De Bijbelse Waterdoop

Waarom moeten we ons laten dopen?

Bij het beantwoorden van deze vraag is zowel een kort als lang antwoord te geven.
a. In het kort kunnen we zeggen, wij moeten ons (in aansluiting op onze bekering) laten dopen omdat er een bevel tot dopen is in Gods woord.
Lees Matt.28:19 “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes

Hand.2:38 “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”.

Marc.16:16 “Wie gelooft en zich laat dopen zal behouden worden”

Wij zijn soldaten in Gods leger. Een soldaat is waardeloos voor de strijd als hij niet heeft geleerd onvoorwaardelijk te gehoorzamen. Zo is het ook met ons. Wij moeten ons laten dopen, omdat we de Heer onvoorwaardelijk gehoorzaam moeten zijn. Daarbij gaat het nog niet eens in de eerste plaats om, of we alles al verstaan of begrijpen. Het gaat er alleen maar om “zijn we echt bekeerd en willen we God gehoorzamen”. Een echte bekering bewijst zich ook door de bereidheid tot gehoorzamen. Joh.3:36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”. Mensen die bewust de Heer ongehoorzaam blijven zijn niet echt bekeerd en moeten niet verwachten dat de Heer hen overvloedig zal zegenen.

b. Op de vraag, waarom moeten we ons laten dopen, is ook een uitgebreider antwoord mogelijk. Dan gaat het meer om de betekenis van de doop. Als de Bijbel spreekt over dopen, dan wordt er in het grondwoord altijd het woord “Baptizo” gebruikt. Dit woord betekent: indopen, helemaal nat maken, onderdompelen of ondergaan. Er staat dus letterlijk in Hand.2:38 “bekeert u, laat u onderdompelen (=dopen)”.

De betekenis van dit woord leert ons afdoende wat God met dopen bedoeld. Het kan dus nooit besprenkelen zijn, wat hier bedoeld wordt. Petrus leert ons ook, dat wij geroepen zijn om de voetstappen van Jezus na te volgen. (1 Petr.2:21)” Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden”.

Dat geldt zeker ook voor de doop. Jezus is ons in alles het volmaakte voorbeeld geworden en Hij leert ons in Joh.13:15 dat wij Zijn voorbeeld zouden navolgen. Als ik dus wil weten hoe ik gedoopt moet worden, dan moet ik kijken naar Jezus. Nu, Johannes doopte niet door besprenkelen, want hij had veel water nodig staat er in Joh.3:23. Jezus steeg ook op uit het water, dus Hij was er eerst in. (Mat.3:16). Later doopte Philippus, de kamerling uit het Moorenland en er staat dat hij afdaalde in het water (Hand.8:38).

De betekenis van de doop.

  • De doop is een begraven worden van ´t oude leven met Christus en een opstaan in een nieuw leven. Bij de begrafenis verdwijnt het lichaam geheel onder de grond, zoook bij de doop, het lichaam gaat helemaal onder water.
  • De doop is ook een “zich bekleden” met Christus. Gal.3:27 “Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed”. In het zondige kleed van onze oude natuur kunnen we God niet behagen, daarom moeten we het afleggen. In plaats van dat oude kleed moeten we ons bekleden met Christus, Hij biedt ons de mantel “der gerechtigheid” aan. (Jes.61.10). In de doop dus, worden we bekleed met de gerechtigheid van Christus, zodat God niet meer onze oude zondige natuur ziet, maar de gerechtigheid van Zijn Zoon. Lees ook 1 Kor.1:30a en Col.3:3.

1 Kor.1:30a “Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing”.

Col.3:3 “Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God”.

Waarom kan de kinderdoop niet in de plaats van de volwassen doop gezien worden?

  • Zonder geloof heeft de doop geen betekenis. Geloven in Jezus is dus de eerste voorwaarde. Marc.16:16 “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden”. Hand.8:36-38 “En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem”.
  • De doop moet vooraf gegaan worden door bekering. Hand.2:3838 “En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”.
  • De doop is een bede (=verlangen) tot God van een goed geweten. Dus een geweten wat gereinigd is door het bloed van Jezus. 1 Petr.3:21 “Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God”. Een baby kan een deregelijke bede tot God nog niet hebben.
  • De doop is een daad die wij zelf moeten doen, wij moeten ons laten dopen. Niet anderen kunnen dat voor ons beslissen, dus ook onze ouders niet. Hand.2:38 zegt “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen”.  Besprenkeling is geen Baptizo, dus onderdompelen en doet dus afbreuk aan de betekenis van de doop, namelijk “begraven”. Rom.6:4 “ Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood”.
  • Uit Efeze 4:5 weten we dat er maar één doop is en dus kan er nooit meerdere vormen van dopen zijn. De enige doop is degeen die Jezus ons voor deed, namelijk door onderdompeling. Efeze 4:5 “..een lichaam en een Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, een Here, een geloof, een doop”.

Vraag: “Maar hoe staat het dan met het verband tussen de doop en de besnijdenis?”

De besnijdenis was het uiterlijk teken wat verbonden was aan Gods beloften aan Abraham en dus via hem, met het oude joodse volk. Daarbij werd elke Israëlitische jongen de voorhuid weggesneden en uiteraard der zaak vielen de meisjes hierbuiten. Hieruit zou men kunnen concluderen dat de overeenkomst met de doop hier al niet opgaat. De belofte aan Abraham met betrekking tot de besnijdenis lezen we in:

Genesis 17:1-8. 1. Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht en God sprak tot hem: Wat Mij aangaat, zie, mijn verbond is met u, en gij zult de vader van een menigte volken worden; en gij zult niet meer Abram genoemd worden, maar uw naam zal zijn Abraham, omdat Ik u tot een vader van een menigte volken gesteld heb. Ik zal u uitermate vruchtbaar maken en u tot volken stellen, en koningen zullen uit u voortkomen. Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn.

Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaan, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn”.

Gen.17:10-12 “Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten”.

De belofte aan Abraham inzake de besnijdenis hield dus de volgende zaken in:

  • de God van Abraham zal ook de God zijn van zijn nageslacht.
  • God zal zijn nageslacht uitermate talrijk maken.
  • Zijn nageslacht ontvangt het land Kanaän tot een erfdeel.
    Vooral deze laatste twee punten leren ons dat het hier gaat om Israël en niet om ons. Wij zullen immers nooit het Kanaän tot erfdeel bezitten, maar Israël wel.
    Wel beloofde de Heer alle geslachten der aarde te zegenen in Abraham, maat dit wijst op de komst van de Messias en de belofte van de Heilige Geest.

Gen 12:3 “Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden”.

Gal.3:14 “14 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof”.

Het nieuwe testament spreekt alleen van een geestelijke besnijdenis, dat is de wedergeboorte. Rom.2:28,29.

“Want niet hij is een Jood, die het uiterlijk is, en niet dat is besnijdenis wat uiterlijk, aan het vlees, geschiedt, maar hij is een Jood, die het in het verborgen is, en de ware besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter. Dan komt zijn lof niet van mensen, maar van God”.

Vaak wordt de vraag gesteld: moeten we nu bevreesd zijn dat onze kinderen die nog niet gedoopt zijn, verloren gaan als ze vroegtijdig sterven, dus zonder dat ze de kans hebben gehad om zelf te kiezen gedoopt te willen worden.

