Categorie archief: Hoogmoed

Leiders moeten mensen aan Jezus binden en niet aan zichzelf.

Hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt de kop opsteken, het zit als het ware in ons DNA. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist hoogmoedig zijn. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn.

Dat geldt ook voor bedieningen en titels waar we menen recht op te hebben. Wees voorzichtig, het is beter als anderen van ons zeggen dat we een apostel, profeet, evangelist, herder of leraar zijn (Lees Efeze 4:11), dan dat we daar zelf mee te koop gaan lopen. Werkelijk geroepen dienaren van God hebben dat helemaal niet nodig, God zal hen Zelf bevestigen.

Als mensen ons gaan prijzen.
Vooral, als het ons als geestelijk leider goed gaat in onze bediening en mensen ons daarom beginnen te prijzen, moeten we waakzaam zijn. Als mensen regelmatig zeggen, dat we het zo goed doen en dat men door ons zo gezegend wordt, dan wordt het gevaarlijk. Natuurlijk is dat in eerste instantie fijn om te horen, maar toch moeten we beducht zijn voor de geest van hoogmoed en onze menselijke zwakheid. Paulus heeft geprofeteerd in 2 Tim.3:4, dat de mensen in de eindtijd ‘opgeblazen’ zullen zijn en dat geldt helaas niet alleen voor ongelovige mensen, maar ook voor christenen en zelfs voor geestelijk leiders.

Overigens was het in Jezus dagen al niet veel anders onder Zijn discipelen, ook zij hadden last van de geest van hoogmoed, lees maar in Lukas 22. Jezus had net het Pascha met hen gevierd en daarbij de verbinding gemaakt naar Zijn lijden en sterven aan het kruis. Je zou zeggen een uitermate gevoelig moment en zeker niet het moment om te gaan twisten over wie de baas zou zijn. Tenzij je feitelijk horende doof bent en dat was nu precies het probleem. Lees speciaal vers 24- 27:
‘Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient’.

Vooral als mensen regelmatig zeggen dat je beter bent of meer gezalfd met de heilige Geest dan andere mededienstknechten van de Heer, dan wordt het oppassen. Feitelijk zouden we er dan beter aan doen, om anderen naar voren te schuiven en zelf een stapje terug te doen. Echt geestelijke mensen doen dat, het gaat immers niet om de eer van ons, maar om de eer van Jezus. Nog gevaarlijker wordt het echter, als we al die eer normaal gaan vinden en bewust of onbewust, voeding gaan geven aan deze vorm van mensen verering. Langzaam komt de gedachte dan bij ons binnen, dat het feitelijk gewoon klopt wat men zegt. Je zegt wellicht onbewust tegen jezelf ‘ik ben feitelijk wel erg goed en ik doe het ook beter dan de ander’.

Pronken met je bediening.
Ook in deze tijd zijn er dienaren van God, die pronken met ‘hun’ bediening en ‘hun’ gemeente. Ze vertellen anderen dat zij de zalving hebben en dat hun gemeente de beste is, ja, zelfs ver boven andere gemeenten verheven. In overmoed proberen ze anderen over te halen om juist ‘hun’ gemeente te bezoeken, ‘omdat daar de Geest werkt’, alsof de Geest niet zou werken in andere gemeente(n). Het gevolg is een vorm van zelfingenomenheid die lijkt op hoogmoed.

De zalving.
Neem nu de z.g. leer van de ‘impartatie’ van zalving, steeds meer mensen raken er mee bekend. Nog steeds is er een groeiend aantal predikers die menen op één of ander manier de bijzondere gaven te hebben ontvangen om de zalving van de Geest over te brengen op anderen. De oorsprong is de z.g. Toronto Blessing uit de jaren 90, vele honderden geestelijk leiders zijn naar Toronto afgereisd om daar de zalving te gaan halen.

Die zalving neem je dan mee terug in het vliegtuig en als je in eigen gemeente andere mensen de handen oplegt, ontvangen zij het ook. Het wordt dus via handoplegging van de ene persoon op de andere persoon overgedragen. Overigens wat een pech voor predikers die de zalving niet met het vliegtuig hebben kunnen halen, want die kunnen dat ook niet overbrengen op anderen. Het gevolg is vaak dat predikers die de zalving wel ontvangen hebben, van mening zijn op een hoger geestelijk niveau te zijn.

Het blijft natuurlijk wel apart dat God Zich laat limiteren door een menselijke overdraging via het opleggen van handen, want zo lijkt het te werken. Zou het niet veel beter zijn als iedereen die naar een nieuwe zalving van de Geest verlangt, naar de bron Jezus gaat, die nog altijd de enige doper in de Heilige Geest is (Joh.1:33). Daar hoeven we echt niet voor naar een beroemde prediker en die dat wel beweren hebben last van hoogmoed.

Alleen in onze gemeente.
Sommige predikers onderwijzen de mensen wel dat je altijd zou moeten blijven in hun kerk of gemeente, want er is gewoon geen betere te vinden. Op zoek gaan naar een ander geestelijk thuis is in hun visie, altijd tegen de wil van God, om welke reden dan ook. Als men nog verder wil gaan, wordt er soms door die zelfde mensen ook nog geleerd, dat jouw geestelijke bestemming gebonden is aan die ene specifieke gemeente en dat je dus onherroepelijk geplant bent in de lokale gemeente van hun.

Maar feitelijk is dit niets anders dan een vorm van manipulatie, men wil mensen gewoon binden en gebruikt daarvoor soms oneigenlijke argumenten. God heeft alleen het recht ons te leiden, waarheen en wanneer we moeten gaan, of wellicht als we op een plaats moeten blijven. Geen gemeenteleider mag zich dat recht zelf toe-eigenen.

Het ergste is dat de persoon, het vaak niet eens door heeft. Die zal anderen eerder het verwijt maken dat zij jaloers zijn. Vooral geestelijke hoogmoed spant de kroon en kan zelfs zo ver gaan, dat Gods Woord gebruikt wordt om eigen dwalingen goed te praten. Hoogmoedige mensen accepteren geen correctie; ze weten alles beter. Als je bijvoorbeeld met ze praat hebben ze het voortdurend over zichzelf en hun eigen bediening of gemeente, men heeft geen of nauwelijks interesse in anderen. Ze zijn zelfs zó vastgeroest in hun hoogmoed, dat wie niet sterk is, minderwaardigheid wordt aangepraat.
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, Hoogmoed | Tags: , | Een reactie plaatsen

Kritiek op geestelijk leiders, kan dat wel?

We krijgen er allemaal in de christen gemeente mee te maken. Iedereen staat in feite wel een keer bloot aan kritiek en wel het meest geldt dit voor degene die iets doen in de gemeente. Gemeenteleiders zullen er daarom zeker mee te maken krijgen en op dit punt spreken we zelf ook uit ervaring. Welke beslissing een voorganger, oudste of welke andere gemeente leider of leidster ook neemt, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn. Onze ervaring is dat je het feitelijk nooit iedereen naar het zin kan maken, hoe goed je je best ook doet. Maar uiteindelijk gaat het daar ook niet om, maar veel meer om de verheerlijking van de naam van Jezus in de gemeente en niet dat iedereen gelijk krijgt.

Kritiek kan ook opbouwend zijn.
Er zijn ook predikers die zichzelf beschermen door regelmatig te waarschuwen met woorden uit de Bijbel als ‘Raak Mijn gezalfden niet aan’ (1 Kron.16:22) en men bedoelt daar dan natuurlijk zichzelf mee. Dus, als een gezalfde des Heren een fout maakt, blijf van die persoon af. Waarmee ze maar willen waarschuwen om vooral voorgangers niet ernstig te bekritiseren. Want men denkt dat mensen die dat doen, altijd Gods woede op hun hals halen. God zal ze dus altijd beschermen ook als ze fouten maken. Maar waarom zou men niet iets mogen zeggen, als dingen fout gaan en zelfs zondig. Kritiek hoeft namelijk niet altijd bedoelt te zijn om iemand te beschadigen, maar het kan ook opbouwend zijn.

