Leiders moeten mensen aan Jezus binden en niet aan zichzelf.

door Henk Herbold

Hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt de kop opsteken, het zit als het ware in ons DNA. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist hoogmoedig zijn. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn.

Dat geldt ook voor bedieningen en titels waar we menen recht op te hebben. Wees voorzichtig, het is beter als anderen van ons zeggen dat we een apostel, profeet, evangelist, herder of leraar zijn (Lees Efeze 4:11), dan dat we daar zelf mee te koop gaan lopen. Werkelijk geroepen dienaren van God hebben dat helemaal niet nodig, God zal hen Zelf bevestigen.

Als mensen ons gaan prijzen.
Vooral, als het ons als geestelijk leider goed gaat in onze bediening en mensen ons daarom beginnen te prijzen, moeten we waakzaam zijn. Als mensen regelmatig zeggen, dat we het zo goed doen en dat men door ons zo gezegend wordt, dan wordt het gevaarlijk. Mensen zien in ons het voorbeeld dat ze moeten navolgen. Natuurlijk is dat in eerste instantie fijn om te horen, maar toch moeten we beducht zijn voor de geest van hoogmoed en onze menselijke zwakheid. Uiteindelijk moeten mensen niet ons navolgen maar Jezus. Wij kunnen alleen maar wegwijzers zijn naar de Heer.

Paulus heeft geprofeteerd in 2 Tim.3:4, dat de mensen in de eindtijd ‘opgeblazen’ zullen zijn en dat geldt helaas niet alleen voor ongelovige mensen, maar ook voor christenen en zelfs voor geestelijk leiders. Overigens was het in Jezus dagen al niet veel anders onder Zijn discipelen, ook zij hadden last van de geest van hoogmoed, lees maar in Lukas 22. Jezus had net het Pascha met hen gevierd en daarbij de verbinding gemaakt naar Zijn lijden en sterven aan het kruis. Je zou zeggen een uitermate gevoelig moment en zeker niet het moment om te gaan twisten over wie de baas zou zijn. Tenzij je feitelijk horende doof bent en dat was nu precies het probleem. Lees speciaal vers 24- 27:
‘Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient’.

Vooral als mensen regelmatig zeggen dat je beter bent of meer gezalfd met de heilige Geest dan andere mededienstknechten van de Heer, dan wordt het oppassen. Feitelijk zouden we er dan beter aan doen, om anderen naar voren te schuiven en zelf een stapje terug te doen. Echt geestelijke mensen doen dat, het gaat immers niet om de eer van ons, maar om de eer van Jezus. Nog gevaarlijker wordt het echter, als we al die eer normaal gaan vinden en bewust of onbewust, voeding gaan geven aan deze vorm van mensen verering. Langzaam komt de gedachte dan bij ons binnen, dat het feitelijk gewoon klopt wat men zegt. Je zegt wellicht onbewust tegen jezelf ‘ik ben feitelijk wel erg goed en ik doe het ook beter dan de ander’.

Pronken met je bediening.
Ook in deze tijd zijn er dienaren van God, die pronken met ‘hun’ bediening en ‘hun’ gemeente. Ze vertellen anderen dat zij de zalving hebben en dat hun gemeente de beste is, ja, zelfs ver boven andere gemeenten verheven. In overmoed proberen ze anderen over te halen om juist ‘hun’ gemeente te bezoeken, ‘omdat daar de Geest werkt’, alsof de Geest niet zou werken in andere gemeente(n). Het gevolg is een vorm van zelfingenomenheid die lijkt op hoogmoed.

De zalving.
Neem nu de z.g. leer van de ‘impartatie’ van zalving, steeds meer mensen raken er mee bekend. Nog steeds is er een groeiend aantal predikers die menen op één of ander manier de bijzondere gave te hebben ontvangen om de zalving van de Geest over te brengen op anderen. De oorsprong is de z.g. Toronto Blessing uit de jaren 90, vele honderden geestelijk leiders zijn naar Toronto afgereisd om daar de zalving te gaan halen.

Die zalving neem je dan mee terug in het vliegtuig en als je in eigen gemeente andere mensen de handen oplegt, ontvangen zij het ook. Het wordt dus via handoplegging van de ene persoon op de andere persoon overgedragen.  Overigens wat een pech voor predikers die de zalving niet met het vliegtuig hebben kunnen halen, want die kunnen dat ook niet overbrengen op anderen. Het gevolg is vaak dat predikers die de zalving wel ontvangen hebben, van mening zijn op een hoger geestelijk niveau te zijn.

Het blijft natuurlijk wel apart dat God Zich kennelijk laat limiteren door een menselijke overdraging via het opleggen van handen, want zo lijkt het te werken. Zou het niet veel beter zijn als iedereen die naar een nieuwe zalving van de Geest verlangt, naar de bron Jezus gaat, die nog altijd de enige doper in de Heilige Geest is (lees Joh.1:33). Daar hoeven we echt niet voor naar een beroemde prediker. Mensen die dat wel beweren hebben last van hoogmoed.

Alleen in onze gemeente.
Sommige predikers onderwijzen de mensen wel dat je altijd zou moeten blijven in hun kerk of gemeente, want er is gewoon geen betere te vinden. Op zoek gaan naar een ander geestelijk thuis is in hun visie, altijd tegen de wil van God, om welke reden dan ook. Als men nog verder wil gaan, wordt er soms door die zelfde mensen ook nog geleerd, dat jouw geestelijke bestemming gebonden is aan die ene specifieke gemeente en dat je dus onherroepelijk geplant bent in de lokale gemeente van hun.

