, mijn eerstgeborene zijt gij, mijn sterkte en de eersteling mijner kracht, de voornaamste in hoogheid, de voornaamste in vermogen. Gij, die opbruist als water, gij zult de voornaamste niet zijn, omdat gij uws vaders bed beklommen hebt; toen hebt gij het ontwijd. Hij heeft mijn legerstede beklommen”. 

Bij Ruben moet ik denken aan Judas, die wel uitgekozen werd door Jezus, maar nooit de prijs heeft betaald voor het volgen van Jezus. Het volgen van Jezus kost ons een prijs, je zult soms kleur moeten bekennen en het gevolg zal zijn dat mensen je haten. Lees Joh.15:18-19

“Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld”.

Als kinderen Gods leven we niet onder de wet, het is niet zo dat we bijvoorbeeld kunnen zeggen, je mag niet naar feestjes of iets dergelijks. Nee het is heel anders, soms maakt de Heilige Geest ons duidelijk dat we de plaats waar we zijn moeten verlaten of dat we iemand moeten zeggen dat hetgeen hij of zij doet zonde is of dat we eerlijk moeten zijn ten koste van anderen of onszelf. Jezus heeft gezegd dat de Geest ons zal leiden in alle waarheid (Joh.16:13) en ook zegt Rom.8:14 dat kinderen Gods geleid worden door de Heilige Geest. In zo´n situatie kan de prijs zijn dat mensen zich aan je ergeren of dat men zelfs een hekel aan je krijgt. Ruben deed concessies, ik zeg u naarmate de komst van Jezus dichterbij komt zullen de tegenstellingen tussen hen die kost wat het kost Jezus volgen en hen die een compromis sluiten, toenemen. Het zal ook een steeds hogere prijs vragen om nog de z.g. ethische vraagstukken vanuit Gods Woord te blijven zien. Kijk maar eens hoe de wereld reageert als de Paus weer eens duidelijk zegt dat homofilie zonde is en hoe men ook in Nederland mensen voor de rechter daagt, alleen maar omdat ze Rom. 1: 26 citeerde. Als je dit soort dingen vast houdt krijg je soms vijanden. 

Maar het gaat nog dieper. Ruben was een broer van Jozef. In Luc.12:51-53 staat dat er verdeeldheid zal zijn in ´t gezin en ik geloof het kan ook gebeuren in een gemeente, want dat is ook een geestelijk huisgezin. Ik heb me altijd afgevraagd hoe het toch mogelijk is dat Judas z´n Heiland voor 30 zilverlingen kon verraden. Het kan toch nooit alleen de zucht naar geld geweest zijn, al zegt de Bijbel wel dat geld de geldzucht de wortel van alle kwaad is.

(1 Tim.6:10) “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord”.

Maar het moet toch meer geweest zijn, er groeide iets in hem en dat leer ik ook uit Joh.12:4-6 in het verhaal van de zalving van Jezus, waar hij commentaar gaf op de kostbare olie die de vrouw gebruikte om haar Heiland te eren: “Maar Judas Iskariot, een van zijn discipelen, die Hem verraden zou, zeide: Waarom is deze mirre niet voor driehonderd schellingen verkocht en aan de armen gegeven?  Maar dit zeide hij niet, omdat hij zich om de armen bekommerde, maar omdat hij een dief was en als beheerder der kas de inkomsten wegnam”.

Hier zien we de grote tegenstelling, deze vrouw die zich volkomen toewijdde aan Jezus, ze wilde Hem zo graag laten zien dat ze van hem hield, vandaar dat offer van die kostbare nardus-olie. Daar tegenover staat Judas, de schijnheilige, die alles wat te maken heeft met een schijn christendom symboliseert. Dat zijn mensen die niet oprecht zijn, in die mensen groeit iets, ze gaan zich ergeren aan anderen die de Heer groot maken. In de eindtijd zal die scheiding alleen maar toenemen, er zullen tenslotte zowel wijze als dwaze maagden zijn. Ik geloof nog steeds dat het moegelijk is dat de christenen in Europa nog iets van die christen vervolging zullen meemaken, maar dan door de Judassen of de Rubens van de gemeente van Jezus Christus. De Bijbel heeft het heel duidelijk over schijn-christenen. De zeven brieven van Openbaring 2 en 3 geven een globaal overzicht van de geschiedenis van de gemeente, door alle eeuwen heen en op verscheidene plaatsen in die brieven vind ik die schijngelovigen terug: lees maar:

Openb.2:2/9 “…hen op de proef gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij hen leugenaars hebt bevonden, “ “…en de laster van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, doch het niet zijn, maar een synagoge des satans”.