De Bijbel zegt: “Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.”( 1 Kor.10:12). Mensen die zich afsluiten voor de mening van anderen, zijn gevaarlijke mensen in het leiderschap. Leiders die zich afsluiten voor kritiek van medewerkers of collega’s in de dienst van God, ervaren kritiek meestal als een aanval in plaats van een mogelijke aanvulling en verrijking. Een van de kenmerken van geestelijk leiderschap is juist het vermogen om Gods leiding te verstaan door middel van de bijdrage die uit de groep om je heen komt.

Door de doop in de heilige Geest heeft iedere christen de inwoning van de Geest Gods in zich. Door de werking van de Geest in ons, kan dus elke gelovige Gods leiding ervaren. Het is m.a.w. geen exclusief voorrecht voor één leider. Om die reden is het juist een zegen als een leider voor opbouwende kritiek open kan staan en er op een geestelijke wijze zijn voordeel er mee doet; uiteraard alleen als kritiek uit de juiste bron voort komt en niet b.v. uit een bitter hart of uit jalousie.

Kritiek kun je echter alleen accepteren, als je ook bereid bent open en eerlijk te zijn als het gaat om de dingen die verkeerd gaan en niet voortdurend bezig bent je eigen fouten zoveel mogelijk te verdoezelen. Natuurlijk, de leider is geroepen een voorbeeld te zijn, maar hij hoeft niet te pretenderen dat hij de perfectie op aarde is. In het leven van alledag zijn die mensen die denken nooit fouten maken juist niet geloofwaardig. Deze mensen lijken zo ver verwijderd van de strijd die de meesten van ons dagelijks voeren, dat we ons daar niet in herkennen. We kunnen ons veel beter identificeren met iemand die evenals wij, verzoekingen kent en het daar soms moeilijk mee heeft. Een leider komt wel vaker in de verleiding om zijn fouten te bedekken. Daarom kan hij het beste onmiddellijk zijn falen onder ogen zien en vergeving vragen als dat eventueel nodig is. Daarmee zal hij juist nog meer een voorbeeld zijn voor anderen.

Maar er zijn ook mensen die fouten zoeken.
Het is vooral voor gemeente leiders van groot belang dat we niet te overgevoelig zijn, als anderen kritische opmerkingen maken. Niemand is echt ongevoelig voor kritiek, maar overgevoeligheid op dit punt kan ons totaal verlammen en is feitelijk niets anders als ons eigen ik, wat te snel beledigd is.

En ja, er zijn ook mensen die voortdurend naar foutjes zoeken. Dat zijn vaak degenen die zelf aan de kant staan en die het beste weten hoe anderen zouden moeten handelen. Heel vaak heeft men het over de splinter in het oog van de ander en men vergeet daarbij de balk in eigen oog (Lees Mat.7:3-5). Daar komt nog bij, dat mensen die niet wezenlijk iets bijdragen aan de gemeente, zelf veel minder zichtbaar zijn en dus krijgen ze zelf ook zelden kritiek. Het is tragisch, maar sommige mensen doen uit angst iets verkeerds te doen, maar helemaal niets meer, omdat men gewoon bang is voor kritiek.

Maar de man die uit angst om fouten te maken niets uitvoerde, werd door de Heer echter zwaar veroordeeld. In Mattheüs 25 lezen we dat tot de man die zijn talent in de grond stopte, gezegd werd: ‘Jij luie en nutteloze slaaf.’ In Efeze 4:16 lezen we ook over het lichaam van Christus, waarvan alle onderdelen als een welsluitend geheel bijeengehouden moet worden door de dienst van al zijn geledingen. Dus door hetgeen wij allemaal persoonlijk kunnen bijdragen, omdat we allemaal organen zijn van dat zelfde lichaam van Christus.

We weten dat we geen van allen nog volmaakt functioneren en dus dat betekent dat er best nog wat te corrigeren valt aan ons. Als dienaren van God zullen we ons hart erop moeten zetten, de Heer te dienen op de beste manier die voor ons mogelijk is, maar toch zullen er altijd dingen zijn die nog onvolkomen zijn.

Kritiek, wat doen we er mee?
Maar wat doen we er mee, als andere mensen kritiek hebben? Moeten we er naar luisteren en ons er door laten beïnvloeden, of moeten we kritiek maar gewoon laten voor wat het is? En wat te doen als wij anderen fouten zien maken en wij dus zelf kritiek hebben op medebroeders en zusters? Moeten we onze op- en aanmerkingen dan maar voor ons houden, of moeten we hen er op aanspreken? Het is zeker eenvoudiger om de ander maar gewoon niet te confronteren met zijn misstappen, maar ook dit kan van liefdeloosheid getuigen. Omdat we dan uit angst voor weerstand onze mond maar houden en toelaten dat die ander een verkeerde weg op gaat. Beter is het om God te bidden om de juiste woorden en de juiste gesteldheid van ons eigen hart en vooral ook het juiste moment waarop we de dingen zullen zeggen die op ons hart zijn.

We zullen ook zelf altijd moeten luisteren naar kritische opmerkingen, wanneer ze voortkomen uit liefde en bewogenheid, ongeacht of we het er mee eens zijn. Tenminste zouden we hetgeen ons in liefde gezegd is, biddend kunnen overdenken. Mogelijk dat Gods Heilige Geest ons toch duidelijk maakt dat ons eigen inzicht onjuist is en dat we dingen moeten veranderen. Sta er in ieder geval voor open en besef dat we altijd anders naar onszelf kijken dan anderen naar ons.

Je bent broeders en zusters en je vormt samen een geestelijk gezin. Je kent elkaar en ook vaak elkaars zwakke punten. In een gezin zal zeker ook over verkeerde dingen gesproken worden. Maar door de liefde weet degene die het treft, dat zijn familieleden hem vanwege zijn zwakheden nooit zullen laten vallen. Het gezin waar hem zijn fouten getoond worden, wordt dus ook zijn schuilplaats en zou zo het moeten zijn in de gemeente van de Heer.
Lees verder

Geplaatst in conflict, Conflicten, Hoogmoed, leiders, ruzie | Tags: | Een reactie plaatsen

Kritiek op geestelijk leiders, kan dat wel?

We krijgen er allemaal in de christen gemeente mee te maken. Iedereen staat in feite wel een keer bloot aan kritiek en wel het meest geldt dit voor degene die iets doen in de gemeente. Gemeenteleiders zullen er daarom zeker mee te maken krijgen en op dit punt spreken we zelf ook uit ervaring. Welke beslissing een voorganger, oudste of welke andere gemeente leider of leidster ook neemt, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn. Onze ervaring is dat je het feitelijk nooit iedereen naar het zin kan maken, hoe goed je je best ook doet. Maar uiteindelijk gaat het daar ook niet om, maar veel meer om de verheerlijking van de naam van Jezus in de gemeente en niet dat iedereen gelijk krijgt.

Kritiek kan ook opbouwend zijn.
Er zijn ook predikers die zichzelf beschermen door regelmatig te waarschuwen met woorden uit de Bijbel als ‘Raak Mijn gezalfden niet aan’ (1 Kron.16:22) en men bedoelt daar dan natuurlijk zichzelf mee. Dus, als een gezalfde des Heren een fout maakt, blijf van die persoon af. Waarmee ze maar willen waarschuwen om vooral voorgangers niet ernstig te bekritiseren. Want men denkt dat mensen die dat doen, altijd Gods woede op hun hals halen. God zal ze dus altijd beschermen ook als ze fouten maken. Maar waarom zou men niet iets mogen zeggen, als dingen fout gaan en zelfs zondig. Kritiek hoeft namelijk niet altijd bedoelt te zijn om iemand te beschadigen, maar het kan ook opbouwend zijn.