Maar feitelijk is dit niets anders dan een vorm van manipulatie, men wil mensen gewoon binden en gebruikt daarvoor soms oneigenlijke argumenten. God heeft alleen het recht ons te leiden, waarheen en wanneer we moeten gaan, of wellicht als we op een plaats moeten blijven. Geen gemeenteleider mag zich dat recht zelf toe-eigenen.

Het ergste is dat de persoon, het vaak niet eens door heeft. Die zal anderen eerder het verwijt maken dat zij jaloers zijn. Vooral geestelijke hoogmoed spant de kroon en kan zelfs zo ver gaan, dat Gods Woord gebruikt wordt om eigen dwalingen goed te praten. Hoogmoedige mensen accepteren geen correctie; ze weten alles beter. Als je bijvoorbeeld met ze praat hebben ze het voortdurend over zichzelf en hun eigen bediening of gemeente, men heeft geen of nauwelijks interesse in anderen. Ze zijn zelfs zó vastgeroest in hun hoogmoed, dat wie niet sterk is, minderwaardigheid wordt aangepraat.

Maar wat zegt de Bijbel?
Maar Bijbels gezien, moeten geestelijke leiders op de eerste plaats vol van Gods Geest zijn en niet van zichzelf. Pas dan zijn ze in staat een gemeente te gaan leiden op Gods manier. Geestelijk leiderschap met een bescheiden en dienstbare geest, zal er ook vanzelf toe leiden dat mensen gaan volgen, niet omdat men moet volgen, maar omdat ze aangetrokken worden. Oprechte nederigheid in geestelijk leiderschap is altijd aantrekkelijk. Mensen willen graag iemand volgen die een voorbeeld voor hen is in dienen. Paulus zegt het zo mooi: “Wees mijn navolgers, zoals ik het ben van Christus” (1 Korinthiërs 11:1).

De Heer Jezus gaf ons het goede voorbeeld tijdens Zijn leven op aarde. Hij was het toonbeeld van nederigheid. Alles wat Hij deed, was erop gericht de Vader te verheerlijken en het welzijn van anderen te bevorderen. Het grootste voorbeeld van nederigheid dat Hij ons gaf, vinden wij in Joh.13. De Heer der heren knielde daar neer en wies de voeten van al Zijn discipelen. Ja, zelfs de voeten van Petrus, die Hem verloochenen zou en van Judas, die Hem verraden zou.

En ja, de Heer Jezus werd ook zelf bediend, denk maar aan Martha, de zuster van Maria (Lucas 10: 38-42), maar toch… Hij zocht dat nooit tijdens Zijn leven hier op aarde. Zijn hartsverlangen was toch altijd om te dienen en om zo een voorbeeld voor ons te kunnen zijn. Lees maar in Marcus 10:45 ‘Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen’.

De Heer is zelfs zo ver gegaan, dat Hij Zijn goddelijks heerlijkheid, had afgelegd om in de gestalte van een dienstknecht op aarde te komen en ons te verzoenen met God, de Vader. Met alleen de wil van God, de Vader en het belang van de mensheid voor ogen, ging Hij door de diepste diepten van eenzaamheid en ellende. Daarom heeft de Vader Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam boven alle naam gegeven (Filip.2:9).

Jezus was en is ons voor een voorbeeld in dienend leiderschap, zowel voor leidinggevenden onderling als ook ten opzichte van de gemeenteleden. De apostel Petrus schreef hierover het volgende:

‘Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht – niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding. Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld.’ (1 Petrus 5:2-3)

Hoogmoedig leiderschap Dienend leiderschap
Niet corrigeerbaar Geeft fouten gemakkelijk toe
Trekt taken naar zich toe Delegeert gemakkelijk naar anderen
Beroept zich op positie en roeping Altijd bereid om de minste te zijn
Bij verschillen: luistert niet Staat altijd open voor gesprek
Zoekt contact in eigen kring Staat open voor iedereen
Wil alleen zelf leiding geven Wil verantwoordelijkheden delen
Niet traceerbaar, schimmig Transparant en open

Het is beslist belangrijk om onszelf af en toe te onderzoeken, opdat elke wortel van hoogmoed bijtijds uitgerukt wordt. Want de Bijbel zegt in Jakobus 4:6 ‘God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.’

Kritiek op geestelijk leiders.
De impact van foutief leiderschap is groot en daarom is het onze plicht, om als geestelijk leider binnen de gemeente open te staan voor opbouwende kritiek, mits het komt van iemand, die te kennen heeft gegeven mee te willen bouwen aan de bediening.

Een goed leider binnen de gemeente staat open voor zelfreflectie en erkend zo nodig ook zijn fouten. Niet alle kritiek is ook hetzelfde als rebellie tegen gezag. Het ligt er maar aan uit welke bron de opmerkingen komen. Als de bron bitter is en vol ergenis, dan zullen onze woorden ook bitter zijn en vol ergenis. Maar dat is duidelijk anders als we vol liefde zijn voor de leider en de gemeente. Een geestelijk leider moet instaat zijn dat van elkaar te onderscheiden.

We mogen zeker niet onze leiders ongenuanceerd aanvallen, dat lezen we in 1 Thes.5:12, 13 en 1 Tim. 5:19-20. Het zijn ook mensen die onze steun en bemoediging nodig hebben. We mogen ze wel in liefde beoordelen, zo nodig corrigeren en aanspreken. Want zoals wij corrigeerbaar moeten zijn, moeten de leiders binnen de gemeente dit ook zijn.

Napraten of opmerkingen maken: KLIK HIER. U krijgt altijd antwoord.

Over HH

Our desire is to preach the gospel of God's love in different ways. Also we would like to help other people, if you are in trouble or you need advice.
Dit bericht werd geplaatst in geestelijk leiders, Hoogmoed en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie