Categorie archief: leiders

Kritiek op geestelijk leiders, kan dat wel?

We krijgen er allemaal in de christen gemeente mee te maken. Iedereen staat in feite wel een keer bloot aan kritiek en wel het meest geldt dit voor degene die iets doen in de gemeente. Gemeenteleiders zullen er daarom zeker mee te maken krijgen en op dit punt spreken we zelf ook uit ervaring. Welke beslissing een voorganger, oudste of welke andere gemeente leider of leidster ook neemt, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn. Onze ervaring is dat je het feitelijk nooit iedereen naar het zin kan maken, hoe goed je je best ook doet. Maar uiteindelijk gaat het daar ook niet om, maar veel meer om de verheerlijking van de naam van Jezus in de gemeente en niet dat iedereen gelijk krijgt.

Kritiek kan ook opbouwend zijn.
Er zijn ook predikers die zichzelf beschermen door regelmatig te waarschuwen met woorden uit de Bijbel als ‘Raak Mijn gezalfden niet aan’ (1 Kron.16:22) en men bedoelt daar dan natuurlijk zichzelf mee. Dus, als een gezalfde des Heren een fout maakt, blijf van die persoon af. Waarmee ze maar willen waarschuwen om vooral voorgangers niet ernstig te bekritiseren. Want men denkt dat mensen die dat doen, altijd Gods woede op hun hals halen. God zal ze dus altijd beschermen ook als ze fouten maken. Maar waarom zou men niet iets mogen zeggen, als dingen fout gaan en zelfs zondig. Kritiek hoeft namelijk niet altijd bedoelt te zijn om iemand te beschadigen, maar het kan ook opbouwend zijn.

De Bijbel zegt: “Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.”( 1 Kor.10:12). Mensen die zich afsluiten voor de mening van anderen, zijn gevaarlijke mensen in het leiderschap. Leiders die zich afsluiten voor kritiek van medewerkers of collega’s in de dienst van God, ervaren kritiek meestal als een aanval in plaats van een mogelijke aanvulling en verrijking. Een van de kenmerken van geestelijk leiderschap is juist het vermogen om Gods leiding te verstaan door middel van de bijdrage die uit de groep om je heen komt.

Door de doop in de heilige Geest heeft iedere christen de inwoning van de Geest Gods in zich. Door de werking van de Geest in ons, kan dus elke gelovige Gods leiding ervaren. Het is m.a.w. geen exclusief voorrecht voor één leider. Om die reden is het juist een zegen als een leider voor opbouwende kritiek open kan staan en er op een geestelijke wijze zijn voordeel er mee doet; uiteraard alleen als kritiek uit de juiste bron voort komt en niet b.v. uit een bitter hart of uit jalousie.

Kritiek kun je echter alleen accepteren, als je ook bereid bent open en eerlijk te zijn als het gaat om de dingen die verkeerd gaan en niet voortdurend bezig bent je eigen fouten zoveel mogelijk te verdoezelen. Natuurlijk, de leider is geroepen een voorbeeld te zijn, maar hij hoeft niet te pretenderen dat hij de perfectie op aarde is. In het leven van alledag zijn die mensen die denken nooit fouten maken juist niet geloofwaardig. Deze mensen lijken zo ver verwijderd van de strijd die de meesten van ons dagelijks voeren, dat we ons daar niet in herkennen. We kunnen ons veel beter identificeren met iemand die evenals wij, verzoekingen kent en het daar soms moeilijk mee heeft. Een leider komt wel vaker in de verleiding om zijn fouten te bedekken. Daarom kan hij het beste onmiddellijk zijn falen onder ogen zien en vergeving vragen als dat eventueel nodig is. Daarmee zal hij juist nog meer een voorbeeld zijn voor anderen.

Maar er zijn ook mensen die fouten zoeken.
Het is vooral voor gemeente leiders van groot belang dat we niet te overgevoelig zijn, als anderen kritische opmerkingen maken. Niemand is echt ongevoelig voor kritiek, maar overgevoeligheid op dit punt kan ons totaal verlammen en is feitelijk niets anders als ons eigen ik, wat te snel beledigd is.

En ja, er zijn ook mensen die voortdurend naar foutjes zoeken. Dat zijn vaak degenen die zelf aan de kant staan en die het beste weten hoe anderen zouden moeten handelen. Heel vaak heeft men het over de splinter in het oog van de ander en men vergeet daarbij de balk in eigen oog (Lees Mat.7:3-5). Daar komt nog bij, dat mensen die niet wezenlijk iets bijdragen aan de gemeente, zelf veel minder zichtbaar zijn en dus krijgen ze zelf ook zelden kritiek. Het is tragisch, maar sommige mensen doen uit angst iets verkeerds te doen, maar helemaal niets meer, omdat men gewoon bang is voor kritiek.

Maar de man die uit angst om fouten te maken niets uitvoerde, werd door de Heer echter zwaar veroordeeld. In Mattheüs 25 lezen we dat tot de man die zijn talent in de grond stopte, gezegd werd: ‘Jij luie en nutteloze slaaf.’ In Efeze 4:16 lezen we ook over het lichaam van Christus, waarvan alle onderdelen als een welsluitend geheel bijeengehouden moet worden door de dienst van al zijn geledingen. Dus door hetgeen wij allemaal persoonlijk kunnen bijdragen, omdat we allemaal organen zijn van dat zelfde lichaam van Christus.

We weten dat we geen van allen nog volmaakt functioneren en dus dat betekent dat er best nog wat te corrigeren valt aan ons. Als dienaren van God zullen we ons hart erop moeten zetten, de Heer te dienen op de beste manier die voor ons mogelijk is, maar toch zullen er altijd dingen zijn die nog onvolkomen zijn.

Kritiek, wat doen we er mee?
Maar wat doen we er mee, als andere mensen kritiek hebben? Moeten we er naar luisteren en ons er door laten beïnvloeden, of moeten we kritiek maar gewoon laten voor wat het is? En wat te doen als wij anderen fouten zien maken en wij dus zelf kritiek hebben op medebroeders en zusters? Moeten we onze op- en aanmerkingen dan maar voor ons houden, of moeten we hen er op aanspreken? Het is zeker eenvoudiger om de ander maar gewoon niet te confronteren met zijn misstappen, maar ook dit kan van liefdeloosheid getuigen. Omdat we dan uit angst voor weerstand onze mond maar houden en toelaten dat die ander een verkeerde weg op gaat. Beter is het om God te bidden om de juiste woorden en de juiste gesteldheid van ons eigen hart en vooral ook het juiste moment waarop we de dingen zullen zeggen die op ons hart zijn.