De Bijbel zegt: “Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.”( 1 Kor.10:12). Mensen die zich afsluiten voor de mening van anderen, zijn gevaarlijke mensen in het leiderschap. Leiders die zich afsluiten voor kritiek van medewerkers of collega’s in de dienst van God, ervaren kritiek meestal als een aanval in plaats van een mogelijke aanvulling en verrijking. Een van de kenmerken van geestelijk leiderschap is juist het vermogen om Gods leiding te verstaan door middel van de bijdrage die uit de groep om je heen komt.

Door de doop in de heilige Geest heeft iedere christen de inwoning van de Geest Gods in zich. Door de werking van de Geest in ons, kan dus elke gelovige Gods leiding ervaren. Het is m.a.w. geen exclusief voorrecht voor één leider. Om die reden is het juist een zegen als een leider voor opbouwende kritiek open kan staan en er op een geestelijke wijze zijn voordeel er mee doet; uiteraard alleen als kritiek uit de juiste bron voort komt en niet b.v. uit een bitter hart of uit jalousie.

Kritiek kun je echter alleen accepteren, als je ook bereid bent open en eerlijk te zijn als het gaat om de dingen die verkeerd gaan en niet voortdurend bezig bent je eigen fouten zoveel mogelijk te verdoezelen. Natuurlijk, de leider is geroepen een voorbeeld te zijn, maar hij hoeft niet te pretenderen dat hij de perfectie op aarde is. In het leven van alledag zijn die mensen die denken nooit fouten maken juist niet geloofwaardig. Deze mensen lijken zo ver verwijderd van de strijd die de meesten van ons dagelijks voeren, dat we ons daar niet in herkennen. We kunnen ons veel beter identificeren met iemand die evenals wij, verzoekingen kent en het daar soms moeilijk mee heeft. Een leider komt wel vaker in de verleiding om zijn fouten te bedekken. Daarom kan hij het beste onmiddellijk zijn falen onder ogen zien en vergeving vragen als dat eventueel nodig is. Daarmee zal hij juist nog meer een voorbeeld zijn voor anderen.

Maar er zijn ook mensen die fouten zoeken.
Het is vooral voor gemeente leiders van groot belang dat we niet te overgevoelig zijn, als anderen kritische opmerkingen maken. Niemand is echt ongevoelig voor kritiek, maar overgevoeligheid op dit punt kan ons totaal verlammen en is feitelijk niets anders als ons eigen ik, wat te snel beledigd is.

En ja, er zijn ook mensen die voortdurend naar foutjes zoeken. Dat zijn vaak degenen die zelf aan de kant staan en die het beste weten hoe anderen zouden moeten handelen. Heel vaak heeft men het over de splinter in het oog van de ander en men vergeet daarbij de balk in eigen oog (Lees Mat.7:3-5). Daar komt nog bij, dat mensen die niet wezenlijk iets bijdragen aan de gemeente, zelf veel minder zichtbaar zijn en dus krijgen ze zelf ook zelden kritiek. Het is tragisch, maar sommige mensen doen uit angst iets verkeerds te doen, maar helemaal niets meer, omdat men gewoon bang is voor kritiek.

Maar de man die uit angst om fouten te maken niets uitvoerde, werd door de Heer echter zwaar veroordeeld. In Mattheüs 25 lezen we dat tot de man die zijn talent in de grond stopte, gezegd werd: ‘Jij luie en nutteloze slaaf.’ In Efeze 4:16 lezen we ook over het lichaam van Christus, waarvan alle onderdelen als een welsluitend geheel bijeengehouden moet worden door de dienst van al zijn geledingen. Dus door hetgeen wij allemaal persoonlijk kunnen bijdragen, omdat we allemaal organen zijn van dat zelfde lichaam van Christus.

We weten dat we geen van allen nog volmaakt functioneren en dus dat betekent dat er best nog wat te corrigeren valt aan ons. Als dienaren van God zullen we ons hart erop moeten zetten, de Heer te dienen op de beste manier die voor ons mogelijk is, maar toch zullen er altijd dingen zijn die nog onvolkomen zijn.

Kritiek, wat doen we er mee?
Maar wat doen we er mee, als andere mensen kritiek hebben? Moeten we er naar luisteren en ons er door laten beïnvloeden, of moeten we kritiek maar gewoon laten voor wat het is? En wat te doen als wij anderen fouten zien maken en wij dus zelf kritiek hebben op medebroeders en zusters? Moeten we onze op- en aanmerkingen dan maar voor ons houden, of moeten we hen er op aanspreken? Het is zeker eenvoudiger om de ander maar gewoon niet te confronteren met zijn misstappen, maar ook dit kan van liefdeloosheid getuigen. Omdat we dan uit angst voor weerstand onze mond maar houden en toelaten dat die ander een verkeerde weg op gaat. Beter is het om God te bidden om de juiste woorden en de juiste gesteldheid van ons eigen hart en vooral ook het juiste moment waarop we de dingen zullen zeggen die op ons hart zijn.

We zullen ook zelf altijd moeten luisteren naar kritische opmerkingen, wanneer ze voortkomen uit liefde en bewogenheid, ongeacht of we het er mee eens zijn. Tenminste zouden we hetgeen ons in liefde gezegd is, biddend kunnen overdenken. Mogelijk dat Gods Heilige Geest ons toch duidelijk maakt dat ons eigen inzicht onjuist is en dat we dingen moeten veranderen. Sta er in ieder geval voor open en besef dat we altijd anders naar onszelf kijken dan anderen naar ons.

Je bent broeders en zusters en je vormt samen een geestelijk gezin. Je kent elkaar en ook vaak elkaars zwakke punten. In een gezin zal zeker ook over verkeerde dingen gesproken worden. Maar door de liefde weet degene die het treft, dat zijn familieleden hem vanwege zijn zwakheden nooit zullen laten vallen. Het gezin waar hem zijn fouten getoond worden, wordt dus ook zijn schuilplaats en zou zo het moeten zijn in de gemeente van de Heer.
Lees verder

Geplaatst in conflict, Conflicten, Hoogmoed, leiders, ruzie | Tags: | Een reactie plaatsen

Zeven valkuilen voor geestelijk leiders.

Voorgangers, oudsten, pastorale medewerkers, die goede leiding geven zullen in de eerste plaats bezig zijn met het herderlijk begeleiden (ondersteunen) van de leden van de gemeente. Daarin dienen ze de gemeente en volgen ze ook het voorbeeld van Jezus na. Leiders die willen heersen, zijn altijd op zoek naar medewerkers die zonder tegenspraak, bereid zijn hen te dienen. Men zal bij voorkeur oudsten, diakenen of andere medebestuurders kiezen, die blijk hebben gegeven niet snel tegen te spreken. Het gevolg is dat er bij vergaderingen meestal geen sprake is van overleg, maar veel meer van het geven van instructies.

Men beroept zich vaak op de bekende tekst uit Hebr.13:17 waar staat dat we voorgangers (geestelijk leiders) moeten gehoorzamen. Maar het is echter niet aannemelijk dat de schrijver van de Hebreeën brief hier inderdaad bedoeld zou hebben, dat geestelijke leiders (voorgangers) altijd gelijk moeten hebben. Dit creëert namelijk een onwerkbare situatie in een gemeente. Je denken moet dan helemaal worden uitgeschakeld, want het enige wat je moet doen is instructies opvolgen. Maar dit kan nooit zo bedoeld zijn. Veeleer gaat het er om, dat mensen die voorgaan in de gemeente, bijvoorbeeld in de prediking, serieus genomen moeten worden. We moeten dus naar ze luisteren en als het Bijbels is wat ze ons voorhouden, er ook naar handelen. Doen we dat niet, dan spannen deze mensen zich voor ons in, zonder resultaat.

