Maandelijks archief: januari 2018

Kan een geestelijk leider na overspel doorgaan in de bediening?

We krijgen elke dag e-mails van mensen die ons vragen stellen, men is dan opzoek naar Bijbelse antwoorden. De laatste tijd vroeg men ons een aantal keren of het Bijbels gezien juist is, dat een geestelijk leider die te maken krijgt met overspel en/of echtscheiding, gewoon maar door kan gaan in de bediening die men eerst had. De reden dat men zo’n vraag stelt heeft uiteraard te maken met het feit dat het tegenwoordig ook steeds meer voor komt dat leiders na overspel en echtscheiding, een korte onderbreking hebben en dan gewoon weer hun bediening hervatten.

Natuurlijk moet herstel altijd mogelijk zijn, maar er moet ook ruimte zijn voor genezing van de wonden die zijn geslagen. Daarnaast is het belangrijk dat geestelijk leiders zelf beseffen, dat het geen automatisme is, dat men zomaar weer terug kan in de bediening die men eerst had. Het is altijd weer eerst de vraag, of men nu wel aan Gods heilige voorwaarden tot het geestelijk ambt voldoet. Daarbij is zeker niet het talent om te prediken de belangrijkste voorwaarde. Naast uiteraard berouw en belijdenis van zonden, is zelfonderzoek nodig om na te gaan wat de diepe reden is waarom men zo diep gevallen is. Daar zal dan eerst herstel moeten plaats vinden en mogelijk verlossing en bevrijding voordat er ook maar sprake kan van een terugkeer in de bediening. Zo’n periode van herstel kost beslist tijd.

De Bijbel selectief gebruiken.
Christenen hebben helaas soms de neiging om de Bijbel selectief te gebruiken, dus zoals het hun het beste uitkomt. Daarmee bedoelen we, dat we de dingen die ons niet aanstaan al gauw ‘als niet meer geldig voor deze tijd beschouwen’. Er zijn relatief maar weinig Bijbelleraren die de moed hebben om ook onderwijs te geven over de z.g. moeilijke Bijbelverzen. Maar God verandert Zijn Woord niet omdat het ons niet aanstaat.

Zo vinden we in de Bijbel heel duidelijk Gods voorwaarden voor het dienen in een geestelijk ambt, lees maar in 1 Tim.3:2. God heeft deze voorwaarden nooit veranderd. Daar lezen o.a. dat een Opziener (Oudste, Bijbelleraar etc..) van onbesproken gedrag moet zijn en vooral de man van één vrouw.

Dit maakt het op z’n minst discutabel of iemand die gescheiden is, om welke reden dan ook, zo maar weer als geestelijk leider kan dienen in een gemeente of kerk. Want hoe kan iemand de gemeente van de Heer voorgaat en onderwijs geven, bijvoorbeeld over actuele onderwerpen zoals het huwelijk, echtscheiding en seksualiteit, als je zelf geen voorbeeld bent. Daarmee maken we de boodschap die we prediken ongeloofwaardig en nog erger wordt het als andere mensen juist ons verkeerde voorbeeld gaan gebruiken, om hun eigen zonden te bedekken en helaas, gebeurt dat nogal eens. Men vindt eigen fouten op dat vlak minder erg omdat ‘bekende geestelijk leiders’ de zelfde dingen doen. Wat we ook nog al eens horen is, dat mensen de zonde van overspel wat vergoelijken, door te zeggen ‘ja maar David viel toch ook in die zonde en hij mocht gewoon koning blijven’. En natuurlijk is dat zo, hij beleed zijn zonde, God was hem enorm genadig geweest en hij bleef toch de man naar Gods hart (1 Sam.13:14). Tevens mocht hij ook koning blijven, maar de geschiedenis leert wel, dat hij geen toestemming meer kreeg om de tempel van God te bouwen, hoewel hij dat wel erg graag wilde.

De tempel van God in het oude testament is het geestelijk beeld van de gemeente van nu. Ook nu zijn er mensen met bekwaamheden, die erg graag willen meebouwen aan de gemeente van de Heer, bijvoorbeeld door prediking en onderwijs. Maar we kunnen wel iets heel graag willen, maar toch stelt God nog altijd heilige voorwaarden aan het geestelijk leiderschap, net zoals Hij heilige voorwaarden stelde aan koningen en priesters in de oude bedeling.

Kijk naar jezelf.
Het is duidelijk dat we in een tijd, waarin er van alle kanten een enorme aanval wordt ingezet op het huwelijk van geestelijk leiders. En het is zeker dat geestelijk leiders die geen voldoende tijd nemen voor gebed, zwak zijn en mogelijk vroeg of laat door de duivel omver geblazen worden. Ze missen de kracht van de heilige Geest die ons onaantastbaar maakt voor duistere machten. Nu bidden we als voorgangers allemaal wel, onze openbare gebeden zijn vaak indrukwekkend, vol hele volzinnen. We hebben nu eenmaal geleerd mooie woorden te gebruiken. Maar hoe is het thuis, in de binnenkamer, als niemand ons ziet? De echte test is ons gebedsleven daar, als we alleen met God zijn. Onze intimiteit met God is ook het kwaliteitsmerk van onze bediening. Met andere woorden, onze publieke gebeden kunnen een uiterlijk optreden zijn, zonder leven. Onze persoonlijke relatie met God bepaalt of wij echt zijn, bewust van onze afhankelijkheidsrelatie met God. (Lees voor uw zelf Mat. 6 eens na)
Lees verder

Geplaatst in echtscheiding, geestelijk leiders, Huwelijk, leiders | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Rijker worden door tienden geven. Klopt dat wel?