We zullen ook zelf altijd moeten luisteren naar kritische opmerkingen, wanneer ze voortkomen uit liefde en bewogenheid, ongeacht of we het er mee eens zijn. Tenminste zouden we hetgeen ons in liefde gezegd is, biddend kunnen overdenken. Mogelijk dat Gods Heilige Geest ons toch duidelijk maakt dat ons eigen inzicht onjuist is en dat we dingen moeten veranderen. Sta er in ieder geval voor open en besef dat we altijd anders naar onszelf kijken dan anderen naar ons.

Je bent broeders en zusters en je vormt samen een geestelijk gezin. Je kent elkaar en ook vaak elkaars zwakke punten. In een gezin zal zeker ook over verkeerde dingen gesproken worden. Maar door de liefde weet degene die het treft, dat zijn familieleden hem vanwege zijn zwakheden nooit zullen laten vallen. Het gezin waar hem zijn fouten getoond worden, wordt dus ook zijn schuilplaats en zou zo het moeten zijn in de gemeente van de Heer.
Lees verder

Geplaatst in conflict, Conflicten, Hoogmoed, leiders, ruzie | Tags: | Een reactie plaatsen

Is er verschil in de roeping van mannen en vrouwen?

Inleiding.

In de wereld waarin de apostel Paulus leefde bestond een grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In sommige culturen is dat op dit moment nog zo. Totaal verschillend met de manier waarop wij hier leven. Vrouwen kwamen in die tijd meestal niet verder dan huishoudelijke taken en het baren en verzorgen van kinderen. In ieder geval hadden vrouwen meestal een ondergeschikte plaats in de toenmalige maatschappij. Persoonlijk kan ik echter op geen enkele manier, in de Bijbel een bewijs vinden dat dit van de oorsprong zo door God ook bedoeld is. Sommige mensen wijzen op hetgeen God na de zondeval tot Eva heeft gezegd (Gen.3:16), als gevolg van de zonde zou God de moeite van de vrouw vermeerderen. Mocht het al zo zijn, dat je denkt dat haar positie daar in deze tijd nog een gevolg van is, dan wil ik daar tegenover stellen dat de Bijbel in Rom.8:1 zegt, dat er geen veroordeling meer is voor degenen die in Jezus Christus zijn. In Jezus Christus is er dus ook geen reden meer, om de vrouw nog als ondergeschikt te beschouwen, waar ter wereld ook. Dus ook als het nog vanwege culturele overwegingen gewoon is in de omgeving waar de vrouw woont. Het is voor kinderen van God gewoon niet meer aan de orde.

Ook in de synagogen van die dagen, hadden mannen en vrouwen gescheiden plaatsen en had ook alleen de man het recht om te spreken, vrouwen niet. Dat is helaas op sommige plaatsen nu nog zo. Maar… ook in de gemeente van de Heer, later in het Nieuwe Testament, lezen we dat Paulus nog steeds zegt dat vrouwen moesten zwijgen en als ze iets wilde vragen moesten ze dat thuis aan hun man vragen (1 Kor. 14:34-35). Maar… de enige begrijpelijke reden waarom hij dat zegt, moet beslist te maken gehad hebben met de man-vrouw verhouding in die tijd. Dus weer de ondergeschikte positie van de vrouw. Hij wilde niet dat we als christenen wanorde en ergernis zouden veroorzaken. Met name de toenmalige geestelijk leiders waren erg wettisch en onbuigzaam.

Dat het hiermee te maken heeft gehad, begrijpen we ook heel sterk uit wat Paulus erbij zegt, namelijk dat het in die tijd ‘een schande voor de vrouw was om te spreken’. Hierdoor weten we zeker dat de achtergrond, die gezagsverhouding geweest moet zijn, zoals dat in die tijd als normaal geacht werd. Want in deze tijd is het zeker geen schande, als vrouwen spreken in een openbare vergadering. Het is eerder een grote zegen voor een gemeente als ook vrouwen hun bijdrage, vanuit hun leven met God geven.

Ik ben in een andere tijd geboren en persoonlijk moet ik er niet aandenken, dat mannen en vrouwen in deze tijd op soortgelijke manier met elkaar om zouden moeten gaan als toen en het kan m.i. ook nooit door God zo bedoeld zijn. Natuurlijk moeten wij ons soms aanpassen, afhankelijk van het land of de situatie waar we in terecht komen.

Een voorbeeld. Mijn vrouw draagt uiteraard normaal geen hoofddoek, maar als we in Roemenië kwamen, waren er soms nog gemeenten waar de vrouwen wel zo naar de samenkomst kwamen. Wij willen geen ergernis zijn, maar de mensen daar juist in liefde dienen, dus we paste ons aan. Paulus zou het zeker ook van ons verwacht hebben (lees 1 Kor.9:20).

Hoe ging dat in Jezus tijd.
Van Jezus lees je dat Hij ook veel wettische regels gewoon negeerde. Hij ging zelfs zover dat Hij b.v. de toenmalige strenge regels van de sabbat negeerde. Niet volledig, maar Hij had er ook geen moeite mee om een zieke te genezen op de sabbat. En dat namen ze Hem nu juist kwalijk, want dat was tegen hun gewoonte.

Het feit ook dat hij als man, de Samaritaanse vrouw zo maar aansprak (Joh.4) was voor die tijd behoorlijk anders dan men gewend was. De discipelen zeiden dat ook tegen Hem, ze verwonderden zich daar duidelijk over (Joh.4:27). Een man sprak een vrouw niet zomaar aan, trouwens ook de vrouw de man niet.

Als we dit in gedachten houden dan kunnen we ook begrijpen wat een schok het teweeg heeft gebracht, toen bijvoorbeeld de zondige vrouw in Lukas 7:37, het huis van Simon de Farizeeër binnen drong en midden in een mannen vergadering, Jezus zalfde. Die mensen hebben met verbazing staan kijken, want dit was tegen alle regels en gewoonten van toen in en Jezus liet het toch gewoon toe.