In de huidige tijd zien we echter steeds meer leiders opstaan in evangelische kringen, die zichzelf eerder zien als een soort manager van een groot bedrijf, dan als toegewijde dienaren van Gods werk. Ze leiden de gemeente alsof het een commercieel bedrijf betreft, terwijl het dat absoluut niet is, maar levend lichaam van Christus waarvan Jezus het hoofd is. Het feit dat leiders geneigd zijn hun gemeente als een bedrijf te zien, heeft natuurlijk ook te maken met de specifieke gevaren die verbonden zijn aan geestelijk leiderschap, risico’s die speciaal personen in leiderschap lopen. Ze komen als het ware mee met de verantwoordelijkheid en de taak.

Maar het is ook waar dat niet iedereen die meent een leider te zijn, het ook is. De Bijbel zegt dat God ‘sommige’ heeft aangesteld in de gemeente (1 Cor.12:28-31). Het is beslist geen schande als een leider terugtreed uit zijn functie, omdat hij gaandeweg tot de ontdekking komt niet over de juiste bestuurskwaliteiten te beschikken. Dit is in ieder geval veel beter dan te blijven in een taak waar men geen roeping voor heeft, met mogelijke schade voor de gemeente en hem zelf.

We willen hier even kort de eigenschappen bespreken waaraan leiders moeten voldoen.

1. Een geestelijk leider moet geen carrière jager zijn.
De Bijbel zegt in Rom.12:3 “Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.”

Een groot gevaar voor leiders is hoogmoed. Het is het eerste en belangrijkste waar leiders voor moeten waken. Natuurlijk is hoogmoed een ernstig gevaar voor iedereen, maar geestelijke leiders zullen er meer last van te hebben. Zij worden vaak in een positie geplaatst waarin andere hoge verwachtingen van hen hebben. Wanneer een leider bijvoorbeeld door veel mensen bejubeld wordt, omdat hij bepaalde dingen zeer goed doet, komt hij gemakkelijk in de verleiding om op anderen te gaan neer te zien.

Zelfs geestelijk leiders die veel waarschuwen voor hoogmoed, kunnen er toch zelf aan ten prooi vallen, want dit gevaar is vaak veel groter dan men denkt en dus kan het gemakkelijk onderschat worden. Vandaar dat dagelijks gebed en diep buigen voor de Heer, de enige weg voor een leider is om hiervoor bewaard te blijven. Hoogmoed is bij uitstek de manier waarop de duivel een geestelijk leider ten val kan brengen. Want vanuit deze zonde komt nog veel meer voort, zoals leugens, oneerlijke praktijken en schijnheiligheid. Hoogmoed komt voort uit onze zondige natuur en daarom waren we er in ieder geval allemaal bevattelijk voor.

In het bijzonder leiders moeten zich de vermaning van Paulus aan de Corinthiërs voor ogen houden in 1 Cor.3:5: “Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft.”

2. Geestelijk leiders moeten teamspelers zijn.
Twee voorbeelden waarin we zien dat God wil dat leiders teamspelers zijn.
◾Handelingen 6:1-6 beschrijft hoe met het groter worden van de gemeente te Jeruzalem de behoefte aan diakenen ontstaat: er zijn ‘handen’ tekort voor het bedienen van de tafels. De apostelen zien dit in en stellen de voltallige gemeente voor: “Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen”.
◾Dit stemt ook overeen met de raad die Mozes van zijn schoonvader Jethro kreeg toen hij van de ochtend tot de avond bezig was om recht te spreken tussen het volk: (Ex.18:21) “Gij moet onder het gehele volk omzien naar flinke, godvrezende en betrouwbare mannen, die winstbejag haten, en hen aanstellen als oversten van duizend, oversten van honderd, oversten van vijftig en oversten van tien”.

Daarom, ook nu moet het werk in de gemeente gedelegeerd worden aan betrouwbare mensen, vol van Geest en wijsheid, het werk kan niet slecht door één persoon gedaan worden. Een leider moet zich dus omringen met bekwame mensen die hem kunnen helpen en adviseren. Maar leiders die niemand naast zich dulden of kunnen verdragen, geven daarmee in feite aan ongeschikt te zijn voor het geestelijk leiderschap.

We zien nogal eens groepen van gelovigen met een leider die zichzelf onaantastbaar is gaan vinden en zelfs absolute gehoorzaamheid eist van zijn volgelingen. Hoewel men soms ook nog de mond vol heeft over Bijbelse principes van verantwoordelijkheden delen en gaven die gelovigen hebben, duldt men in de praktijk toch niemand naast zich. Men mag dan wel meewerken, maar de leider deelt niet het gezag wat hij heeft, dus de verantwoording blijft ten alle tijden alleen bij hem. Dit is dan totaal anders dan wat we in de Bijbel vinden. Mozes werd juist gecorrigeerd door zijn schoonvader Jethro, toen hij de neiging had om alles alleen te doen.
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, gemeente, Hoogmoed | Tags: | Een reactie plaatsen

Interessante Bijbelstudies voor geestelijk leiders

Meer interessante studies op: http://www.evangelisch-nieuws.nl

De basis van Bijbels leiderschap is altijd de roeping door God zelf, maar ook de toerusting door Zijn Geest en vanuit het Woord. En dit alles moet zichtbaar worden in een houding van liefde en dienstbaarheid aan de gemeente. De studies op deze website komen voort uit een jarenlange ervaring en tegelijk vanuit het verlangen om geestelijk leiders te helpen en toe te rusten. Tevens mag u ons altijd online om advies vragen, als u dat wilt kunt u gewoon anoniem blijven. U krijgt altijd antwoord,
Lees verder

Geplaatst in Bijbelstudies, geestelijk leiders, gemeente, Hoogmoed, Huwelijk, leiders, Manipulatie, Profeteren in de gemeente | Reacties uitgeschakeld voor Interessante Bijbelstudies voor geestelijk leiders

Wie zijn feitelijk onze helden? Wat zegt de Bijbel?

Op televisie zien miljoenen mensen wekelijks hun idolen voorbij komen. Dat zijn mensen die op één of andere manier de bewondering opwekken van het grote publiek. Zeker in een tijd van bijzondere sportprestaties, worden sportmensen vereerd.

Soms gaat het te ver. Er zijn mensen die zelfs helemaal gek worden van een bepaalde zanger/ zangeres of acteur/actrice. Zij zien die bijzondere personen als hun grote voorbeeld of ze herkennen in hen… het onbereikbare verlangen wat we allemaal diep in ons hebben. Het verlangen om bewonderd te worden, geëerd doordat we iets kunnen wat de meeste anderen niet kunnen. Feitelijk hebben we dat allemaal van naturen wel een beetje in ons.

Natuurlijk is dit verlangen het sterkst bij mensen die onzeker over zichzelf zijn en vooral jongeren hebben daar in een bepaalde levensfase mee te maken. Ze gaan dan denken dat ze meer waard zouden zijn, leuker, mooier, populairder, als ze een beetje op hun idool zouden lijken. Helaas, bijna altijd zullen ze op een dag ontdekken dat het uiteindelijk niets uitmaakt. Het is altijd beter gewoon jezelf te blijven en vooral niemand na te doen.

Maar het klinkt misschien vreemd, we komen het soms ook tegen in evangelische kringen. Of het nu gaat om een beroemde voetballer of een beroemde evangelie prediker, heel vaak leidt het ook tot een soort helden verering. Het voorziet waarschijnlijk in een belangrijke behoefte van mensen. We willen iets zien, een voorganger of prediker die durf te zeggen, dat speciaal door zijn gebed wonderen gaan gebeuren, spreekt de massa aan. Het is nu eenmaal moeilijk om alleen te geloven zonder iets zichtbaar te zien. Overigens heeft Jezus wel tegen Zijn discipel Thomas gezegd in Joh.20:29 “… zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven”.

Maar het blijft lastig, ook Thomas kon dat niet. Hij wilde eerst met zijn eigen ogen zien dat Jezus was opgestaan en dan pas zou hij geloven. Wij mensen zijn vaak niet veel anders en we beginnen daarom soms mensen te vereren, vooral als er gesproken wordt over bovennatuurlijke openbaringen of wonderen. En helaas zijn er ook geestelijk leiders die zo’n helden status maar wat graag ambiëren en er dus ook niets tegen ondernemen, maar het eerder aanmoedigen.

In de eindtijd, mensen die opgeblazen zijn.
Paulus waarschuwt in 2 Tim.3:4, dat mensen in de eindtijd “opgeblazen” zullen zijn en helaas komt het ook onder christenen voor en is hoogmoed bewust of onbewust de oorzaak van heel veel scheuringen en problemen binnen gemeenten. Laten we voorzichtig zijn en niet te hard roepen dat we zelf niet hoogmoedig zijn, want mensen die dat het hardste roepen zijn het vaak juist.

Overigens was het in Jezus dagen al niet veel anders onder Zijn discipelen, ook zij hadden last van de geest van hoogmoed, lees maar in Lukas 22. Jezus had net het Pascha met hen gevierd en daarbij de verbinding gemaakt naar Zijn lijden en sterven aan het kruis. Je zou zeggen een uitermate gevoelig moment en zeker niet het moment om te gaan twisten over wie de baas zou zijn. Tenzij je feitelijk horende doof bent en dat was nu precies het probleem. Lees speciaal vers 24- 27:

‘Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient’.

Vooral als mensen ons gaan vereren en regelmatig zeggen dat we beter zijn of meer gezalfd met de heilige Geest dan anderen, dan wordt het voor ons oppassen. Feitelijk zouden we er dan beter aan doen, om anderen naar voren te schuiven en zelf een stapje terug te doen. Echt geestelijke mensen doen dat, het gaat immers niet om de eer van ons, maar om de eer van Jezus. Nog gevaarlijker wordt het namelijk, als we al die verering normaal gaan vinden en bewust of onbewust, voeding gaan geven aan deze vorm van mensen verering. Langzaam komt de gedachte dan bij ons binnen, dat het feitelijk gewoon klopt wat men zegt. Je zegt wellicht onbewust tegen jezelf ‘ik ben feitelijk wel erg goed en ik doe het ook beter dan de ander’.
Lees verder

Geplaatst in Afgod, Eindtijd, geestelijk leiders, Hoogmoed | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Geestelijk leiders moeten niet heersen, maar dienen.

Voorgangers, oudsten, pastorale medewerkers, die goede leiding geven zullen in de eerste plaats bezig zijn met het herderlijk begeleiden (ondersteunen) van de leden van de gemeente. Daarin dienen ze de gemeente en volgen ze ook het voorbeeld van Jezus na. Leiders die willen heersen, zijn altijd op zoek naar medewerkers die zonder tegenspraak, bereid zijn hen te dienen. Soms gaat het ook nog gepaard met het vereren van de leider en dat is levensgevaarlijk voor een gemeente.

In de huidige tijd zien we steeds meer leiders zien opstaan in evangelische kringen, die zichzelf eerder zien als een soort manager van een groot bedrijf, dan als toegewijde dienaren van Gods werk. Ze leiden de gemeente alsof het een commercieel bedrijf betreft, terwijl het dat absoluut niet is, maar levend lichaam van Christus waarvan Jezus het hoofd is. Het feit dat leiders geneigd zijn hun gemeente als een bedrijf te zien, heeft natuurlijk ook te maken met de specifieke gevaren die verbonden zijn aan geestelijk leiderschap, risico’s die speciaal personen in leiderschap lopen. Ze komen als het ware mee met de verantwoordelijkheid en de taak.

Maar het is ook waar dat niet iedereen die meent een leider te zijn, het ook is. De Bijbel zegt dat God ‘sommige’ heeft aangesteld in de gemeente (1 Cor.12:28-31). Het is beslist geen schande als een leider terugtreed uit zijn functie, omdat hij gaandeweg tot de ontdekking komt niet over de juiste bestuurskwaliteiten te beschikken. Dit is in ieder geval veel beter dan te blijven in een taak waar men geen roeping voor heeft, met mogelijke schade voor de gemeente en hem zelf.

We willen hier even kort de eigenschappen bespreken waaraan leiders moeten voldoen.

1. Een geestelijk leider moet geen carrière jager zijn.
De Bijbel zegt in Rom.12:3 “Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.”

Een groot gevaar voor leiders is hoogmoed. Het is het eerste en belangrijkste waar leiders voor moeten waken. Natuurlijk is hoogmoed een ernstig gevaar voor iedereen, maar geestelijke leiders zullen er meer last van te hebben. Zij worden vaak in een positie geplaatst waarin andere hoge verwachtingen van hen hebben. Wanneer een leider bijvoorbeeld door veel mensen bejubeld wordt, omdat hij bepaalde dingen zeer goed doet, komt hij gemakkelijk in de verleiding om op anderen te gaan neer te zien.

Zelfs geestelijk leiders die veel waarschuwen voor hoogmoed, kunnen er toch zelf aan ten prooi vallen, want dit gevaar is vaak veel groter dan men denkt en dus kan het gemakkelijk onderschat worden. Vandaar dat dagelijks gebed en diep buigen voor de Heer, de enige weg voor een leider is om hiervoor bewaard te blijven. Hoogmoed is bij uitstek de manier waarop de duivel een geestelijk leider ten val kan brengen. Want vanuit deze zonde komt nog veel meer voort, zoals leugens, oneerlijke praktijken en schijnheiligheid. Hoogmoed komt voort uit onze zondige natuur en daarom waren we er in ieder geval allemaal bevattelijk voor.

In het bijzonder leiders moeten zich de vermaning van Paulus aan de Corinthiërs voor ogen houden in 1 Cor.3:5: “Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft.”

2. Geestelijk leiders moeten teamspelers zijn.
Twee voorbeelden waarin we zien dat God wil dat leiders teamspelers zijn.

◾Handelingen 6:1-6 beschrijft hoe met het groter worden van de gemeente te Jeruzalem de behoefte aan diakenen ontstaat: er zijn ‘handen’ tekort voor het bedienen van de tafels. De apostelen zien dit in en stellen de voltallige gemeente voor: “Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen”.

◾Dit stemt ook overeen met de raad die Mozes van zijn schoonvader Jethro kreeg toen hij van de ochtend tot de avond bezig was om recht te spreken tussen het volk: (Ex.18:21) “Gij moet onder het gehele volk omzien naar flinke, godvrezende en betrouwbare mannen, die winstbejag haten, en hen aanstellen als oversten van duizend, oversten van honderd, oversten van vijftig en oversten van tien”.

Daarom, ook nu moet het werk in de gemeente gedelegeerd worden aan betrouwbare mensen, vol van Geest en wijsheid, het werk kan niet slecht door één persoon gedaan worden. Een leider moet zich dus omringen met bekwame mensen die hem kunnen helpen en adviseren. Maar leiders die niemand naast zich dulden of kunnen verdragen, geven daarmee in feite aan ongeschikt te zijn voor het geestelijk leiderschap.