Uit ervaring weten we, dat het helemaal niet verkeerd is als christenen die de Heer Jezus liefhebben, ook geleerd worden om regelmatig (b.v. maandelijks), financieel bij te dragen aan het werk van God. Feitelijk zou iedereen, die deel is van een kerk of gemeente dat uit zichzelf moeten begrijpen. Men zegt wel dat het evangelie gratis is, maar een gemeente kan nu eenmaal moeilijk de onkosten betalen, als er geen regelmatige giften binnen komen. Iedereen weet ook dat de kosten van, bijvoorbeeld het huren of kopen van een gebouw, behoorlijk kunnen oplopen. Daarom zou het een zegen zijn als iedereen die behoort bij een kerk of gemeente, in ieder geval regelmatig een vast bedrag apart zou zetten daarvoor (Lees ook 1 Kor.16:2). Daarmee geven we ook de gemeente waar we toe behoren, een stabiele basis zodat men een verantwoord financieel beleid kan voeren.

Ook in het zendingswerk zijn regelmatige inkomsten nodig. Natuurlijk zendelingen moeten in de eerste plaats op God vertrouwen en niet op mensen. God is machtig om voor hen te zorgen, zoals Hij voor de profeet Elia zorgde in een tijd van grote droogte (1 Kon.17). Maar tegelijk moeten we ons realiseren dat God toch meestal mensen gebruikte, om voor Zijn dienaren te zorgen. Vandaar ook dat Elia later in dezelfde geschiedenis, naar de weduwe van Sarfath werd gestuurd, om door haar verzorgd te worden.

In zekere zin is het geven van tien procent van ons inkomen helemaal niet verkeerd, wij zelf hebben het altijd ‘vrijwillig’ zo gedaan en we weten uit ervaring ook dat God ons daarvoor zegende. Vooral als men bedenkt dat men God ook niet met een fooi wil afschepen en men zich daarom afvraagt, ‘hoeveel is nu redelijk om te geven’, dan is tien procent een goede norm. Waarom? Omdat God dit in de Bijbel ook opdroeg aan Israël.

Aan de andere kant moeten we ook eerlijk zijn, er is in de Bijbel geen wet die een Nieuw Testamentisch christen dwingt om tienden te geven. In tegendeel, de apostel Paulus zegt juist in 2 Kor.9:7 tot de gemeente in Korinthe “Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief”.

En ja… helaas zijn er toch nog steeds predikers die ons willen laten geloven dat we alleen financieel gezegend kunnen worden door de Heer, als we maar trouw tien procent van onze maandelijkse inkomsten afdragen en dan vooral natuurlijk aan hun kerk, gemeente of organisatie. Ze brengen het als een soort verplichting. Daarnaast heb je ook weer mensen die dit zo serieus nemen, dat ze vervolgens weer in de knoop raken, omdat ze niet weten of ze het van hun bruto of netto inkomsten moeten betalen en ook nog van hun vakantie geld of dertiende maandsalaris etc.. Maar…de grote vraag is natuurlijk altijd wat de Bijbel ons feitelijk hierover zegt, want als het Bijbels niet te onderbouwen is, dan zijn het dus wetten van mensen en niet van God.

Daarom nu…wat zegt de Bijbel?
De eerste keer dat we in de Bijbel over tiende geven lezen is in Genesis 14. Daar lezen we hoe Abraham, zijn neef Lot net had bevrijd en nadat hij toen een aantal koningen had overwonnen, ontmoette hij Melchizedek die genoemd wordt een priester van God. Deze Melchizedek zegende Abraham en vervolgens schonk Abraham hem een tiende deel van de buit die hij had veroverd op de koningen.

Feitelijk is dit niet zo’n sterk Bijbels argument voor het geven tiende, want we lezen maar één keer dat Abraham een tiende geeft en nog niet eens van zijn inkomsten, maar van de oorlogsbuit.

In Genesis 28:22 lezen we vervolgens weer van de tiende en wel van Jakob die God de belofte doet; ‘Van alles wat U mij geven zult, zal ik U zeker het tiende deel geven’. Hierbij kan men zich afvragen aan wie hij dat dan gegeven zal hebben. Er waren geen priesters, geen tempel. Misschien gaf hij het aan de armen en offerde hij er een deel van aan de Heer, bijvoorbeeld van de oogst of het vee. Maar het belangrijkste is dat het hier duidelijk niet om een gebod van God gaat, maar om een belofte van Jakob aan de Heer. Men kan hier dus ook niet zeggen dat op basis van deze tekst, men verplicht zou zijn God een tiende van de inkomsten te offeren.

Hieruit kunnen we gerust concluderen dat, voordat de wet van Mozes was ingesteld, men nog helemaal niet verplicht was om de tiende te betalen.
Lees verder

Geplaatst in geld, geldzucht, gemeente, Wetticisme | Tags: , | Een reactie plaatsen