En dit is ook belangrijk
God heeft in al Zijn wijsheid de vrouw op aarde naast de man gezet om hem tot steun te zijn. Let wel, de vrouw is naast de man gezet, dus niet boven hem, maar zeker ook niet onder hem. Ik meen ook te kunnen zeggen dat de man net zo goed de vrouw tot steun moet willen zijn, Efeze 5:21 staat zelfs dat we elkaar onderdanig moeten zijn..

In ieder geval is het dus duidelijk Gods bedoeling, dat man en vrouw naast elkaar staan om elkaar aan te vullen, ieder met de eigen gaven en talenten. Vrouwen hebben net als mannen een belangrijke rol, niet alleen in het gezin, maar ook in de gemeente. Al kunnen ze verschillend zijn, maar er is m.i. geen sprake van dat vrouwen minder belangrijke taken hebben in de gemeente. Lees verder

Geplaatst in gemeente, leiders | Tags: , | Een reactie plaatsen

Een geestelijk leider moet een teamspeler zijn.

Een teamspeler of solist.
Het wordt vaak gezegd, het is voor leiders in een geestelijk werk soms erg eenzaam. Velen zijn voorzichtig met vriendschappen, buiten hun eigen vertrouwde kring en men zal zeker niet gauw eigen zwakheden toegeven aan de gemeente. Wat al helemaal gevaarlijk kan zijn, is als men behoefte heeft om problemen te delen met anderen. Met wie doe je dat dan? Je weet maar nooit wat anderen met die informatie doen en het kan ook tegen je gebruikt gaan worden. Men wil het liever allemaal zoveel mogelijk zelf uitzoeken. Het is wel begrijpelijk, maar toch zijn dit heel vaak leiders die zichzelf overschatten.

Jezus heeft namelijk nooit bedoeld dat geestelijk leiders in de gemeente, solisten zouden moeten zijn. Solistisch gedrag maakt dat we dingen te veel alleen willen doen, men vraagt liever niet om hulp. Maar daardoor trekken we wel teveel werk en verantwoordelijkheid naar ons toe. Het gevolg is vaak dat de mensen om je heen een afwachtende houding gaan innemen. Men komt zelf niet meer in beweging omdat dat kennelijk ook niet verwacht wordt. Maar dit is een patroon wat een leidinggevende door eigen gedrag heeft gecreëerd, alleen heeft men dat soms niet door.

We lezen of horen van grote leiders, die veel tot stand brachten voor de Heer en door veel mensen gerespecteerd worden. Maar we vergeten vaak dat ook zij niets tot stand konden brengen, zonder dat er mensen zijn die in hun roeping geloven en bereid zijn hen te steunen. Om daadwerkelijk iets te bereiken is er meer nodig dan een enkel initiatief van een individu, we hebben gewoon elkaar nodig.

In de Bijbel vinden we voorbeelden, waarin we zien dat God wil dat leiders teamspelers zijn.

Jezus was een teamspeler.
Jezus begint Zijn bediening door direct een team om zich heen verzameld. Lees Lukas 6:12 en 13
‘En het geschiedde in die dagen, dat Hij naar het gebergte ging om te bidden, en Hij bracht de nacht door in het gebed tot God. En toen het dag geworden was, riep Hij zijn discipelen tot Zich en koos er twaalf uit, die Hij ook apostelen noemde’.
Waarom deed Hij dat, kon Hij het dan niet alleen. Hoe vreemd of het klinkt, nee kennelijk niet. Hij had dus ook mensen om zich heen nodig om Hem terzijde te staan, die Hij o.a. kon uitzenden om ook op andere plaatsen het evangelie wat Hij predikte te brengen.
Geen alleen heersers.
Jezus heeft ook later nooit gewild dat de gemeente geleid zou worden door ‘alleen heersers’. Integendeel, we zien ook later in het boek van Handelingen, dat de apostelen steeds in teamverband functioneerden. Lees o.a. Hand.15: 28 ”Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht,… ” (vs. 28).
Handen te kort.
In Handelingen 6:1-6 lezen we hoe met het groter worden van de gemeente in Jeruzalem, er ook steeds meer een beroep gedaan werd op de gemeente, om praktische hulp voor de armen. Er waren geen voedselbanken, zoals tegenwoordig, maar de gemeente zorgde zelf dat de armen te eten hadden.
In ieder geval, de apostelen waren er te druk mee en er ontstond een behoefte aan diakenen (= dienaren). Of anders gezegd, er waren ‘handen’ tekort voor het bedienen van de tafels. De apostelen konden het dus niet alleen en stelden de gemeente voor om diakenen aan te stellen: “Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen.”
Mozes moest teamspeler worden.
Toen het volk verlost was uit de slavernij van Egypte en de reis door de woestijn begon, stond hij er aanvankelijk wel alleen voor. Mensen kwamen van de ochtend tot de avond, met allerlei problemen en meningsverschillen aan zijn tent. Zijn schoonvader Jethro zag dat en gaf hem de raad om dit anders te doen. (Ex.18:21) “…onder het gehele volk omzien naar flinke, godvrezende, betrouwbare mannen, die winstbejag haten, en hen over hen aanstellen als oversten van duizend, oversten van honderd, oversten van vijftig en oversten van tien…”.

Leiders die niemand naast zich dulden.
Daarom, ook nu kan het werk in de gemeente niet slecht door één persoon gedaan worden. Een geestelijk leider moet zich dus omringen met betrouwbare mensen, om te helpen en te adviseren. Leiders moeten daar in ieder geval voor openstaan. Het is zelfs zo, dat leiders die niemand naast zich dulden of kunnen verdragen, geven daarmee in feite aan ongeschikt te zijn voor het geestelijk leiderschap, want dit is niets anders dan hoogmoed.

En laten we eerlijk zijn, hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt de kop opsteken, het zit als het ware in ons DNA. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist moeten oppassen. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn.

Dat geldt ook voor geestelijke bedieningen, waardoor we menen meer te zeggen te hebben dan anderen. Wees altijd voorzichtig, het is beter als anderen van ons zeggen dat we een roeping of bediening hebben, dan dat we daar zelf mee te koop gaan lopen. Werkelijk geroepen dienaren van God hebben dat helemaal niet nodig, God zal hen Zelf bevestigen.