Openb.2:14/20 “ Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat gij daar sommigen hebt, die vasthouden aan de leer van Bileam,…” “Maar Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izebel laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te hoereren…” 

Openb.3:1/9 “En schrijf aan de engel der gemeente te Sardes: Dit zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood”. “Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen;”
Tenslotte heeft de Bijbel het over een “grote hoer”, daarmee wordt bedoeld een verzameling van alles wat vals en onecht is. Deze hoer wordt gezien, weelderig gekleed, versierd met edelstenen en goud. Maar dat is alleen maar uiterlijk, van binnen is ze vol ongerechtigheid, leugenachtig en onecht. Dit wordt gesymboliseerd door een gouden beker die in haar hand is en die van binnen vol van gruwelen is. Daar heb je het kenmerkt dan weer: van buiten goud, maar van binnen onrein en dat is niets anders dan schijn en onecht.

Lees Openb.17:4 “En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij”.

Het ergste komt nog, deze vrouw was dronken van het bloed van de heiligen. Hier wordt rechtstreeks geprofeteerd over een christen vervolging door de Judassen of Rubens van de eindtijd.

Openb.17:6 “En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus”.

Gelukkig zal er ook een Bruid van Christus zijn, een rechtstreekse tegenpool van deze valse bruid. Zij alleen ontvangt straks een geopende deur, lees Openb.2:8 en deze deur is niets anders dan de deur van de bruiloft van het Lam. Dan niet iedereen daar aan deel zal hebben wordt ons ook duidelijk uit de gelijkenis van Jezus in Matth 22:11-13,

“Toen de koning binnentrad om hen, die aanlagen, te overzien, zag hij daar iemand, die geen bruiloftskleed aanhad. En hij zeide tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier gekomen zonder bruiloftskleed? En hij verstomde. Toen zeide de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars”.

In ieder geval zal een bruilofskleed nodig zijn en dit wijst op een diepe bekering en wedergeboorte.

Gods zoekende liefde. (Gen37:16) Jacob zond Jozef naar zijn broers en meende dat ze te Sichem waren. Later vindt hij ze daar niet maar wel te Dothan.

Zoals alles betekenis heeft in de Bijbel geldt die ook hiervoor. Sichem is een plaats met een geschiedenis. We lezen drie maal op bijzondere wijze over Sichem.

·        God verscheen aan Abraham voor eerst te Sichem, Hij gaf hem daar de belofte van het nieuwe land wat Hij hem zou geven en Abraham bouwde daar de Here een altaar. Gen.12:7

·        Jakob koopt later die grond te Sichem, vlak nadat hij zich verzoend heeft met zijn broer Ezau. Gen.33:18-20

·        Jakob begraaft later alle afgoden onder de Terebint te Sichem, vlak voordat hij terugkeert naar Bethel. Gen.35:4.

Deze drie aanwijzingen doen ons denken aan Golgotha. Daar wil God ook ons ontmoeten (net als Abraham), daar kocht de Heer ons met Zijn bloed, zoals Jakob die grond en daar hebben we onze zonden beleden en het oude leven begraven, zoals Jakob de afgoden.

Zoals Jakob zijn zoon Jozef stuurde om de andere zonen te Sichem te ontmoeten, betekent dit: zo zond God Zijn Zoon Jezus in deze wereld en verlangt Hij de zondaar te ontmoeten bij het kruis. 

Laat ons even nadenken over de bijzondere woorden die Jozef antwoordde op de vraag “Wat zoekt gij?”, hij antwoordt dan “Ik zoek mijn broeders”. In profetisch perspectief  zien we hier de zoekende liefde van onze God, die ons eerst heeft lief gehad, voordat wij Hem lief hadden. (1 Joh.4:19) het initiatief was niet bij ons maar bij de Heer, Hij heeft ons lief, Hij zocht ons op en niet wij Hem. Als we terug gaan naar de eerste bladzij van de Bijbel, dan komen we die zoekende liefde van God al direct tegen. We lezen daar over de schepping, God schiep de hemel en de aarde en ik geloof God kan alleen volmaakte dingen scheppen. Maar daarna lezen we dat de aarde woest en ledig was en er was duisternis. Er moet dus iets  gebeurd zijn wat de schepping vernield heeft en algemeen denkt men hier aan de val van Lucifer, de satan die eerst een aartsengel bij God was en uit de hemel gestoten werd omdat hij God wilde zijn. Maar God liet daarna de wereld niet aan z´n lot over, maar er staat hier “ en de Geest Gods zweefde over de wateren” (Gen.1:2b) In de grondtekst is zelfs sprake van broeden in plaats van zweven. God was opnieuw bezig om dat wat stuk was en vernield, weer te herstellen. Deze lijn komen we in de gehele Bijbel tegen, ook bijvoorbeeld als de mens in zonden valt. God zoekt de mens weer op, na de zondeval lezen we in Gen.3:9 “..en de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: waar zijt gij?” God was opzoek naar de mens die gevallen was en bood hem daarna ook een uitweg uit hun probleem. In Gen 3:21 staat hoe God klederen maakte voor de mens, vellen van dieren, daar heeft dus bloed gevloeid om de mens z´n naaktheid te bedekken. Eens zou het bloed van Jezus vloeien om onze geestelijke naaktheid te bedekken. God zocht ook Israel op, ook toen ze door ongehoorzaamheid ver van Hem verwijderd waren. God moest neerdalen hoog op de berg Sinai, terwijl het volk beneden aan de voet van de berg bleef. Maar God wilde die afstand niet, vandaar dat Hij tot Mozes zei om een tabernakel te bouwen en in Ex.25:8 staat “..en Ik zal in hun midden wonen”. God was opzoek naar Zijn volk dat Hij lief had. Denk ook aan dat prachtige beeld van de hogepriester die de borstlap moest dragen met de 12 edelstenen en daarop alle namen van de stammen Israëls. Het doel daarvan lezen we in Ex.28:29 “Zo zal Aaron de namen der zonen van Israel in het borstschild der beslissing op zijn hart dragen,..” God wilde als het ware zeggen tot Israël, “Ik draag jullie op m´n hart”. God was opzoek naar Zijn volk, Zijn hart klopte voor hen, ondanks hun murmureren en hun hoereren. Lees ook de prachtig woorden in Ezech.16 , God die zich ontfermen wil over Zijn volk.

Dat Jozef opzoek was naar zijn broers, wijst in profetisch type naar Jezus die ook eerst kwam voor Israël. De zonen van Jakob waren later de stamvaders van Israël. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat God de heidenvolkeren zou overslaan, ook zij zouden deel hebben aan de genade Gods, want God heeft de wereld lief (Joh.3:16). Maar God verlangde zich toch eerst aan het volk van Israël bekend te maken, om daarna via hen de wereld te zegenen. Dit wordt ons o.a. getoond in het bekende verhaal van de Syrofenicische vrouw die bad om de genezing van haar bezeten dochter. (Marc.7:24-30). Jezus antwoordde haar als volgt: “Laat eerst de kinderen verzadigd worden want het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen”. De kinderen was Israël en de honden de heidenen, maar de vrouw liet zich niet afschepen en zei: “Zeker, Here, de honden eten immers ook onder de tafel van de kruimels der kinderen”. Dit antwoordt was genoeg voor de Heer om haar te geven waar ze om bad. Maar hieruit zien we wel dat Jezus eerst voor Israël was gekomen, maar “de zijnen hebben Hem niet aangenomen” (Joh.1:11) en dat is vandaag nog zo. Laat ons niet vergeten dat vele orthodoxe Joden  gewoon “antichristelijk” zijn. Daarom geloof ik, dit volk zal nog een moeilijke weg gaan, men zal eerst de “antichrist” aannemen als de komende Messias, in de plaats dus van Jezus. In Joh.5:43 heeft Jezus gezegd“Ik ben gekomen in de naam mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; indien een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemen.“ Die ander is niemand anders dan de antichrist waarvan ook 2 Thes.2:3,4 spreekt: “want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.”  

Dit is het moment waarop de Joden zullen inzien bedrogen te zijn. De Bijbel heeft het over een massale vlucht, als de antichrist “op de heilige plaats” zal staan. Mat.24:15,16

“Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op) laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.”  Die heilige plaats is niets anders dan Israëls heiligdom. God is echter nog steeds “op zoek” naar Zijn volk. Hij zal ze niet aan hun lot overlaten, maar Jezus zal vlak voor zijn wederkomst, zichzelf aan hen bekendmaken zonder tussen komst van mensen en dit vinden we ook wonderlijk terug in Jozefs geschiedenis, lees Gen.45:1-3 “Toen kon Jozef zich niet langer bedwingen voor allen die bij hem stonden, en hij riep: Laat allen van mij weggaan. En daar stond niemand bij hem, toen Jozef zich aan zijn broeders bekend maakte. Daarop brak hij uit in luid geween, zodat de Egyptenaren en Farao’s huis het hoorden. En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ben Jozef;  “

Dan zal Israël onder luid geween zich bekeren tot de ware Messias Jezus. (Vergelijk ook Zach.12:10)

We leven dichterbij deze gebeurtenissen dan menigeen denkt. Dat verstaan wij o.a. uit het feit dat Jeruzalem in huidige tijd steeds meer een “steen des aanstoots wordt” Lees wat Zach.12:3 daarvan zegt.

Men zal zich nog aan Jeruzalem vertillen zegt de Bijbel  en dit zijn tekenen die ons vertellen hoe ver we in de tijd zijn.

Aan de andere kant moeten we niet doorvloeien zoals sommigen, als of God alleen maar oog zou hebben voor Israël. In het verhaal van Jozef wordt Israël voorgesteld als Jozefs broers, maar vergeet niet dat Jozef een Egyptische vrouw huwt genaamd Asnath Gen.41:45. Deze Egyptische is het beeld van de gemeente uit de heidenen en dit wijst naar ons, kinderen Gods gewassen door Jezus bloed die Hij maakt tot Zijn geliefde Bruid en die Hij nodigt met Hem zelfs in de troon te zitten. (Openb.3:21) Dit is onvoorstelbaar, maar waar en ook u mag daarbij horen. In deze tijd mag de gemeente Bruid zijn, maar straks zal ze vrouw des Lams zijn (Openb.19:7) d.w.z. Jezus zal zich voor eeuwig verbinden met Zijn gemeente, zoals in een huwelijksband. Daarom dat Paulus uitroept in Rom.11:33

“O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!”

Waarom God de put toeliet. (Gen.37:18-25)
Sommige mensen hebben een verkeerd beeld van het christen leven. Ze denken dat het christen zijn betekent, constante blijdschap en nooit verdriet. Mocht er dan toch verdriet zijn, dan is het ondenkbaar dat dit door God zou zijn toegelaten. Maar in de praktijk weet iedereen dat het anders is. Als de Bijbel zegt in Filip.4:4 “Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! “ dan wordt er niet bedoeld dat we nooit bedroeft kunnen zijn, maar wel dat God ons de kracht wil geven door onze tranen heen te lachen. Maar daarom kan het best nog wel eens moeilijk voor ons worden en God laat het ook toe. Laat ons niet vergeten dat toen Israël verlost werd uit Egypte had God hen direct via een korte weg naar het beloofde land kunnen brengen, maar de Heer koos er voor om dit volk 40 jaar door een hete woestijn te laten zwerven. (Lees Ex.13:17,18) Deze weg hadden ze nodig, omdat ze anders niet voldoende gevormd waren door de Heer, om op God te vertrouwen voor de overwinning over de Kanaänieten die leefden in het beloofde land. Op dezelfde manier vond God het nodig dat Jozef die lijdensweg zou gaan, via de put waarin hij gegooid was door z´n eigen broers die hem haatte, via als een slaaf verkocht te worden, onrechtvaardig in de gevangenis etc naar de troon. Deze lijdensweg was nodig voor zijn vorming, om later die onder koning te kunnen zijn in Egypte.

Daar is nu eenmaal ook een prijs te betalen, wanneer we Jezus willen volgen. In Jezus dagen was er een grote schare die Hem volgden en dat was te begrijpen. Als je bij Jezus was dan gebeurde er wonderen, Hij genas de zieken en vermenigvuldigde brood om een grote schare te voeden. Jezus liep voorop en de schare volgde en toen stopte Hij plotseling en keerde zich en zei toen die belangrijke woorden: Lees Luc.14:26, 27 “Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn.”

Met haten bedoeld de Heer hier, achterstellen t.o.v. Hem, Hij moet met andere woorden de belangrijkste voor ons zijn. Daarna zegt Hij er achteraan in vers 28“Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen?”  De Heer wil zeggen, denk er eerst eens even goed bij na, wil je dit wel, wil je deze prijs wel betalen. Jezus volgen betekent dus dat er lijden zal komen, de put van Jozef kan ons in geestelijk zin ook overkomen. Luister maar:

Rom.8:17 “….immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking…

Rom.8:35 – 36 “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen”.

1Petr.2:20-24 “Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dat is genade bij God. Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden..”

1Petr.5:10…Hij zal u, na een korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten..”. 

Lijden heeft het volgende doel:

1.                  God vormt ons karakter in de smeltkroes van lijden. In Joh.15:2 staat dat de landman de wijnrank snoeit, zodat deze meer vrucht zal dragen. In Joh.12:24-26 staat dat het tarwegraan eerst moet sterven voor het vrucht kan dragen. Er is dus geen vrucht mogelijk zonder pijn. Wij moeten bereid zijn ons eigen ik in de eerste plaats te offeren en dat kost pijn. Dat Jezus de voeten wies van Zijn discipelen (Joh.13) is voor ons een voorbeeld, Zijn voorbeeld navolgen kost ons wat.

2.                  God laat lijden toe om ons sterker te maken. Goud en diamant wordt gevormd onder grote druk Een boom zal in vochtige grond zijn wortels niet zo diep uitslaan als in droge grond. In droge grond zullen de wortels dieper op zoek gaan naar water. Ook wij zullen in tijden van put periodes meer naar de Heer gaan. God leidde Israël niet langs de kortste weg naar het beloofde land, maar Hij stuurde ze via een omweg van 40 jaar. (Ex.13:17,18) Maar God vergist zich niet, ze hadden die leerperiode van 40 jaar absoluut nodig.

3.                  God laat ook lijden toe, opdat we Jezus zullen leren kennen. Want je kunt Jezus nooit alleen maar kennen in makkelijke dagen zonder strijd. Juist in het dal zullen we ontdekken dat Hij een wonderbare trooster is en een helpen groot van kracht. Paulus zegt in Fil.3:10 “Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden”.   Als een mens niets heeft meegemaakt, dan is het te goedkoop om te zeggen: “Jezus is overwinnaar”. Het is anders als je kunt zeggen met Paulus: “…gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, ….maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad”. Rom.8:36,37.

Om die reden liet God het toe dat Jozef inde put terecht kwam, ook hij moest gevormd worden. De weg van Jozef ging niet direct naar de troon, God had dat ook zo kunnen leiden. Maar de Heer deed op Zijn speciale manier, via de put, de gevangenis en uiteindelijk de troon.

De Put in de Bijbel heeft verschillende betekenissen. In Openbaring 9:1,2 lezen we van de Put des afgronds, waaruit gedrochten voortkomen die ons aan demonen doen denken. In Jer.38 lezen we hoe Jeremia in de put werd gestopt door koning Zedekia, omdat hij de waarheid sprak en men daar kennelijk niet tegen kon.

In ieder geval spreekt de put in de voorbeelden om een demonische plaats. Jezus was in de put des doods in de hof van Gethsemanee (Luc.22:39-46). Daar was Hij dodelijk beangst, verlaten door Zijn dierbaarste discipelen, ze sliepen allemaal toen Hij hun steun het meest kon gebruiken. Ook ons kan het overkomen, met één verschil, Jezus was alleen tot aan het kruis maar wij zullen nooit alleen zijn. Hij is altijd bij ons, tot in de diepste put.

Jozef wordt verkocht.
Dit is het einde van een proces van verharding en de belangrijke vraag: “kan een kind van God door satan bezet worden?”.

Gen.37:25-30 “Toen zeide Juda tot zijn broeders: Wat voordeel is erin gelegen, wanneer wij onze broeder doden en zijn bloed verbergen? Komt dan, laten wij hem aan de Ismaelieten verkopen, doch laten wij niet de hand aan hem slaan, want hij is onze broeder, ons eigen vlees. En zijn broeders gaven daaraan gehoor.  Toen Midjanitische mannen, kooplieden, voorbijgingen, trokken zij Jozef omhoog, haalden hem op uit de put en verkochten Jozef voor twintig zilverstukken aan de Ismaelieten; en dezen brachten Jozef naar Egypte.  Toen Ruben bij de put kwam, zie, Jozef was niet in de put. En hij scheurde zijn klederen, keerde naar zijn broeders terug en zeide: De knaap is er niet, en ik, waar moet ik heen?” 

Jozef werd verkocht en dit is rechtstreeks een profetie over Jezus die ook verkocht is door Judas en wel voor 30 zilverstukken (Matth.26:14-16)
“Toen ging een van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, naar de overpriesters,  en hij zeide: Wat wilt gij mij geven? Dan zal ik Hem u overleveren. En zij stelden hem dertig zilverlingen ter hand.”

De prijs verschilde wel, Jozef werd voor slechts 20 zilverstukken verkocht, maar Ex.21:32 leert ons dat de prijs van een volwassen slaaf 30 zilverstukken was. Bij Jozef ging het echter om een jongen van 17 jaar en niet om een volwassen slaaf, vandaar het prijs verschil.

Kennelijk was de haat van de broers van Jozef zo intens dat ze er niet voor terug deinsde om Jozef te verkopen. Ruben heeft het dan wel geprobeerd de dood van Jozef te voorkomen, maar als slaaf verkocht worden was in die dagen bijna gelijk aan een wisse dood. Het is hoe dan ook een bijzondere genade Gods dat Jozef daar uit gekomen is.

Je kunt je afvragen “hoe is het ooit zo ver gekomen dat men in staat was om hun eigen broer te verkopen en ook hun vader dat enorme verdriet te doen”? Dit kan nooit iets zijn van het moment, nee er moet een proces van verbittering en verharding aan vooraf gegaan zijn.

Alles in Gods koninkrijk is in feite in beweging. Er bestaat eenvoudig geen echte stilstand. Of je groeit in ´t kennen van Jezus en je verandert meer naar Zijn karakter of je groeit in geloof, liefde en aanbidding of je staat stil en dus neemt je af, want stilstand betekent automatisch achteruitgang.

Ook zonden groeit, lees hiervoor Openb.22:11 “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; en wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.” 

Zo spreekt Jezus ook over de hardheid van het hart, o.a. in verband met de echtscheiding, lees Matth.19:8 “Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten….”   Jezus zegt hier in feite, “omdat je halsstarrig niet wilde luisteren”. Vandaag zijn die mensen er ook, men is dan ongevoelig voor Gods Woord en de werking van Gods Geest (Matth.13:14), men hoort niet meer wat er gepredikt wordt. Gelukkig kan God het hardste hart nog openen voor Zijn Woord, maar soms is er wel een geestelijke aardbeving nodig.

Deze toestand is ook niet zomaar iets van het moment, maar het einde van een lang proces van verharding.

Daarom is het beter direct te luisteren, voordat die verharding intreedt. Lees Hebr.3:7, 15 en 4:7.”Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet…” 

De broers van Jozef waren zo verhard, dat alles wat Ruben zei, niets meer uitwerkte. De haat was begonnen met jaloersie en ergernis, dit is als een plant wat uitgroeit en wat als vrucht heeft haat. Als deze vrucht rijpt komt er verbittering en verharding. Dan is men doof en blind voor het Woord van vergeving en vernedering. Vandaar dat de broers van Jozef instaat waren om zelfs hun broer te verkopen.

In de Bijbel zijn er meer voorbeelden van mensen die zo verhard waren dat ze niet meer bereikbaar waren.

·        Ezau verkocht zijn eerstgeboorterecht uit onverschilligheid. (Hebr.12:16) “Laat niemand ….zijn, of onverschillig als Esau, die voor een spijze zijn eerstgeboorterecht verkocht.” Ook dit was niet zo maar, maar de uitkomst van een lang proces van afwijzen en verharding. Later schreeuwde hij om de zegen van dit geboorterecht, maar hij was te laat. (Gen.27:38,39) Straks zullen bij de grote wegname van de gemeente, sommigen achterblijven. Matth.24: 40-42 “Dan zullen er twee in het veld zijn, een zal aangenomen worden en een achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, een zal aangenomen worden, en een achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.”   Ook deze mensen zullen wroeging hebben en ook hier sprake van een proces van verharding.

·        Een ander voorbeeld is Judas, die geroepen was tot apostel (Luc.6:16) uitgestuurd om te prediken. Na alles gezien en gehoord te hebben van Jezus en ook diverse malen gewaarschuwd te zijn, verhardde hij zij hart toch en de Bijbel zegt dat de duivel in hem voer. (Joh.13:2 en 26).

Iemand die door satan bezet is, heeft geen controle meer over zichzelf en wordt door satan gedwongen te zondigen. Om die reden konden de broers van Jozef hem, zonder enig mededogen, verkopen. Ook Judas was plotseling instaat om zijn Heiland en Heer aan de vijand te verkopen voor een slavenprijs.

Nu kan men zich gerust afvragen: “kan dat wel, kan een kind van God bezet worden door de duivel”? Het antwoord is helaas “ja”, maar nooit zomaar, het kan nooit zonder dat we satan zelf toegang verlenen. Wanneer we willens en wetens ons blijven verzetten tegen de Heer, zijn we altijd op een gevaarlijke weg. Bijvoorbeeld, de Farizeeën en Schriftgeleerden in Jezus dagen, zagen de wonderen en hoorde Jezus woorden, maar ze blijven zich willens en wetens verzetten (Matth.12:22-32)

Daar staat tegenover dat een kind van God wat oprecht leeft met de Heer, absoluut niet bang hoeft te zijn om door de duivel bezet te worden. Dan kunnen we wel aangevallen worden door satan, maar we blijven onder de bescherming van de Jezus. Mensen die dicht leven bij Jezus, worden juist steeds meer vervuld van Hem en niet van satan. Dan hoeven we niet te vrezen, maar we hebben juist de macht om satan te weerstaan. 1 Petrus 5:8,9 “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof….”