We zien nogal eens groepen van gelovigen met een leider die zichzelf onaantastbaar is gaan vinden en zelfs absolute gehoorzaamheid eist van zijn volgelingen. Hoewel men soms ook nog de mond vol heeft over Bijbelse principes van verantwoordelijkheden delen en gaven die gelovigen hebben, duldt men in de praktijk toch niemand naast zich. Men mag dan wel meewerken, maar de leider deelt niet het gezag wat hij heeft, dus de verantwoording blijft ten alle tijden alleen bij hem. Dit is dan totaal anders dan wat we in de Bijbel vinden. Mozes werd juist gecorrigeerd door zijn schoonvader Jethro, toen hij de neiging had om alles alleen te doen.

Jezus is tijdens zijn aardse bediening ook direct begonnen om 12 apostelen op te leiden. (Luc.6:13). Hij wist dat de tijd zou komen dat Hij ten hemel zou varen en dat Zijn werk door anderen zou moeten worden voortgezet. Tevens zond Hij zijn discipelen ook uit om de boodschap van het koninkrijk te verkondigen en met zieken te bidden (Luc.9 en 10) en Hij liet ze zelfs toe om mensen te dopen (Joh.4:1). Hij schakelde ze dus werkelijk ook in.

Een van de beste middelen tegen het gevaar om solistisch te worden in geestelijk leiderschap, is direct anderen mee te nemen in de bediening en hen de ruimte te geven zich naast je te ontwikkelen. Natuurlijk zit daar ook een gevaar in, je loopt als leider veel meer risico op rivaliteit en afgunst. Maar tegelijk moet elke leider beseffen dat het werk van God niet het eigendom van de leider is, zelfs al heeft hij aan de basis van het werk gestaan. God is machtig om je als leider te bevestigen en als Hij het niet doet kunnen we beter stoppen en plaats maken voor anderen, want anders is het gewoon mensen werk.
Lees verder

Geplaatst in Actueel, geestelijk leiders, gemeente, Hoogmoed, Manipulatie | Tags: , , | 1 reactie

De belangrijke les die we van Maarten Luther kunnen leren.

(2017) Het is 500 jaar geleden dat Maarten Luther zijn beroemde 95 stellingen op de deur van de slotkerk te Wittenberg spijkerde. Een gebeurtenis die de wereld van die tijd veranderde. Hoe is hij daar zo toe gekomen? Wel, een aantal gebeurtenissen hebben daar aan bijgedragen.

Bijvoorbeeld, Maarten Luther had na zijn intrede in het klooster een bedevaart gemaakt naar Rome en toen de bekende Pilatus-trap beklommen. Men noemde deze trap de heilige trap, omdat dit de trap geweest zou zijn die Jezus heeft beklommen, nadat Hij gegeseld was en voor Pilatus moest verschijnen. Men had deze trap helemaal vanuit Jeruzalem naar Rome gebracht. De toenmalige Paus verkondigde, dat ieder die deze trap op zijn knieën opklom, een aflaat ontving. Dat wil zeggen dat men dan van God kwijtschelding ontving voor al zijn begane zonden.

Luther had die trap dus ook beklommen op zijn knieën, in zijn zoektocht naar geloofszekerheid. Maar de pijn in zijn knieën bracht hem niet de zekerheid dat zijn zonden nu vergeven waren en daar begon de verandering. God liet hem zien dat we Gods genade nodig hadden en dat we bij God niets kunnen bereiken door eigen prestatie. Ook wij hebben Gods genade elke dag weer opnieuw nodig.

Hebben we de les geleerd?
Helaas, nog steeds leeft er een hardnekkige gedachte, onder veel christenen, dat we op de één of andere manier, zelf iets moeten presteren om God in beweging te krijgen. We denken soms, dat ‘lang’ bidden en vooral ‘heel lang’ vasten, door God extra wordt beloond. Hoe langer je het volhoudt, liefst tot je aan het eind van je krachten bent, hoe fijner God dat vindt. En ook, uren in de Bijbel lezen heeft meer effect dan iedere dag 5 minuten, of in de nacht bidden heeft meer uitwerking bij de Heer, dan gewoon maar overdag en zo zijn er nog meer voorbeelden. Maar feitelijk zijn dit alleen onze eigen gedachten en zeker niet Gods gedachten. Het is ook een vorm van zelfkastijding, we worden als het ware weer onder een soort wet geplaatst en dat terwijl Jezus ons er nu juist van had bevrijd.

Mensen komen daardoor soms in een enorme kramp terecht, omdat men het gevoel heeft het nooit goed genoeg te doen. Daarom gaat men nog meer dingen doen, in een poging om God gunstig jegens ons te stemmen. Nog maar meer bidden, nog meer in de Bijbel gaan lezen, aan nog meer evangelische activiteiten mee doen, terwijl we het al zo druk hebben. Want we denken, dat is de manier om gezegend te worden door de Heer en vooral ook om uiteindelijk heiliger of geestelijker worden.

Heel vaak horen we van mensen die met een nood of probleem naar ons toe komen: “ja maar ik bid altijd al zoveel” of “ik ben altijd zo trouw aanwezig op de bidstonden van de gemeente” of “ik heb al zoveel jaar trouw mijn tiende gegeven aan God”. Ze willen daar feitelijk mee zeggen, “ik heb erg mijn best gedaan Heer en daarom is het niet eerlijk dat U me nog niet hebt geholpen”. Maar ja, als we er even over nadenken dan kan men zich ook afvragen, waarom onze prestaties indruk zouden moeten maken op God. We hebben niets verdient bij God en we kunnen niets verdienen. Al bidden we 12 uur per dag en vasten we ieder week minste twee of drie dagen, God is ons niets verschuldigd. Dat is ook niet nodig, want Jezus heeft de volle prijs voor ons betaald aan het kruis, voor alles wat we nodig zouden hebben. Daarom, alles wat God ons geeft is niets meer of minder dan genade.

Zelfheiliging.
Door al deze dingen te doen zal God ons beslist niet ‘meer’ zegenen als anderen en je wordt er ook niet heiliger van, feitelijk ben je gewoon op de weg van zelfheiliging. Voor een christen is de weg van zelfheiliging, een zeer vermoeiende weg vol frustraties, omdat we vrijwel zeker steeds weer mislukken. Zelfheiliging betekent dat we steeds moeite doen om foutloos te zijn en als het niet lukt dan hanteren we figuurlijk gesproken, de zweep voor ons zelf in plaats dat we rekenen op de genade van God.

Zelfheiliging is feitelijk een vorm van zelfkastijding, dus je denkt heiliger te worden door jezelf dingen te ontzeggen. Tot op de dag van vandaag zijn er nog mensen die denken doormiddel van zelfkastijding heiliger te kunnen worden en zo God te kunnen behagen. Dat kan ook op allerlei moderne manieren en ik geef even wat voorbeelden.
◾Je durft geen televisie te kijken en ook niet naar informatieve programma’s, want je bent bang met wereldse dingen in aanraking te komen.
◾Je leest geen enkel ander boek dan de Bijbel, want alle andere boeken beschouw je hoe dan ook als zonde. Je mag dus gewoon geen plezier hebben in een ander boek.
◾Je voelt je al gauw schuldig als je naar een film kijk, vooral het geen christelijk film is.
◾Je denkt dat alleen bidden acceptabel is voor God, als je het doe op je knieën. Want het moet ook lichamelijke moeite kosten, pijn doen, anders heeft het voor God geen waarde.
◾Een prediker van het evangelie, mag niet teveel grappen maken, maar zeker niet op zondag tijdens de wekelijkse kerkdienst.
◾Je moet altijd naar de samenkomsten, ook als je vermoeit thuis komt van je werk en feitelijk alleen maar wil uitrusten, etc. etc..
Lees verder

Geplaatst in Bijbelstudies, Diversen, Evangelie, Hoogmoed | Tags: , | Een reactie plaatsen

Practische aanwijzingen en studies voor geestelijk leiders.