We zien nogal eens groepen van gelovigen met een leider die erg solistisch bezig is en die zichzelf onaantastbaar is gaan vinden. Kritiek wordt altijd afgewezen als duivels en negatief, men ziet zichzelf als de geroepene van God. Hoewel men soms wel de mond vol heeft over Bijbelse principes van delegeren en verantwoordelijkheden delen, duldt men in de praktijk toch niemand naast zich.

Anderen mogen wel meewerken, maar het gezag blijft bij de leider alleen. Zulke mensen zullen ook niet gemakkelijk een werk loslaten, maar het eerder als hun eigendom beschouwen. Mocht het toch nodig zijn, dan hebben ze moeite met een opvolger die de dingen wel eens totaal anders kan doen als zij. Feitelijk komt dit, omdat men niet direct aan het begin van de bediening begonnen is om anderen mee te nemen en het leiderschap met hen te delen. Men is vaak bang om gezag te verliezen, maar dit heeft niets met de heilige Geest te maken, maar veel eerder met de werken van het vlees. Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, leiders | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Als de bediening van een voorganger z’n een huwelijk bedreigt, gaat er iets grondig mis.

Door Henk Herbold Dit onderwerp komt voort uit de vele pastorale adviezen, die we door de jaren heen hebben mogen geven. Nog meer Bijbelse adviezen en antwoorden voor geestelijk leiders vindt u op: http://www.geestelijk-leiderschap.nl Vooral een leider kan zich zo … Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, gemeente, leiders | Tags: , | Een reactie plaatsen

Kritiek op geestelijk leiders, kan dat wel?

We krijgen er allemaal in de christen gemeente mee te maken. Iedereen staat in feite wel een keer bloot aan kritiek en wel het meest geldt dit voor degene die iets doen in de gemeente. Gemeenteleiders zullen er daarom zeker mee te maken krijgen en op dit punt spreken we zelf ook uit ervaring. Welke beslissing een voorganger, oudste of welke andere gemeente leider of leidster ook neemt, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn. Onze ervaring is dat je het feitelijk nooit iedereen naar het zin kan maken, hoe goed je je best ook doet. Maar uiteindelijk gaat het daar ook niet om, maar veel meer om de verheerlijking van de naam van Jezus in de gemeente en niet dat iedereen gelijk krijgt.

Kritiek kan ook opbouwend zijn.
Er zijn ook predikers die zichzelf beschermen door regelmatig te waarschuwen met woorden uit de Bijbel als ‘Raak Mijn gezalfden niet aan’ (1 Kron.16:22) en men bedoelt daar dan natuurlijk zichzelf mee. Dus, als een gezalfde des Heren een fout maakt, blijf van die persoon af. Waarmee ze maar willen waarschuwen om vooral voorgangers niet ernstig te bekritiseren. Want men denkt dat mensen die dat doen, altijd Gods woede op hun hals halen. God zal ze dus altijd beschermen ook als ze fouten maken. Maar waarom zou men niet iets mogen zeggen, als dingen fout gaan en zelfs zondig. Kritiek hoeft namelijk niet altijd bedoelt te zijn om iemand te beschadigen, maar het kan ook opbouwend zijn.

De Bijbel zegt: “Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.”( 1 Kor.10:12). Mensen die zich afsluiten voor de mening van anderen, zijn gevaarlijke mensen in het leiderschap. Leiders die zich afsluiten voor kritiek van medewerkers of collega’s in de dienst van God, ervaren kritiek meestal als een aanval in plaats van een mogelijke aanvulling en verrijking. Een van de kenmerken van geestelijk leiderschap is juist het vermogen om Gods leiding te verstaan door middel van de bijdrage die uit de groep om je heen komt.

Door de doop in de heilige Geest heeft iedere christen de inwoning van de Geest Gods in zich. Door de werking van de Geest in ons, kan dus elke gelovige Gods leiding ervaren. Het is m.a.w. geen exclusief voorrecht voor één leider. Om die reden is het juist een zegen als een leider voor opbouwende kritiek open kan staan en er op een geestelijke wijze zijn voordeel er mee doet; uiteraard alleen als kritiek uit de juiste bron voort komt en niet b.v. uit een bitter hart of uit jalousie.

Kritiek kun je echter alleen accepteren, als je ook bereid bent open en eerlijk te zijn als het gaat om de dingen die verkeerd gaan en niet voortdurend bezig bent je eigen fouten zoveel mogelijk te verdoezelen. Natuurlijk, de leider is geroepen een voorbeeld te zijn, maar hij hoeft niet te pretenderen dat hij de perfectie op aarde is. In het leven van alledag zijn die mensen die denken nooit fouten maken juist niet geloofwaardig. Deze mensen lijken zo ver verwijderd van de strijd die de meesten van ons dagelijks voeren, dat we ons daar niet in herkennen. We kunnen ons veel beter identificeren met iemand die evenals wij, verzoekingen kent en het daar soms moeilijk mee heeft. Een leider komt wel vaker in de verleiding om zijn fouten te bedekken. Daarom kan hij het beste onmiddellijk zijn falen onder ogen zien en vergeving vragen als dat eventueel nodig is. Daarmee zal hij juist nog meer een voorbeeld zijn voor anderen.

Maar er zijn ook mensen die fouten zoeken.
Het is vooral voor gemeente leiders van groot belang dat we niet te overgevoelig zijn, als anderen kritische opmerkingen maken. Niemand is echt ongevoelig voor kritiek, maar overgevoeligheid op dit punt kan ons totaal verlammen en is feitelijk niets anders als ons eigen ik, wat te snel beledigd is.

En ja, er zijn ook mensen die voortdurend naar foutjes zoeken. Dat zijn vaak degenen die zelf aan de kant staan en die het beste weten hoe anderen zouden moeten handelen. Heel vaak heeft men het over de splinter in het oog van de ander en men vergeet daarbij de balk in eigen oog (Lees Mat.7:3-5). Daar komt nog bij, dat mensen die niet wezenlijk iets bijdragen aan de gemeente, zelf veel minder zichtbaar zijn en dus krijgen ze zelf ook zelden kritiek. Het is tragisch, maar sommige mensen doen uit angst iets verkeerds te doen, maar helemaal niets meer, omdat men gewoon bang is voor kritiek.