Hoe kunnen we bevrijd worden, wanneer we bemerken dat we door de satan bestuurd worden.

1.      Onderzoek uzelf, waar is het begonnen, wat is de oorzaak van het probleem. Waar hebben we de deur open gezet voor de vijand. Als we het gevonden hebben, bekeer u daarvan. Luister naar Openb. 2:5 “Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe weder uw eerste werken”. 

2.      Zoek iemand in uw omgeving of gemeente die met u bidden kan. Iemand die vervult is met de heilige Geest en inzicht heeft in deze dingen. Vaak is het openlijk belijden van de dingen die fout gegaan zijn nodig, om tot een volledige bevrijding te komen. Lees Jac.5:16  “Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt”.  

3.      Sluit de deur definitief voor satan. Hou er rekening mee dat satan altijd terug zal  keren en weer opnieuw zal proberen ons in bezit te nemen. Lees Matth.12:43, 44 “Zodra de onreine geest van de mens is uitgevaren, gaat hij door dorre plaatsen om rust te zoeken, maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren”. Er is maar één mogelijkheid om satan echt buiten de deur van ons leven te houden en dat is dagelijks gebed en het lezen van Gods Woord.

4.      Zoek ook steeds het contact van de gemeente en het gezelschap van andere kinderen Gods. Daardoor zal het ons gemakkelijker vallen om met de Heer te leven. Vooral in de diensten worden we geestelijk gevoed en ervaren we de reinigende kracht van het Woord.

5.      Blijf belijden dat u absoluut vrij bent door Jezus. De negerslaven waren plotseling vrij, door de afschaffing van de slavernij, maar hun meesters en slavendrijvers lieten hen niet zomaar gaan, ze moesten hun vrijheid gewoon nemen. Dat is wat we moeten doen, laat u niet weer binden, de Bijbel zegt: Gal. 5:1 “Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.”                                                                                                                                                                     

Gen.37:31-36 “Toen namen zij Jozefs kleed, slachtten een geitebok en doopten het kleed in het bloed. En zij lieten het pronkgewaad aan hun vader brengen met de boodschap: Dit hebben wij gevonden; zie toch, of dit het kleed van uw zoon is of niet.  En hij herkende het en zeide: Het is het kleed van mijn zoon; een wild dier heeft hem verslonden; Jozef is stellig verscheurd.  En Jakob scheurde zijn mantel, deed een rouwgewaad om zijn heupen en treurde lange tijd over zijn zoon.  Al zijn zonen en al zijn dochters deden hun best hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Neen, rouw dragend zal ik tot mijn zoon in het dodenrijk neerdalen. En zijn vader beweende hem. De Midjanieten nu verkochten hem naar Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, de overste der lijfwacht.

Ik wil nu eerst de situatie schetsen die hier is ontstaan. Jakob meende dat Jozef dood was en daarna is hij niet meer te troosten. Er staat dat zijn zonen hun best deden om hem te troosten maar helaas lukte dat niet. Jakob weende over zijn zoon Jozef en hij bleef wenen, hij was ontroostbaar jaar in en jaar uit. Men zag ´t diepe leed wat de man droeg elke dag en dat terwijl ze wisten dat ze hun vader hadden voorgelogen. Jozef was niet dood en verscheurd door een wild dier. Maar niemand had de moed om hem de waarheid te zeggen en dus liet men hem in die waan. Deze leugen had dus zeer dramatische gevolgen. Als ik er over nadenk, dan zie ik een geestelijk lijn. Er is een verband met wat Jakob zelf in z´n leven had meegemaakt. Ook hij had immers zijn vader bedrogen, ook toen was er een geitenbokje geslacht en had hij op aanraden van zijn moeder de huid van ´t dier om z´n armen gedaan, opdat zijn vader als hij hem zou betasten zou denken dat het Ezau was. Izaäk was blind en dacht inderdaad Ezau voor zich te hebben en dus zegende hij hem met de zegen van het eerstgeboorterecht (Lees Gen.27:21-29 en 30-35).

Natuurlijk heeft God ondanks dat dit gebruikt om Zijn plan met Jacob te volvoeren, maar het neemt toch niet weg dat hier sprake was van een leugen en de zonde vindt Jakob later in z´n eigen leven bij herhaling weer terug.