Meer interessante studies op: http://www.evangelisch-nieuws.nl

De basis van Bijbels leiderschap is altijd de roeping door God zelf, maar ook de toerusting door Zijn Geest en vanuit het Woord. En dit alles moet zichtbaar worden in een houding van liefde en dienstbaarheid aan de gemeente. De studies op deze website komen voort uit een jarenlange ervaring en tegelijk vanuit het verlangen om geestelijk leiders te helpen en toe te rusten. Tevens mag u ons altijd online om advies vragen, als u dat wilt kunt u gewoon anoniem blijven. U krijgt altijd antwoord, KLIK HIER.

Bijbels leiderschap – De Bijbel zegt in Rom.12:3 “Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.” Een groot gevaar voor leiders is hoogmoed. Het is het eerste en belangrijkste waar leiders voor moeten waken. Natuurlijk is hoogmoed een ernstig gevaar voor iedereen, maar speciaal bij geestelijke leiders.

Pastorale zorg in de gemeente – De pastorale zorg in een gemeente, is feitelijk het kloppend hart van iedere gemeente. Ontbreekt het daaraan, dan raakt de gemeente al snel zijn roeping en taak kwijt, namelijk om een plaats van troost en herstel te zijn voor iedereen die daar naar zoekt. Gemeenteleiders kunnen druk zijn met van alles, maar als het belangrijkste vergeten wordt, hebben we ons doel gemist. Want, de zorg voor de mensen die nieuw binnen komen in de gemeente en vooral de zwakken onder ons, is beslist een taak met de hoogste prioriteit.

Stress in de bediening – Stress, lijkt wel een kwaal van de hedendaagse maatschappij, het komt steeds meer voor en helaas ook onder geestelijk leiders. Voor een deel is de oorzaak vaak heel praktisch, namelijk men heeft geen normale werkdagen. Je denkt 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar te moeten zijn en er is dan geen tijd voor ontspanning en weer opladen. Je hebt ook het gevoel dat er steeds meer van je wordt geëist, bijvoorbeeld omdat er in de gemeente te weinig mogelijkheden zijn om taken te delegeren naar anderen.

Leiders die zondigen – Als geestelijk leiders zondigen, wat dan? – Wij krijgen elke week veel e-mails binnen, zowel van mannen als van vrouwen, die worstelen met verslaving aan pornografie en andere zondige seksuele praktijken. Helaas komt het ook voor dat geestelijk leiders ons benaderen met een verzoek om gebed en advies over dit onderwerp. Soms worstelen ze al jaren met seksuele zonden en hebben ze hun probleem nog aan niemand durven te vertellen. Men is b.v. bang voor reputatie schade.

Je bediening en je huwelijk – Als een bediening van een voorganger z’n een huwelijk bedreigt gaat er iets grondig mis. Men kan zich zo laten meeslepen in alle activiteiten die er zijn, dat er geen andere zaken meer meetellen, zelfs zijn huwelijk en gezin moeten hem te vaak missen. Soms heeft hij zelf het idee dat hij feitelijk onmisbaar is en dat het dus noodzakelijk is dat hij altijd aanwezig is. Niemand kan het werk zo goed als hij. Waarschijnlijk ervaart hij het zelf als gedrevenheid, of passie, maar feitelijk heeft hij zijn bediening tot een afgod gemaakt en dit is een groot gevaar.

Manipulatie in de gemeente – In de huidige tijd zien we steeds weer leiders opstaan in evangelische kringen die zichzelf eerder zien als een soort manager van een groot bedrijf, dan zichzelf te zien als nederige dienaren van God. Ze commanderen en manipuleren voortdurend en leiden de gemeente alsof het een commercieel bedrijf betreft, terwijl het dat absoluut niet is. Vaak menen ze ook ‘recht’ te hebben op een hoge positie en op een daarbij behorend ‘hoog’ salaris plus, niet te vergeten, een zeer ruime onkosten vergoeding. Ze zien zichzelf als een soort directeur.

Geestelijk leiders zijn teamspelers – Het wordt vaak gezegd, het is voor leiders in een geestelijk werk soms erg eenzaam. Velen zijn voorzichtig met vriendschappen, buiten hun eigen vertrouwde kring en men zal zeker niet gauw eigen zwakheden toegeven aan de gemeente. Wat al helemaal gevaarlijk kan zijn, is als men behoefte heeft om problemen te delen met anderen. Met wie doe je dat dan? Je weet maar nooit wat anderen met die informatie doen en het kan ook tegen je gebruikt gaan worden. Men wil het liever allemaal zoveel mogelijk zelf uitzoeken.

Workaholic in de bediening – Als een bediening van een voorganger of oudste z’n gezin of huwelijk bedreigt, gaat er grondig iets mis. Het is van groot belang dit tijdig te onderkennen, zodat de schade beperkt blijft. In het algemeen kunnen we zeggen dat het ontbreken van tijden van rust en ontspanning, tot gevolg heeft dat het lichaam onvoldoende energie kan opladen. Wat bedoelen we hiermee? Mensen die leven in een sfeer van gehaast zijn, nemen meestal geen tijd voor bijvoorbeeld een goede wandeling, of om ontspannen met het gezin bezig te zijn.

Vrouwen van voorgangers – Deel je altijd automatisch in de bediening? In deze tijd komt het regelmatig voor dat bij de keuze van gemeente leiders, de voorkeur wordt gegeven aan een voorganger of oudste-echtpaar. Het is ook min of meer een trend geworden, dat men liever leiders-echtparen in de evangelie gemeente heeft, mannen en vrouwen die vooral elkaars gelijke zijn in de bediening. Vaak worden voorgangers- vrouwen beschouwd als een soort co-pastors in de gemeente. De man is dan de leider en de vrouw co-pastor.

Een Bijbelse Gemeente – De meeste plaatselijke gemeenten in ons land hebben een predikant, voorganger, opziener of een voorgaande oudste (1 Tim.5:17), wat in feite verschillende namen zijn voor dezelfde functie. Hoewel de Bijbel ook spreekt over voorgangers in het meervoud (zie Hebr.13:17), is men in ons land meestal gewend aan één voorganger per gemeente, met verschillende oudsten als medebestuurders. In principe kunnen er Bijbels gezien ook meerdere voorgangers in een gemeente zijn.

Conflicten in de gemeente – Soms kregen we een verzoek van een evangelie gemeente om te adviseren bij het oplossen van interne conflicten. Tegenwoordig zijn we er wat voorzichtiger mee dan vroeger. Het probleem is vaak dat de hulpvraag meestal komt, nadat men zelf al allerlei wegen heeft bewandeld om het probleem op te lossen, zonder resultaat. Het gevolg is dan vaak dat de standpunten zich gaan verharden en heel vaak heeft dit al gevolgen in de gemeente doordat mensen weg blijven uit de samenkomsten.

Kritiek, kan dat wel? – We krijgen er allemaal mee te maken. Iedereen staat in feite bloot aan kritiek en wel het meest geldt dit voor degene die iets doen in de gemeente. Gemeenteleiders zullen er daarom zeker mee te maken krijgen en op dit punt spreken we zelf ook uit ervaring. Welke beslissing een voorganger, oudste of welke andere gemeente leider of leidster ook neemt, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn. Onze ervaring is dat je het feitelijk nooit iedereen naar het zin kan maken, hoe goed je je best ook doet.