Maar de man die uit angst om fouten te maken niets uitvoerde, werd door de Heer echter zwaar veroordeeld. In Mattheüs 25 lezen we dat tot de man die zijn talent in de grond stopte, gezegd werd: ‘Jij luie en nutteloze slaaf.’ In Efeze 4:16 lezen we ook over het lichaam van Christus, waarvan alle onderdelen als een welsluitend geheel bijeengehouden moet worden door de dienst van al zijn geledingen. Dus door hetgeen wij allemaal persoonlijk kunnen bijdragen, omdat we allemaal organen zijn van dat zelfde lichaam van Christus.

We weten dat we geen van allen nog volmaakt functioneren en dus dat betekent dat er best nog wat te corrigeren valt aan ons. Als dienaren van God zullen we ons hart erop moeten zetten, de Heer te dienen op de beste manier die voor ons mogelijk is, maar toch zullen er altijd dingen zijn die nog onvolkomen zijn.

Kritiek, wat doen we er mee?
Maar wat doen we er mee, als andere mensen kritiek hebben? Moeten we er naar luisteren en ons er door laten beïnvloeden, of moeten we kritiek maar gewoon laten voor wat het is? En wat te doen als wij anderen fouten zien maken en wij dus zelf kritiek hebben op medebroeders en zusters? Moeten we onze op- en aanmerkingen dan maar voor ons houden, of moeten we hen er op aanspreken? Het is zeker eenvoudiger om de ander maar gewoon niet te confronteren met zijn misstappen, maar ook dit kan van liefdeloosheid getuigen. Omdat we dan uit angst voor weerstand onze mond maar houden en toelaten dat die ander een verkeerde weg op gaat. Beter is het om God te bidden om de juiste woorden en de juiste gesteldheid van ons eigen hart en vooral ook het juiste moment waarop we de dingen zullen zeggen die op ons hart zijn.

We zullen ook zelf altijd moeten luisteren naar kritische opmerkingen, wanneer ze voortkomen uit liefde en bewogenheid, ongeacht of we het er mee eens zijn. Tenminste zouden we hetgeen ons in liefde gezegd is, biddend kunnen overdenken. Mogelijk dat Gods Heilige Geest ons toch duidelijk maakt dat ons eigen inzicht onjuist is en dat we dingen moeten veranderen. Sta er in ieder geval voor open en besef dat we altijd anders naar onszelf kijken dan anderen naar ons.

Je bent broeders en zusters en je vormt samen een geestelijk gezin. Je kent elkaar en ook vaak elkaars zwakke punten. In een gezin zal zeker ook over verkeerde dingen gesproken worden. Maar door de liefde weet degene die het treft, dat zijn familieleden hem vanwege zijn zwakheden nooit zullen laten vallen. Het gezin waar hem zijn fouten getoond worden, wordt dus ook zijn schuilplaats en zou zo het moeten zijn in de gemeente van de Heer.
Lees verder

Geplaatst in conflict, Conflicten, Hoogmoed, leiders, ruzie | Tags: | Een reactie plaatsen

Kunnen geestelijk leiders na overspel doorgaan in de bediening?

We krijgen elke dag e-mails van mensen die ons vragen stellen, men is dan duidelijk opzoek naar Bijbelse antwoorden. De laatste tijd vroeg men ons een aantal keren of het Bijbels gezien juist is, dat een geestelijk leider die te maken krijgt met overspel en/of echtscheiding, gewoon maar door kan gaan in de bediening die men eerst had. De reden dat men zo’n vraag stelt heeft uiteraard te maken met het feit dat het tegenwoordig ook steeds meer voor komt, dat leiders na overspel en echtscheiding, een korte onderbreking hebben en dan gewoon weer hun bediening hervatten.

En ja,… natuurlijk moet herstel altijd mogelijk zijn, maar er moet ook ruimte zijn voor genezing van de wonden die zijn geslagen. Daarnaast is het belangrijk dat geestelijk leiders zelf beseffen, dat het geen automatisme is, dat men zomaar weer terug kan in de bediening die men eerst had. Feitelijk zou dat meer een uitzondering moeten zijn. Het is ook altijd weer eerst de vraag, of men nu wel aan Gods heilige voorwaarden tot het geestelijk ambt voldoet. Daarbij is zeker niet het talent om te prediken de belangrijkste voorwaarde, maar of men weer een voorbeeld kan zijn voor anderen in de gemeente (lees 1 Petr.5:3b).

Naast uiteraard berouw en belijdenis van zonden, is vooral zelfonderzoek nodig om na te gaan wat de diepe reden is, waarom men zo gevallen is. Daar zal dan eerst herstel moeten plaats vinden en mogelijk verlossing en bevrijding, voordat er ook maar sprake kan van een terugkeer in de bediening. Tevens zal er toch ook herstel moeten plaats vinden in gebroken en beschadigde relaties. Ook het vertrouwen zal herstelt moeten worden en vooral dit kost beslist veel tijd.

De Bijbel selectief gebruiken.
Christenen hebben helaas soms de neiging om de Bijbel selectief te gebruiken, dus zoals het hun het beste uitkomt. Daarmee bedoelen we, dat we de dingen die ons niet aanstaan al gauw ‘als niet meer geldig voor deze tijd beschouwen’. Er zijn relatief maar weinig Bijbelleraren die de moed hebben om ook onderwijs te geven over de z.g. moeilijke Bijbelverzen. Maar God verandert Zijn Woord niet omdat het ons niet aanstaat.

Zo vinden we in de Bijbel heel duidelijk Gods voorwaarden voor het dienen in een geestelijk ambt, lees maar in 1 Tim.3:2. God heeft deze voorwaarden nooit veranderd, hoe moeilijk we ze ook vinden. Daar lezen o.a. dat een Opziener (Oudste, Bijbelleraar etc..) van onbesproken gedrag moet zijn en vooral… de man van één vrouw.

Dit maakt het op z’n minst discutabel of iemand die gescheiden is, om welke reden dan ook, zo maar weer als geestelijk leider kan dienen in een gemeente of kerk. Want hoe kan iemand de gemeente van de Heer voorgaan en onderwijs geven, bijvoorbeeld over actuele onderwerpen zoals het huwelijk, echtscheiding en seksualiteit, als je zelf geen voorbeeld bent. Daarmee maken we de boodschap die we prediken ongeloofwaardig en nog erger wordt het als andere mensen juist ons verkeerde voorbeeld gaan gebruiken, om hun eigen zonden te bedekken en helaas, gebeurt dat nogal eens. Men vindt eigen fouten op dat vlak minder erg omdat ‘bekende geestelijk leiders’ de zelfde dingen doen. Wat we ook nog al eens horen is, dat mensen de zonde van overspel wat vergoelijken, door te zeggen ‘ja maar David viel toch ook in die zonde en hij mocht gewoon koning blijven’. En natuurlijk is dat zo, hij beleed zijn zonde, God was hem enorm genadig geweest en hij bleef toch de man naar Gods hart (1 Sam.13:14). Tevens mocht hij ook koning blijven, maar de geschiedenis leert wel, dat hij geen toestemming meer kreeg om de tempel van God te bouwen, hoewel hij dat wel erg graag wilde.

De tempel van God in het oude testament is het geestelijk beeld van de gemeente van nu. Ook nu zijn er mensen met bekwaamheden, die erg graag willen meebouwen aan de gemeente van de Heer, bijvoorbeeld door prediking en onderwijs. Maar we kunnen wel iets heel graag willen, maar toch stelt God nog altijd heilige voorwaarden aan het geestelijk leiderschap, net zoals Hij heilige voorwaarden stelde aan koningen en priesters in de oude bedeling. Het zal duidelijk zijn dat als we Gods zegen niet mee hebben in de bediening, dan zal het vroeg of laat weer stuk lopen, met mogelijk nog meer schade voor de gemeente.

Kijk naar jezelf.
Het is duidelijk dat door de satan in deze tijd, een enorme aanval wordt ingezet op het huwelijk van geestelijk leiders. En het is zeker dat geestelijk leiders die geen voldoende tijd nemen voor gebed, zwak zijn en mogelijk vroeg of laat door de duivel omver geblazen worden. Ze missen de kracht van de heilige Geest die ons onaantastbaar maakt voor duistere machten. Nu bidden we als voorgangers allemaal wel, onze openbare gebeden zijn vaak indrukwekkend, vol hele volzinnen. We hebben nu eenmaal geleerd mooie woorden te gebruiken. Maar hoe is het thuis, in de binnenkamer, als niemand ons ziet? De echte test is ons gebedsleven daar, als we alleen met God zijn. Onze intimiteit met God is ook het kwaliteitsmerk van onze bediening. Met andere woorden, onze publieke gebeden kunnen een uiterlijk optreden zijn, zonder leven. Onze persoonlijke relatie met God bepaalt of wij echt zijn, bewust van onze afhankelijkheidsrelatie met God. (Lees voor uw zelf Mat. 6 eens na)

De plaats van ons huwelijk en gezin.
Daarnaast, welke plaats heeft ons huwelijk en gezin in verhouding tot het werk van God. Wanneer u voorganger of gemeenteleider bent, dan hebt u niet alleen een verantwoordelijkheid voor uw gemeente of bediening, maar in de eerste plaats voor uw gezin. Uit heel veel pastorale gesprekken blijkt dat veel vrouwen van leiders zitten met het gevoel dat zij wat het gezin betreft, de kar alleen moeten trekken. Soms moeten ze zelfs geestelijke verantwoordelijkheid nemen voor iets waarin hun man feitelijk een stap zou moeten zetten. De man is door God immers aangesteld als de priester in zijn huis en dit geldt dubbel voor geestelijk leiders, omdat die een voorbeeld moeten zijn in de gemeente en dus ook voor zijn gezin (1 Kor.11:3 en Efeze 5;23). Veel vrouwen verlangen naar geestelijke intimiteit, intens gebed, samen strijden voor de problemen die in een gezin op je af komen. Ook dit is de reden waarom de duivel soms kans ziet om het fundament onder het huwelijk van geestelijk leiders weg te halen. Een huis zonder fundament is wankel en zal bij de minste storm instorten.

Werk daarom elke dag aan je huwelijk.
Het is belangrijk om elke dag te werken aan je huwelijk. Want een hechte huwelijksrelatie is één van de voorwaarde voor een sterk leiderschap in de gemeente. De huwelijksband is iets wat onderhouden moet worden, liefde die niet elke dag gevoed wordt zal op een dag sterven, net als een plant wat geen water ontvangt.

Paulus zei in Efeziërs 5:25: “Mannen, hebt uw vrouwen lief!” Hou dus van haar! Wat we vandaag nodig hebben, zijn leiders die ook grote minnaars zijn. We hebben leiders nodig die weten dat ze zo nu en dan een dag alleen met hun vrouw moeten doorbrengen en niet maar door hollen. Kijk haar eens in de ogen als je met haar praat, leg de krant neer en zet de televisie uit, heb aandacht voor haar. Open de deur voor haar, help haar met de afwas. Hou dus m.a.w. zichtbaar van haar! Doet u dat niet, dan kan al het succes als leider op een dag in een complete mislukking uiteenspatten. Want als het in onze relatie niet goed gaat staan we meer open voor de verleidingen van satan die op ons af komen.

De roeping is voor beiden.
Feitelijk kan een gehuwde man, die zich geroepen weet in de dienst van de Heer, die roeping niet los zien van zijn vrouw. Zij is, als het goed is, mede geroepen in de dienst van God. Vandaar dat het feitelijk onmogelijk is om te dienen in een geestelijk taak of bediening, wanneer het in huwelijk niet goed zit. Bijbels gesproken kan dit niet.

Want o.a. in 1 Tim.3:4 staat ook dat een dienaar van God, goede leiding aan zijn gezin moet geven, m.a.w. we moeten ook samen goede ouders zijn, anders kunnen we in de gemeente niet dienen. Het werken voor de Heer, mag nooit ten koste gaan van ons gezin en/of huwelijk. Mocht het wel zo zijn, dan zouden de zaken meer in balans moeten brengen. Als het thuis of in ons huwelijk niet goed gaat, vreet dat zoveel energie bij ons weg, dat we ons in het werk van God niet meer volledig kunnen geven.