·        Eerst wordt hij bedrogen door zijn oom Laban, met Rachel en Lea. (Gen.29:15-30). Hij had zeven jaar gewerkt voor zijn oom en deze beloofde hem zijn dochter Rachel. Jakob hield van Rachel, maar toen hij met haar dacht te trouwen, huwde hij Lea en moest opnieuw zeven jaar werken voor Rachel.

·        In Gen.37 wordt hij opnieuw door zijn zoons bedrogen, als zij het kleed van Jozef in het bloed van een dier dopen en hem laten geloven dat Jozef dood is.

·        Tenslotte bedriegt Ruben, zijn oudste zoon hem nogmaals, door met een van zijn bijvrouwen te slapen (Gen.49:3,4).

In de eerste plaats moeten we blijven vasthouden dat God onze zonden vergeeft en Hij gedenkt ze niet meer (Ps.103:10-12). Maar dat betekent niet dat onze zonden nooit gevolgen zouden kunnen hebben. Het klinkt wat vreemd en daarom wil ik het uitleggen, hoe bedoel ik dat? Wel, de Bijbel zegt ook in Gal.6:7,8

“Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie op de akker van zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.”

·        Ik denk van het bedrog van Jacob, die zijn blinde vader voor loog, dat deze zonde niet op zichzelf staat, er volgt meer. Nergens lees ik dat Jakob daar ooit op terug komt, het zat kennelijk in zijn karakter.

·        vandaar ook de betekenis van zijn naam, hetgeen wil zeggen “bedrieger”.

·        vandaar ook dat God toeliet dat hijzelf  bedrogen werd, door zijn oom laban en door zijn zoons.

·        vandaar ook dat Jakob moest worstelen met de man Gods aan de Jabok (Gen,32:22-32).

Die worsteling was er niet zomaar, God was met Jakob bezig en door die worsteling veranderde er ook iets bij Jakob. Zijn naam veranderde daar in Israël hetgeen betekent “Vorst des Heren”, maar het was meer als alleen zijn naam verandering. Hij was zelf veranderd, vandaar dat hij na die worsteling in staat was zich met zijn broer Ezau te verzoenen.

Wat ik met dit alles wil zeggen is het volgende, een kind van God wat willens en wetens zondigt, zondigt nooit goedkoop. Het gaat hier dus duidelijk om zonden die we willens en wetens doen en niet om de dagelijkse kleine fouten die we maken. Een kind van God wat willens wetens zondigt kan soms geconfronteerd worden met de gevolgen van die zonde.

Bijvoorbeeld:

·        iemand die willens en wetens een ongelijk juk aangaat met een ongelovige, een huwelijk met iemand die de Heer niet wil dienen. De Bijbel zegt het zo: “Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?  Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine (6-18a) en Ik zal u aannemen, En Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige”.

God wil ons altijd genadig zijn, maar toch kunnen de gevolgen van zonden pijnlijk zijn, want een kind van God zondigt nooit goedkoop.

Het belangrijkste is dat we open en eerlijk zijn. De leugen is één van de zonden die ´t meest onderschat wordt.

Maar God is licht (1 Joh.1:5) en in Hem is geen duisternis. Jezus nooit zichzelf de waarheid en het is zeker dat God de leugen haat. Wij zullen de leugen ook moeten haten. Wat is liegen?

·        Uiteraard, iets zeggen wat niet waar is.

·        Maar ook je anders voor doen dan je feitelijk ben.Dit is huichelen (Lees Mat.6:16 en 7:15)

·        Ook de ander in de waan van de leugen laten. Je weet dat de indruk die de ander van iets heeft verkeerd is, maar je doet niets om deze leugen te ontmaskeren. Denk aan de broers van Jozef die hun vader in de leugen lieten geloven, dat Jozef door een wild dier verscheurd was.

·        Een halve waarheid is een hele leugen. (Gen 12:13) Denk aan Abraham die Sara liet zeggen dat ze zijn zuster was. Omdat hij bang was dat Farao haar zou wegnemen en hem zou doden. Dit was een halve waarheid, want Sara was zijn half zuster, maar ook zijn vrouw.

Wat moeten doen als we last hebben van onwaarheden en halve waarheden. Belijd het aan de Heer . Als we onze zonden oprecht belijden dat vergeeft Hij en Hij reinigt ons, Hij rukt de zonden met wortel en al uit (1 Joh.1:8,9).

Plaats een reactie