Antwoord: deze leugen van de duivel heeft al heel wat angst veroorzaakt in kringen waar men van oudsher de kinderdoop gewend was. Maar laat ons vasthouden, nooit zal God ons onrechtvaardig veroordelen, hoe zou Hij dan ooit kinderen kunnen veroordelen die niet eens een kans hebben gehad. Het tegendeel is waar: Jezus zegt juist “hunner is het koninkrijk der hemelen” (Matt.19:13,14). Er is dus geen twijfel, het is hun dus gegeven. Het enige wat wij als ouders daaraan toe kunnen voegenis om hen zo vroeg mogelijk in Gods huuis op te dragen aan de Heer. Wij geven ze dan terug aan de Heer op een geestelijke manier, zoals Hanna letterlijk deed.

________________________________________________________________

Enkele belangrijke opmerkingen over de doop.

Soms zegt men “..ja maar de doop is toch maar een symbool en daarom niet zo heel erg belangrijk”. Het antwoord hierop is duidelijk, de doop is meer dan een symbool. Het is ook nog een daad van gehoorzaamheid aan de Heer en lees in 1 Sam.15:22-26 en Joh.3:36, wat God daarvan zegt.

1 Sam.15:22-23
“Maar Samuel zeide: Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”.

Joh.3: 36 “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”.

Sommige stellen de doop uit omdat ze wachten Gods Tijd.
Antwoord:”ook dit is onBijbels althans als men echt bekeerd is. De Bijbel zegt heel duidelijk, “bekeert u laat u dopen” en dit moeten we als één geheel zien. De 3000 mensen die zich bekeerden op de pinksterdag, lieten zich direct dopen, evenzo ook de Moorse kamerling.

Hand.2:41. “Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd”.

Hand.8:36,37“En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem”.

Er is geen duidelijke leeftijdgrens voor de doop in de Bijbel te vinden, maar een leeftijd van ongeveer 12 jaar geeft ons wel wat zekerheid dat het kind ook instaat zal zijn een eigen keus te maken voor de Heer en dit naar het voorbeeld van de Heer Jezus die op die leeftijd rijp was om in “de dingen van Zijn Vader” te zijn. (Luc.2:42/49). Er is echter geen duidelijke regel in de Bijbel hiervoor, het hangt ook nauw samen met de geestelijke rijpheid van het kind. Het veel gehoorde argument dat een jong kind mogelijk sneller afvalt van de Heer dan een ouder persoon, is niet juist. Het is zelfs zo dat er in verhouding meer volwassenen van de Heer afvallen na hun doop dan kinderen. Laten we liever oppassen dat we geen verhindering voor onze kinderen zijn, om hun leven aan de Heer toe te wijden.

Is de doop het moment dat we lid worden van de gemeente? Het antwoord is nee.
Het woordje “dooplid”, in onBijbels en ontleent aan een verkeerde uitleg van 1 Kor.12:13 “ want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt”. Er is hier echter geen sprake van de waterdoop, maar van de Geestesdoop. In principe spreekt de Bijbel niet van doopleden, wij behoren alleen bij het lichaam van Christus als we Heer hebben aangenomen.

Bij het zendingsbevel zei de Heer, dat wij moeten dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In het boek Handelingen echter doopte de discipelen in geen enkel geval anders dan in de naam van de Here Jezus.

Lees:
Hand.2:38 “een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus”
Hand.8:16 “maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus”.
Hand.19:5,6 “toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus”.
Waarom deden zij dat, terwijl er toch een duidelijk bevel van Jezus was tot dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De reden is als volgt, op de Pinksterdag, na de uitstorting van de Heilige Geest werd door de mond van Petrus voor het eerst de “volledige” naam van Jezus geopenbaard. De naam die door Petrus genoemd wordt is “Here Jezus Christus”. (Hand.2:36). In die naam is de drieënige God besloten, vandaar dat Jezus naam hier drievoudig is. In Jezus woont de Vader en de Geest Gods, want de Bijbel zegt dat de ganse volheid Gods in Hem woont. Col.1:19. Het dopen in de naam de Here Jezus Christus is dus dopen in de naam van de drieënige God. (Overigens is discussie hierover niet opbouwend).

Plaats een reactie