Ook vrouwen die minder op de voorgrond treden, zijn net zo goed een belangrijk deel van de bediening van hun man. Zij kan op de achtergrond meewerken aan het slagen van de bediening van haar man, door hem in veel taken in het gezin bij te staan. In feite maakt zij op die manier de bediening van haar man mogelijk. Maar haar betrokkenheid bij de bediening hoeft zich natuurlijk niet te beperken tot haar eigen gezin.
Lees verder

Geplaatst in echtscheiding, geestelijk leiders, Huwelijk, leiders | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Een dienaar van God moet door God geroepen zijn.

Een dienaar van God heeft geen baan zoals iedere ander in de wereld. Zijn of haar geschiktheid hangt ook niet in de eerste plaats af van opleiding en bekwaamheden. Boven dat alles moet men eerst kunnen getuigen van een roeping van God. Die roeping is geheel persoonlijk, we kunnen het niet erven van ouders, het staat ook los van familie banden. Het is Gods keus en heeft zelfs niets te maken met de mening van mensen.

Een goed voorbeeld is Mozes. Hij ontving zijn roeping bij een brandende braamstruik in de woestijn, lees daarvoor Ex. 3. God koos hem zelf uit, wij zouden hem waarschijnlijk nooit uitgezocht hebben. Hij had immers in een vlaag van woede, een Egyptenaar doodgeslagen. Daarbij komt dat hij niet kon spreken als een leider, daar was hij gewoon bang voor. Hoe moest hij dan een volk van ongeveer 2 miljoen mensen gaan leiden, dwars door een hete woestijn. Maar God maakt nooit fouten en ook niet in het geval van de roeping van Mozes, dat heeft de geschiedenis wel bewezen.

Leiders in de gemeente moeten ook door God geroepen zijn. Jezus Christus is het Hoofd van de gemeente en Hij is ook degene die zelf de leiders aanstelt, lees dit o.a. in Efeziërs 4:11,12. Alhoewel in de wereld om ons hen, democratisch leiding geven steeds meer als de norm gezien wordt, is dat toch niet op dezelfde manier in de gemeente van de Heer het geval.

Bijbels gezien moet er namelijk in de gemeente, leiding en gezag zijn wat door God is aangesteld en niet door mensen. God is het die predikers, voorgangers en oudsten roept en die ook hun roeping zichtbaar doet worden in de gemeente, door gaven, bedieningen en zalving die Hij hun geeft. Een roeping moet ook altijd eerst bevestigd worden in de gemeente, zoals o.a. de roeping van Samuel als profeet, ook bevestigd werd in heel Israël (Lees 1 Sam.3:20).

Wij hoeven daar niet zelf van alles aan de doen. We moeten ons alleen toewijden aan de Heer, dicht bij Jezus leven en bereidwillig zijn om waar mogelijk te dienen. De Bijbel zegt heel eenvoudig ‘doe wat je hand vindt om te doen’ (Prediker 9:10). De rest moet God doen, Hij opent deuren en sluit die ook zo nodig. Terwijl we bezig zijn om te dienen, zullen ook de geestelijke gaven zichtbaar worden die God ons heeft gegeven en zal langzaam duidelijk worden welke roeping en bediening God voor ons heeft. Dit is de gezonde geestelijke manier waarop nieuwe leiders geboren gaan worden en wel in de gemeente zelf. Leidinggevenden in de gemeente zouden dit proces nauwlettend moeten volgen en stimuleren, in het besef dat nieuwe bekwame leiders hard nodig zijn voor het voortbestaan van de gemeente.

Waaraan herkennen we leiders?
Gemeente leiders moeten in de eerste plaats biddend gekozen worden, onder de leiding van de heilige Geest en op grond van hun geestelijke kwalificaties en niet direct op basis van opleiding, vriendschap of familie banden. Het is van groot belang dat ze een voorbeeld zijn voor de gemeente, o.a. in trouw en levenswandel. De apostel Paulus spreekt hier duidelijk over in 1 Tim.3.

Uiteraard is het Bijbels gezien veel juister om eerst samen een ruime tijd van gebed en vasten te hebben. God is immers machtig om tot ons te spreken en de juiste persoon aan te wijzen, zoals in de dagen van de apostelen, lees daarvoor Hand.13:2. De heilige Geest wijst ook nu mensen hun plaats aan binnen het lichaam van Christus, door hen zichtbaar te maken in de gemeente en hen toe te rusten met Zijn gaven (1 Kor.12:11 en 12:18).

In de huidige tijd zien we echter dat evangelie gemeenten in ons land steeds meer moeite hebben om geschikte leiders te vinden. Men kiest niet zelden voor een soort sollicitatie commissie uit de gemeente, om vooral het proces zo democratisch mogelijk te laten verlopen. Meestal stelt die commissie dan een lange lijst met bekwaamheden op, waar een eventuele kandidaat aan moet voldoen. Vaak worden er hoge eisen gesteld aan opleiding en vooral management kwaliteiten. Men moet een allround persoon zijn, iemand die bekwaam kan manoeuvreren tussen de verschilde meningen en opvattingen in de gemeente en dat zijn er meestal heel wat. Men moet ook vaak akkoord willen gaan met een tijdelijke aanstelling, zodat we eventuele na enkele jaren nog er vanaf kunnen. Want je weet maar nooit, misschien vinden we hem toch niet zo sympathiek en dan zit je er maar mee. Maar hoe staat het dan met de roeping van God, kan dat dan ook zomaar ophouden?

Ik vroeg me af of iemand als de apostel Petrus uit de Bijbel, wel had kunnen solliciteren. In ieder geval zou hij zeker zijn afgewezen, want hij had nauwelijks opleiding gehad, hij was een eenvoudige visserman. Maar de Heer dacht er duidelijk anders over, want de apostel Petrus werd de leider van de eerste Nieuw Testamentische gemeente in het boek van Handelingen.

Zo komen we in heel de Bijbel mannen en vrouwen tegen die tegen elke verwachting in werden geroepen door God. Denk aan David die de jongste zoon van zijn vader was en ogenschijnlijk het minst geschikt. Maar God zei tegen Samuel, deze is het zalf hem en Samuel gehoorzaamde (lees 1 Sam.16:12). Zoals God het vroeger deed, kan Hij het ook vandaag nog doen. Feitelijk is God nooit opgehouden om mensen te roepen in Zijn dienst.