Tucht in de gemeente – Als christenen hebben we de opdracht om elkaar te verdragen, lief te hebben, te aanvaarden. Tot zover kunnen we daar wel wat mee, al geeft het soms ook wel wat moeite om mensen lief te hebben waar je gewoon niks mee hebt. Maar het wordt nog lastiger als we bedenken dat de Bijbel het ook heeft over vermanen, elkaar dus aan spreken op eventueel verkeerd gedrag (Rom.15:14). Dat is beslist geen eenvoudige opdracht, aangezien we vaak ook te maken hebben met bepaalde gevoeligheden.

Roeping, is dat nodig? – Leiderschap in de gemeente is een duidelijk Bijbels principe. Jezus Christus is het Hoofd van de gemeente, maar Hij is ook degene die zelf de leiders aanstelt, lees dit o.a. in Efeziërs 4:11,12. We moeten de toepassing gaan begrijpen van bijvoorbeeld een ‘apostolische bediening’ in leiderschap, namelijk het bereiken van een verloren wereld en het stichten van nieuwe gemeenten, alsook van leiderschap voor de plaatselijke gemeente, waar voorgangers, oudsten en diakenen nodig zijn.

Hoogmoed, een gevaar – Geestelijk leiders die vereerd worden, moeten waakzaam zijn, want hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt binnensluipen. Geestelijk leiders die vereerd worden, moeten waakzaam zijn. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist hoogmoedig zijn. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn. Dat geldt ook voor bedieningen en titels waar we menen recht op te hebben.

Gemeente en democratie – Er is leiding en gezag nodig in de gemeente, maar dan wel gezag wat door God is aangesteld. De meeste plaatselijke gemeenten in ons land hebben een predikant, voorganger, opziener of een voorgaande oudste (1 Tim.5:17), wat in feite verschillende namen zijn voor dezelfde functie. Hoewel de Bijbel ook spreekt over voorgangers in het meervoud (zie Hebr.13:17), is men in ons land meestal gewend aan één voorganger per gemeente, met verschillende oudsten als medebestuurders.

Altijd positief zijn, klopt dat wel? – Natuurlijk, het is beslist goed en vooral Bijbels om jezelf geestelijk te voeden met positieve dingen. De Bijbel zegt het heel duidelijk o.a. in Filippenzen 4:8 “…al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat…”. Dus… wees niet te veel bezig met alles wat negatief is en afbreekt. Doe niet teveel mee met mensen die altijd maar mopperen en zuchten, dat doet ons geestelijk niet goed en het is zeker niet de wil van God.

Niet alle manifestaties zijn zuiver – Pas op, niet alle manifestaties zijn van de Geest van God. We krijgen regelmatig vragen over onderwerpen als vallen of rusten in de Geest, maar ook lachen en huilen, brullen, blaffen in de Geest. Het verbaast ons wel een beetje dat er kennelijk toch weinig over geschreven wordt, ook niet door bekende Bijbelleraren. Terwijl aan de andere kant de verwarring onder christenen alleen maar toeneemt. Het lijkt wel of er ook nog een soort angstcultuur om heen heerst, bang om als negatief en te kritisch weggezet te worden.

Plaats voor mensen die lijden – Eén van de moeilijkste vragen die ons onlangs weer eens gesteld werd is deze: ‘waarom laat God het toe dat mijn kind gehandicapt ter wereld komt’ of wat we ook hoorde ‘waarom laat God deze ziekte of dit lijden toe in mijn leven’. Daar sta je dan als predikers die in de genezende kracht van de Heer geloven. We hebben door de jaren heen met honderden mensen gebeden en ook grote wonderen gezien. Maar eerlijk gezegd gebeurde het ook dat mensen niet genazen en aan een ongeneeslijke kwaal bleven lijden of gehandicapt waren.

Niet alle profetie is zuiver – Kan profetie ook misleidend zijn? Er is veel onduidelijkheid over het onderwerp profetie, we krijgen daar vaak vragen over en daarom dit artikel over profeteren. Vooral tegenwoordig wordt er in bepaalde kringen veel geprofeteerd, je hoort daar in de samenkomsten nogal eens het bekende ‘zo spreekt de Heer… ‘ en dan volgt er een boodschap. Anderen zijn wat voorzichtiger en zeggen ‘de Heer bepaalde mij bij…’ en dan volgt er een boodschap of gedachte die men meent van God ontvangen te hebben.

Internet service voor Bijbelse adviezen

Henk en Diny Herbold

Wij hebben een speciale online internet service voor Bijbelse adviezen, voor iedereen die daarom vraagt. Bijna dagelijks mailen mensen ons en vragen ons advies vanuit de Bijbel. De service is gratis en u kunt gewoon anoniem blijven. We proberen u altijd binnen twee dagen een antwoord te sturen. Bent u dus opzoek naar advies vanuit de Bijbel? Stuur ons gerust een bericht, u kunt bij ons verzekerd zijn van strikte discretie.
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, gemeente, Hoogmoed, Manipulatie, Positief denken, Profeteren in de gemeente | Tags: , | Een reactie plaatsen

Geestelijk leiders die vereerd worden, moeten oppassen voor hoogmoed.

Hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt de kop opsteken, het zit als het ware in ons DNA. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist hoogmoedig zijn. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn.

Dat geldt ook voor bedieningen en titels waar we menen recht op te hebben. Wees voorzichtig, het is beter als anderen van ons zeggen dat we een apostel, profeet, evangelist, herder of leraar zijn (Lees Efeze 4:11), dan dat we daar zelf mee te koop gaan lopen. Werkelijk geroepen dienaren van God hebben dat helemaal niet nodig, God zal hen Zelf bevestigen.

Als mensen ons gaan prijzen.
Vooral, als het ons als geestelijk leider goed gaat in onze bediening en mensen ons daarom beginnen te prijzen, moeten we waakzaam zijn. Als mensen regelmatig zeggen, dat we het zo goed doen en dat men door ons zo gezegend wordt, dan wordt het gevaarlijk. Natuurlijk is dat in eerste instantie fijn om te horen, maar toch moeten we beducht zijn voor de geest van hoogmoed en onze menselijke zwakheid. Paulus heeft geprofeteerd in 2 Tim.3:4, dat de mensen in de eindtijd ‘opgeblazen’ zullen zijn en dat geldt helaas niet alleen voor ongelovige mensen, maar ook voor christenen en zelfs voor geestelijk leiders.

Overigens was het in Jezus dagen al niet veel anders onder Zijn discipelen, ook zij hadden last van de geest van hoogmoed, lees maar in Lukas 22. Jezus had net het Pascha met hen gevierd en daarbij de verbinding gemaakt naar Zijn lijden en sterven aan het kruis. Je zou zeggen een uitermate gevoelig moment en zeker niet het moment om te gaan twisten over wie de baas zou zijn. Tenzij je feitelijk horende doof bent en dat was nu precies het probleem. Lees speciaal vers 24- 27:
‘Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient’.

Vooral als mensen regelmatig zeggen dat je beter bent of meer gezalfd met de heilige Geest dan andere mededienstknechten van de Heer, dan wordt het oppassen. Feitelijk zouden we er dan beter aan doen, om anderen naar voren te schuiven en zelf een stapje terug te doen. Echt geestelijke mensen doen dat, het gaat immers niet om de eer van ons, maar om de eer van Jezus. Nog gevaarlijker wordt het echter, als we al die eer normaal gaan vinden en bewust of onbewust, voeding gaan geven aan deze vorm van mensen verering. Langzaam komt de gedachte dan bij ons binnen, dat het feitelijk gewoon klopt wat men zegt. Je zegt wellicht onbewust tegen jezelf ‘ik ben feitelijk wel erg goed en ik doe het ook beter dan de ander’.
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, Hoogmoed | Tags: , | Een reactie plaatsen