Jezus, de grote Ik Ben

Samenvatting: namen van Jezus in het Johannes Evangelie.

Punt 1 – Het brood des Levens.
Joh.6:35 ‘Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.’

 

Punt 2 – Het licht der wereld.
Joh.9:5 ‘Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld.’

 

 

Punt 3 – De goede Herder.
Joh.10:11 ‘Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.’

 

Punt 4 – De deur van de schaapskooi.
Joh.10:7,8,9 ‘Jezus zeide dan nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. Allen, die voor Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.’

 

Punt 5 – De opstanding en het leven.
Joh.11:25 ‘Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.’

 

 

Punt 6  – De weg de waarheid en het leven.
Joh.11:6 ‘Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ 

 

 

Punt 7  – De ware wijnstok.
Joh.15:1,2 ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage.’