Natuurlijk is het begrijpelijk dat een gemeente leider in de huidige tijd, niet hetzelfde is als een leider in, bijvoorbeeld de tijd van Petrus. We kunnen nu eenmaal niet hebben dat een voorganger of oudste geen scholing gehad zou hebben. Maar wat zijn de belangrijkste voorwaarden dan wel?
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, gemeente, leiders | Tags: , | Een reactie plaatsen

Bijbelstudies voor geestelijk leiders.

Meer interessante studies op: http://www.evangelisch-nieuws.nl

De basis van Bijbels leiderschap is altijd de roeping door God zelf, maar ook de toerusting door Zijn Geest en vanuit het Woord. En dit alles moet zichtbaar worden in een houding van liefde en dienstbaarheid aan de gemeente. De studies op deze website komen voort uit een jarenlange ervaring en tegelijk vanuit het verlangen om geestelijk leiders te helpen en toe te rusten. Tevens mag u ons altijd online om advies vragen, als u dat wilt kunt u gewoon anoniem blijven. U krijgt altijd antwoord.
Lees verder

Geplaatst in Bijbelstudies, geestelijk leiders, gemeente, leiders, Manipulatie, Pastorale zorg, Positief denken, Profeteren in de gemeente | Tags: , | Een reactie plaatsen

Interessante Bijbelstudies voor geestelijk leiders

Meer interessante studies op: http://www.evangelisch-nieuws.nl

De basis van Bijbels leiderschap is altijd de roeping door God zelf, maar ook de toerusting door Zijn Geest en vanuit het Woord. En dit alles moet zichtbaar worden in een houding van liefde en dienstbaarheid aan de gemeente. De studies op deze website komen voort uit een jarenlange ervaring en tegelijk vanuit het verlangen om geestelijk leiders te helpen en toe te rusten. Tevens mag u ons altijd online om advies vragen, als u dat wilt kunt u gewoon anoniem blijven. U krijgt altijd antwoord,
Lees verder

Geplaatst in Bijbelstudies, geestelijk leiders, gemeente, Hoogmoed, Huwelijk, leiders, Manipulatie, Profeteren in de gemeente | Reacties uitgeschakeld voor Interessante Bijbelstudies voor geestelijk leiders

Geestelijk leiders moeten door God aangesteld zijn.

Er is leiding en gezag nodig in de gemeente, maar dan wel gezag wat door God is aangesteld. De meeste plaatselijke gemeenten in ons land hebben een predikant, voorganger, opziener of een voorgaande oudste (1 Tim.5:17), wat in feite verschillende namen zijn voor dezelfde functie. Hoewel de Bijbel ook spreekt over voorgangers in het meervoud (zie Hebr.13:17), is men in ons land meestal gewend aan één voorganger per gemeente, met verschillende oudsten als medebestuurders. In principe kunnen er Bijbels gezien ook meerdere voorgangers in een gemeente zijn, bijvoorbeeld als dit door de grote van een gemeente noodzakelijk is.

Oudsten
Oudsten of mede bestuurders hebben een belangrijke taak, als het goed is zijn ze zelfs instaat om aan te vullen wat er eventueel aan de bediening van de voorganger ontbreekt. Want een voorganger is net als ieder ander, een mens met beperkingen en feitelijk gewoon een mede-oudste. Sommige mensen denken dat een voorganger (of voorgaande oudste), alle bekwaamheden in zich heeft die voor een gemeente nodig zijn. Maar dat is natuurlijk niet zo, want dan zou hij een soort super mens moeten zijn.

Omdat sommige gemeenten teveel van hun voorganger verwachten is vaak het gevolg dat ze het niet volhouden en in een burn-out terecht komen. Dit kan voorkomen worden als er oudsten zijn die begrip hebben voor hun voorganger en die, elk met hun eigen roeping, taak of bediening, hem ondersteunen. Alleen door elkaar aan te vullen, zullen ze naar een sterk en harmonieus geheel groeien.

Verschillende gaven
De Bijbel heeft het daarom ook over verschillende gaven, bedieningen, taken die door God aan de gemeente gegeven zijn. Lees 1 Corinthiërs 12: 28
“God nu heeft ‘sommigen’ in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna genadegaven van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei talen.”

Verschil in roeping en bediening
God geeft wel aan iedere bediening zijn eigen gezag en zalving, er kan dus beslist verschil zijn in gezag en bediening, maar toch hebben ze (als het goed is) elkaar ook weer wel erg hard nodig. Het respecteren van elkaars roeping en bediening en de bereidheid praktisch uit te leven wat Filip.2:3,4 zegt, is de voorwaarde tot een sterk bestuur.

“Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat een ieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat een ieder ook oog hebben voor wat van anderen is”. Filip. 2:3,4

Diaken
Naast bestuurders in de gemeente zijn er, als het goed is, ook allerlei mensen belast met gedelegeerde verantwoordelijkheden en praktische taken, die nodig zijn voor het goed functioneren van de gemeente, in de breedste betekenis van het woord. In het Nieuwe Testament komen we de term ‘diaken’ (= diakonos of dienaar) tegen wat in principe een algemene benaming is voor elke man of vrouw die een dienende taak vervult in de gemeente (Lees Hand.6).

De roeping
Het is in de maatschappij heel normaal om een ambitie te hebben en ergens voor te gaan. En we zien ook steeds meer binnen de gemeente dat mensen een ambitie hebben om bijvoorbeeld oudste, voorganger of om gemeente leider te worden op welke manier dan ook. Eigenlijk is dat alleen maar toe te juichen en moeten we zulke mensen aanmoedigen om zich vooral zoveel mogelijk te bekwamen, zodat ze bruikbaar kunnen zijn, maar wel…als God ze roept en de weg ook voor ze geopend wordt. Die roeping is heel erg nodig, in de dienst van God is geen sprake van jezelf profileren. In de Bijbel lezen we over de roeping van bijvoorbeeld Aäron en dat niemand zich deze plaats kan toe-eigenen, het moet ons van God gegeven zijn.

Hebreeën 5 :4 en 5 zegt: “Niemand kan zich die waardigheid toe-eigenen, men wordt daartoe door God geroepen, zoals ook met Aäron gebeurde. Christus heeft zich de eer hogepriester te worden evenmin zelf verleend, dat deed degene die tegen hem zei: Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.”
Lees verder

Geplaatst in geestelijk leiders, gemeente, leiders | Tags: , , | Een reactie plaatsen